Hoewel na het heengaan van de Duitse componist Richard Strauss (1864-1949), die onder meer bekendheid heeft genoten als de laatste romanticus, nog diverse andere grootheden uit de wereld van de cultuur – die door de huidige barbaren die in Den Haag deel uitmaken van de regering vakkundig om zeep gebracht dreigt te worden – eveneens met hetzelfde epitheton ornans zijn onderscheiden, blijft de man, ook meer dan zes decennia na zijn verscheiden, terecht met die stroming in de muziekgeschiedenis verbonden.
Het Belgische radioprogramma Scala, dat gewoonlijk des zaterdags vanaf 20:00 uur wordt uitgezonden, biedt op 14 mei niet alleen de complete opera Elektra van die componist, geschreven in de jaren 1907/08, in première gegaan in 1909; dit muziekdrama wordt direct gevolgd door nog vier andere, instrumentale composities van dezelfde meester: diens Concert in D voor hobo en kamerorkest; het Strijkkwartet in A, opus 2 (1880); en het Pianotrio in D (1878). Tot besluit van deze reeks Strauss-stukken is het de bedoeling dat diens Sonate voor cello en piano wordt uitgevoerd. Dat laatste kan nog als een jeugdwerk worden aangemerkt, aangezien de componist eraan is begonnen toen hij zestien jaar oud was. In de jaren 1880/81 werd de eerste versie geschreven, in de jaren 1882/83 heeft de componist een revisie gerealiseerd. Het bovengenoemde Pianotrio in D werd gerealiseerd toen de componist veertien jaar oud was, net als Gustav Mahler en diens onvoltooide Pianokwintet; doch een jaar eerder had hij reeds een pianotrio in A geschrevcn, dat, net als het eerder genoemde, geen opusnummer heeft gekregen.