Verfilming uit 1982 van Der Zauberberg nog tweemaal op Arte-televisie

De filmversie, door regisseur Geissendörfer, van ‘Der Zauberberg’ uit 1982, met een duur van zo’n twee en een half uur, zal binnen een week na vandaag nog tweemaal in het middagprogramma van de Duits-Franse cultuurzender Arte-televisie worden herhaald. […]

Schaduwen tussen het licht
Terwijl in het huidige Zwitserse kuuroord Davos deze week het Economic World Forum zich voltrekt, biedt de Frans-Duitse cultuurzender Arte-televisie op vrijdag 30 januari en op donderdag 5 februari een heel andere kijk op deze plaats, de bergen en met name het sanatorium aldaar, zoals dat er rond 1900 uitzag. Arte-televisie heeft onlangs de speelfilm-versie uit 1982 van Der Zauberberg door regisseur Hans W. Geissendörfer uitgezonden en deze rolprent wordt door dezelfde zender herhaald op de bovengenoemde dagen. Op 30 januari is dat tussen 14:30 uur en 16:55 uur, op donderdag 5 februari zal dat vanaf 14:25 uur zijn.

Roman van Thomas Mann
De als middelmatig te boek staande Hans Castorp is de protagonist in de roman Der Zauberberg van Thomas Mann (1875-1955). Deze omvangrijke geschiedenis — verteld in twee banden met samen een kleine duizend bladzijden tekst — wordt als Jahrhundertwerk beschouwd. Hoewel het reeds in 1924 is uitgekomen en Thomas Mann in 1929 werd onderscheiden met de Nobelprijs voor Literatuur, was dat in eerste instantie voor Manns eerder verschenen familieroman Buddenbrooks, en is dat niet geweest voor dit doorwrochte stuk vertelde, praktische psychoanalyse vol met filosofische uitweidingen, getuigend van het al in die dagen zeer grote Unbehagen in der Kultur op het breukvlak van twee eeuwen in ons werelddeel, en geconcentreerd in de met longpatiënten gevulde sanatoria te Davos in de Zwitserse bergen.

Het verhaal synoptisch
De genoemde Hans Castorp, afkomstig van het Noord-Duitse platteland, bezoekt zijn neef, die met longproblemen in het Berghof-Sanatorium te Davos is opgenomen. Hoewel het de bedoeling is dat hij er maar drie weken zal doorbrengen, raakt hij bij aankomst zo gefascineerd door die besloten-wereld-buiten-de-tijd dat hij er zeven jaar blijft. Het zijn vooral de magische elementen die Hans Castorp in hun greep houden en waarvan hij zich, ondanks de morbide aspecten daarvan, niet kan losmaken.
“Muze, vertel mij ’t verhaal van de man . . . . .”

Berg van Licht
In die sfeer der sanatoria in den hoge kan men allerlei symbolische aspecten herkennen: een plek dicht bij de hemel — in sanatoria waar patiënten met tuberculose verblijven, is het sterftecijfer relatief hoog —, een dagende overgang naar het eeuwige licht. De voor het merendeel ongerepte sneeuw kan worden gezien als een element van tijdloosheid dat door de zuiverheid, in combinatie met de daar heersende temperaturen, verlichting van de klachten van longlijders kan bewerkstelligen. Een Berg van Licht, zou men de plaats dan eveneens kunnen noemen.

Alternatieve Olympus
En dan het aanwezige gezelschap waarvan ieder is behept met aardigheden, maar meer nog met eigenaardigheden en niet zelden volstrekte onaardigheden. De chef de clinique kan met weinig moeite worden gezien als een (niet eens zo kleine) god in witte jas — een beeld van artsen en vooral van specialisten, dat tot op de huidige dag overeind is gebleven, zo niet nog is versterkt — en in zijn directe omgeving bevinden zich wat mindere goden en halfgoden, functies die zich uitstrekken tot de door hun fysieke gesteldheid gedwongen aanwezigen. In plaats van startplaats naar het hogere enerzijds en Berg van Licht in een ander opzicht, is het evenmin vreemd in de specifieke plek en de daarbij behorende ‘bewoners’ een Olympus te zien. Want op de Griekse godenberg waren immers de onderlinge vetes, de lagen en de listen evenmin in olympische nevelen gehuld. Aldaar werden intriges gesponnen en praktische verbintenissen aangegaan, eventueel om derden onderuit te halen, ja,  soms letterlijk ter helle te laten gaan. Kortom, die Griekse goden en de in hun gezelschap verkerende wezens leken wel heel veel op vertegenwoordigers van het latere mensengeslacht.
“Want goden zijn precies als mensen. Met dezelfde mensen-wensen. En dezelfde mensen-streken . . . . . “

