In de marge (2)

Ook de jonge Henri Borel (1869-1933) liet zich ‘inspireren’ (zie vorige bericht) door Gorter. In zijn roman Het Zusje uit 1900 is opgenomen het waarschijnlijk rond 1893 geschreven prozagedicht ‘Herrijzenis’ (zie Van der Weij Beweging en bewogenheid – Het prozagedicht in de Nederlandse literatuur aan het eind van de 19e eeuw). Borel gooit hier onder meer Gorters verzen ‘Mijn liefste was dood’, ‘Ik liep ’s avonds door mijn stad’ en ‘Mijn handen zijn zoo heet’ door elkaar om tot een schaamteloos stuk Gorter-epigonisme te komen: […]

Ook de jonge Henri Borel (1869-1933) liet zich ‘inspireren’ (zie vorige bericht) door Gorter. In zijn roman Het Zusje uit 1900 is opgenomen het waarschijnlijk rond 1893 geschreven prozagedicht ‘Herrijzenis’ (zie Van der Weij Beweging en bewogenheid – Het prozagedicht in de Nederlandse literatuur aan het eind van de 19e eeuw). Borel gooit hier onder meer Gorters verzen ‘Mijn liefste was dood’, ‘Ik liep ’s avonds door mijn stad’ en ‘Mijn handen zijn zoo heet’ door elkaar om tot een schaamteloos stuk Gorter-epigonisme te komen: […]

Seks!… In de negentiende eeuw

De Victoriaanse tijd staat nog steeds bekend als de meest preutse uit de geschiedenis; een periode waarin zelfs stoelpoten werden gedecoreerd met een lapje stof om maar elke frivole gedachte uit te bannen.
Zelfs een op alle fronten vrijgevochten geest als Lodewijk van Deyssel onderhield een moeizame relatie met alles wat zich onder de navel afspeelt. […]

De Victoriaanse tijd staat nog steeds bekend als de meest preutse uit de geschiedenis; een periode waarin zelfs stoelpoten werden gedecoreerd met een lapje stof om maar elke frivole gedachte uit te bannen.
Zelfs een op alle fronten vrijgevochten geest als Lodewijk van Deyssel onderhield een moeizame relatie met alles wat zich onder de navel afspeelt. […]