Een uitbeelding uit 1877 van necrofilie begin zestiende eeuw

In de loop der geschiedenis hebben sommige machtigen zich, in een (on)behoorlijke vlaag van onstuitbare necrofilie, veroorloofd het lijk-in-ontbinding van wijlen hun geliefde mee te (laten) zeulen. Volgens Petrarca deed keizer Karel de Grote aan die vorm van onwelriekende lijkliefde; Johanna van Castilië deed hetzelfde, en kreeg mede daardoor haar bijnaam: de Waanzinnige. […]

In de loop der geschiedenis hebben sommige machtigen zich, in een (on)behoorlijke vlaag van onstuitbare necrofilie, veroorloofd het lijk-in-ontbinding van wijlen hun geliefde mee te (laten) zeulen. Volgens Petrarca deed keizer Karel de Grote aan die vorm van onwelriekende lijkliefde; Johanna van Castilië deed hetzelfde, en kreeg mede daardoor haar bijnaam: de Waanzinnige. […]