Venusberg
Evenmin kan worden voorbijgegaan aan de amoureuze contacten die hier en daar worden aangeknoopt, al is het somtijds voor slechts voor één keer. Doch ook dat schept banden en bindingen, die op de meest onverwachte momenten als duveltjes uit doosjes opnieuw te voorschijn kunnen komen en hun eventueel heilzame werking zouden kunnen doen gelden, doch die er in de praktijk meestal toe leiden dat nog enige ongeschilde twistappeltjes in het midden worden geworpen.
“Wrok zij uw zang, o Godin . . . . . “

Citaat over de tijd
Het zesde hoofdstuk van Der Zauberberg vormt het begin van de tweede band. Dat kapittel draagt de titel Veränderungen.
Was ist die Zeit? Ein Geheimnis, — wesenlos und allmächtig. Eine Verbindung der Erscheinungswelt, eine Bewegung, verkoppelt und vermengt dem Dasein der Körper im Raum und ihrere Bewegung. Wäre aber keine Zeit, wenn keine Bewegung wäre? Keine Bewegung, wenn keine Zeit? Frage nur! Ist die Zeit eine Funktion des Raumes? Oder umgekehrt? Oder sind beide identisch? Nur zu gefragt! Die Zeit ist tátig, sie hat verbale Beschaffenheit, sie “zeitigt”. Was zeitigt sie denn? Veränderung! Jetzt ist nicht damals, hier nicht dort, denn zwischen beiden liegt Bewegung. Da aber die Bewegung an der man die Zeit mißt, kreisläufig ist, in sich selber beschlossen, so ist das eine Bewegung und Veränderung, die man fast ebensogut als Ruhe und Stillstand bezeichnen könnte; denn das Damals wiederolt sich bestándig im Jetzt, das Dort im Hier. Da ferner eine endliche Zeit und ein begrenzter Raum auch mit der verzweifeltsten Anstrengung nicht vorgestellt werden können, so hat man sich entschlossen Zeit und Raum als ewig und unendlich zu “denken” — in der Meinung offenbar, dies gelinge, wenn nicht recht gut, so doch etwas besser. . . . .
De dichteres Vasalis beschreef het zo:  “Er is geen tijd. Of is er niets dan tijd.”

Speelfilm en televisieserie
Hans Geissendörfer heeft Thomas Manns mammoetroman voortreffelijk weten in te korten zonder aan het wezen van wat de auteur wilde vertellen, afbreuk te doen. Hij laat ons, mede door het fascinerende camerawerk van Michael Ballhaus, deelgenoot worden van een wereld die min of meer reeds is losgeweekt van het dagelijks bestaan zoals dat er in het eerste decennium van de twintigste eeuw — in dat deel van Europa! — uitzag. Geissendörfer heeft dat op twee manieren gedaan: als speelfilm met een lengte van ongeveer twee en een half uur, en als televisieserie — samengesteld uit hetzelfde materiaal — in drie delen met een gezamenlijke lengte van zo’n zeven uur. Juist die laatste versie heeft hier en daar wel wat kritiek gehad vanwege de wijdlopigheid in de filosofische vertogen die enkele van de protagonisten, maar vooral Professor Settembrini, afsteken, al zijn die ‘verhandelingen’ in het boek nog van een geheel andere omvang.

Lees ook:  Herhaling van Buddenbrooks-verflming uit 1959 op NDR-tv

Internationale coproductie
Net als in het verhaal van Thomas Mann, waar het sanatorium door een veelzijdige internationale patiënten-‘bezetting’ wordt gekenmerkt, is Geissendörfers rolprent een coproductie geworden met Amerikaanse, Duitse, Franse en Italiaanse deelname. Dat heeft enerzijds het voordeel van een sterren-bezetting die mede van ver buiten de eigen grenzen afkomstig was, maar die tevens invloed zal hebben (gehad) op de
belangstelling in de deelnemende naties. Van alle grootheden, die toen van verre zijn gehaald, denken we hier aan Rod Steiger (1925-2002), die de ‘Hollander’ met de aanduiding mienheer Peerperkorn uitbeeldt; verder komen we Charles Aznavour en Marie-France Pisier tegen, en Flavio Bucci alsmede tal van anderen. De hoofdrol — die van ‘bezoeker’ Hans Castorp — wordt gespeeld door Christoph Eichhorn;  de Oberarzt van ‘Davos’ is Hans Christian Blech (1915-1993), en Alexander Radzun moet de zieke neef spelen die al enige tijd in Davos verblijft en daar zijn neef Hans Castorp op bezoek krijgt.

