SONNET Wanneer na sterredans Strauss, dirigent, Van de aarde Zarathustra heeft gedragen, Terwijl het sphingisch c-g-c blijft vragen Naar ’t wezen van het wereldfundament, Dan rolt, net als een trein die langs komt jagen, Ver – vlak bij – ver, het applaudissement. Strauss buigt. ’t Schijnt of hij zegt: Ja, ja! Ik ben ’t, Ik … Lees verder “Adwaita’s Zarathustra-Sonnet — een halte, maar geen eindstation”