Nadelen
Aan de andere kant biedt dat internationale element in de rolbezetting ook nadelen. Al die niet-Duitsers flitsen over het witte doek — en in dit geval over het huiskamerscherm — met nagesynchroniseerde teksten. Als je voor die aspecten van zo’n productie in ernstige mate allergisch bent, zijn sommige scènes bepaald geen pretje, hoe goed ze filmisch ook in elkaar mogen zitten — vooral doordat de stemmen niet bij de optredende persoonlijkheden horen en het altijd zichtbaar blijft dat er is nagesynchroniseerd, ook al gaan de makers van zulke toevoegingen altijd weer prat op hun precisie-arbeid. Ik zal de laatste zijn om te beweren dat het beter kan, maar nu dat allerwegen als mislukt mag worden aangezien, moet het maar anders. Want in die gevallen waarin de speler zichzelf nasynchroniseert, is het ook nog dikwijls merkbaar, al is de irritatie over de niet passende stem dan naar de achtergrond verschoven.
Het is duidelijk dat de regisseur en zijn collega’s voor de keus staan van of een coproductie met een werkbaar b
udget, of geen film, en dan zal de keuze minder moeilijk zijn als je de ambitie hebt om samen met de verschillende deskundigen binnen het grote gebeuren van de filmwereld, iets van niveau te creëren.

Boekversies
De verschillende boekuitgaven van Der Zauberberg, inclusief de vertalingen, zijn dikwijls onderwerp van discussi
e geweest tussen de auteur en zijn uitgever — in latere jaren was dat de schoonzoon van zijn oorspronkelijke uitgever Samuel Fischer (1859-1934), de eerst als medicus opererende Gottfried Bermann Fischer (1897-1995) —, waaruit onder meer blijkt dat het boek in Amerika een succes was en Thomas Mann daar in hoog aanzien kwam te staan en hem lezingen en docentschappen aan universiteiten werden aangeboden. Soms begeven de beide ’tegenpolen’ zich, vanzelfsprekend, in tal van details met betrekking tot de vormgeving van het boek, de papiersoort, of de oplage, de verkrijgbaarheid en dergelijke meer. Dat de uitgever bij tijd en wijle het geheel vanuit een deels en soms totaal van de auteur verschillende, meer, of op een andere wijze, zakelijke positie beschouwt, ligt voor de hand,  maar dat maakt het geheel niet minder interessant.

Nederlandse vertaling
In Nederland is De Tooverberg voor het eerst in 1933 verschenen bij Wereld Bibliotheek te Amsterdam, eveneens in twee banden, in de vertaling van C.J.E. Dinaux (1898-1980). Later, in 1975, is er door De Arbeiderspers een geheel nieuwe vertaling uitgebracht van de hand van Pé Hawinkels (1942-1977).
Wie de film opnieuw ziet of er voor het eerst mee wordt geconfronteerd en erdoor wordt ‘gegrepen’, doet er goed aan het boek kort daarna te gaan lezen en — als dat nog lukt — proberen zelf beelden te creëren aan de hand van het in hier en daar zeer barokke zinnen beschreven landschappen, toestanden en gebeurtenissen, intermenselijke actie en de medische aspecten de van lieverlee optreden als er zaken aan de orde komen in een sanatorium voor longzieken. Nu heeft de regisseur met zijn talrijke medewerkers
de beelden voor u ingekleurd.
_____________
Afbeeldingen
1. De dvd-versie van Der Zauberberg.
2. Vignet op het voorplat van het boek in dubbeldraads linnen. Gestileerde inititalen: bovenaan van de uitgever Samuel Fischer, en onder de lijn van auteur Thomas Mann, met tussen de beide initialen het dichter-instrument bij uitstek: de lier.
3. Rug van de tweede band van het boek Der Zauberberg van Thomas Mann.
4. Rug van de eerste band van de Nederlandse editie van De Tooverberg.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *