Het onvergankelijke Vioolconcert van Pjotr Iljitsj Tsjajkovski

Dirigent Martin André leidt het Noord Nederlands Orkest op 9 maartNog meer symfonische muziek van rond 1900
In Noord-Nederland heeft niet alleen de afgelopen maanden relatief veel symfonische muziek geklonken, die rond 1900 is ontstaan, ook de komende periode, tot eind mei, zal het Noord Nederlands Orkest deze trend nog continueren met werken van onder anderen Tsjajkovski, Brahms, Rachmaninov, Elgar, Wagner en Stravinski. Dat begint op 9 maart met slechts één uitvoering — alleen die dag en alleen in Groningen — van Tsjajkovski’s Vioolconcert uit 1878, gevolgd door een werk van de hedendaagse Engelse componist Peter Maxwell Davies (geb.1934), wiens werken in onze contreien erg weinig worden geprogrammeerd.

Het NNO heeft ervoor gekozen zijn Achtste Symfonie, Antarctica, uit te voeren. Dit programma wordt alleen in de grote zaal van Cultuurcentrum De Oosterpoort te Groningen gespeeld. Voor die gelegenheid zal het Noord Nederlands Orkest worden gedirigeerd door Martin André. Solistische medewerking komt in de persoon van de violist Nikolay Madoyev.

Pjotr Iljitsj Tsjajkovski: Concert voor viool en orkest in D gr.t., opus 35 (1878)

Orkestbezetting: 2 fluiten, 2 hobo’s, 2 klarinetten, 2 fagotten, 4 hoorns, 2 trompetten, pauken en strijkers.

1. Allegro moderato — 2. Canzonetta; andante — 3. Finale: Allegro vivacissimo.
(Deel 2 gaat zonder onderbreking over in de finale. Speelduur ca. 33 minuten)

Gelukzaligheid
Pjotr Iljitsj Tsjajkovski verkeerde in een opgewekte stemming ten hij zich in de lente van 1878 in het Zwitserse Clarens aan het Meer van Genève ophield. In een brief van de componist uit die tijd staat, dat hij voelt dat hij tijdens het componeren in een dergelijke stemming de ‘werkdruk’ geheel en al verliest en ook dat hij zelfs zoiets als gelukzaligheid ondergaat. Hij heeft zijn Vioolconcert dan ook in een tijdbestek van minder dan vier weken — tussen 17 maart en 11 april van dat jaar Pjotr Iljitsj Tsjajkovski, tekening van Jarko Aikens, 1985 (archief Heinz Wallisch) gerealiseerd. Voor dat snelle werken ligt de verantwoordelijkheid mede bij violist Iosif Kotek (1855-1885), een vroegere theorie-student van Tsjajkovski, die tevens als tussenpersoon fungeerde voor de componist en zijn rijke weldoenster Nadjezjda von Meck (1831-1894). Begin 1877 had Tsjajkovski voor Iosif Kotek zijn Valse-Scherzo, opus 34 gecomponeerd. En samen met hem speelde Tsjajkovski in Clarens het toen nog tamelijk nieuwe Vioolconcert — de Symphonie espagnole (opus 21 uit 1875) — van Édouard Lalo (1823-1892), waarbij Tsjajkovski als pianist de orkestpartij voor zijn rekening nam. Verder hebben de twee heren vanaf de eerste dagen van april alle schetsen van Tsjajkovski’s Vioolconcert samen doorgewerkt. De jonge virtuoos was voor de componist daarbij tot grote steun: hij kon nauwkeurig aangeven welke mogelijkheden een violist waren gegeven, en ook wat de componist eventueel nog zou moeten aanpassen om de speelbaarheid hetzij te vergroten of deze zelfs eerst mogelijk te maken. Hoewel Iosif Kotek vijftien jaar jonger was dan de componist, is deze uitermate begaafde violist reeds in 1885 gestorven.

Strubbelingen
De van oorsprong Hongaarse vioolvirtuoos Leopold Auer (1845-1930) woonde al tien jaar in Rusland, waar hij, onder meer als muziekpedagoog aan het Petersburgse Conservatorium, in zijn onderhoud voorzag. Het lag in de bedoeling dat Auer de eerste uitvoering zou presenteren van Tsjajkovski’s Vioolconcert, nadat de componist zijn Serenade mélancolique in b Iosif Kotek ten tijde van zijn afstuderen aan het Moskous Conservatoriumklein, opus 26 (1875) reeds voor hem had geschreven. Maar Auer wees uiteindelijk het concert van de hand, waarschijnlijk omdat hij het te moeilijk vond. (Meer vioolconcerten uit die periode werden door grote virtuozen als onspeelbaar afgestempeld, zoals ook dat van Brahms door Joachim.) Toch zou hij later alsnog een hartstochtelijk bewonderaar en gloedvol vertolker van deze compositie worden.
Al die strubbelingen hadden echter tot gevolg dat de eerste uitvoering wat langer op zich zou laten wachten. Het feit dat Leopold Auer het concert niet wilde accepteren, betekende ook dat geen enkele andere beroemde violist het nog durfde aan te nemen. Toen er kort daarna twee jonge violisten waren, die interesse voor Tsjajkovski’s concert toonden, werden ook zij afgeschrikt. Het verhaal gaat dat Leopold Auer één van die beiden, de Franse vioolvirtuoos Emile Sauret (1852-1920), persoonlijk heeft ‘omgepraat’. Het was uitsluitend Adolf Brodski (1851-1929) die zich door niets en niemand van de wijs liet brengen, al wachtte hij toch nog tot 4 december 1881, alvorens het in de hoofdstad van de Oostenrijks-Hongaarse monarchie inLeopold Auer zou aanvankelijk de eerste uitvoering geven van Tsjajkovski’s Vioolconcert première te geven met de Wiener Philharmoniker onder Hans Richter. Uit dankbaarheid heeft Tsjajkovski de partituur toen maar aan Brodski opgedragen. Bijzonder detail in die context is dat er sedertdien twee gelijke versies van het vioolconcert bestaan met verschillende opdrachten, want de componist had het opus in eerste instantie wel aan Leopold Auer opgedragen.

Publiek en kritiek
Een succes werd de Weense uitvoering overigens niet. Publiek en kritiek waren uitermate afwijzend. De professionele kritiek bestond voornamelijk in die éne persoon van, de in die dagen in Wenen onvermijdelijke, Eduard Hanslick (1825-1904), dezelfde man die vrijwel zonder uitzondering de symfonieën van Anton Bruckner met de grond gelijk heeft gemaakt en daartegenover Johannes Brahms de zevende hemel in heeft geprezen. Hoewel Hanslick in principe Tsjajkovski niet negatief gezind was, werd diens Vioolconcert door hem omschreven als een vreemd mengsel van originaliteit en grofheid, van inspiratie en gruwelijk Adolf Brodski durfde het razend moeilijke concert uiteindelijk wel aanraffinement, en hij gebruikte het begrip “hoorbare, onwelriekend-Russische geur”. Deze kwalificaties moeten Tsjajkovski diep hebben gegriefd; hij kon ze de resterende vijftien jaar van zijn leven steeds woord voor woord citeren. Doch niet al te lang na het debacle in Wenen werd het concert in Londen een enorm succes en is het van daaruit de zegetocht over de globe begonnen, die tot in ons tijdperk onverminderd overeind is gebleven.

Dirigent Martin André en solist Nikolay Madoyev
Hoewel alle dirgenten en tevens alle solisten, althans volgens die korte biografische schetsen in programmaboekjes van geluidsdragers en in orkesttijdschriften, tot de topklasse behoren, moet er in veel gevallen toch sprake zijn van enig, zo niet veel, praktische kunnen als zoiemand met succes een zwaar studietraject met goed gevolg heeft afgelegd. Dirigent Martin André heeft aan de Cambridge University gestudeerd, — van welk instituut Tsjajkovski in zijn sterfjaar een eredoctoraat heeft ontvangen; zie de foto van de componist in 1893 in deze krant, als opening van onze bijdrage op zondag 11 februari jongstleden — en voorts aan de Yehudi Menuhin School. Zijn uiterst succesvolle operacarrière begon met een kamerversie van Verdi’s Aida bij de Welsh National Opera; daarna heeft hij als enige dirigent optredens bij alle grote Britse operagezelschappen gerealiseerd. In het lopende seizoen zal Martin André, naast zijn optreden met het NNO, ook als gastdirigent werken van het Filharmonisch Orkest in het Noorse Bergen en van het Nationale Orkest van Porto in de nieuwe concertzaal van die plaats.
De solist in Tsjakovski’s Vioolconcert, Nikolay Madoyev, werd in 1973 in het Armeense Jerevan geboren. Als gevolg vanéén concert met het Noord Nederlands Orkest een bijzonder gedegen opleiding bij vioolpedagoog Zachar Bron werd de jonge virtuoos al vroeg winnaar van het Internationale Vioolconcours in het Poolse Lublin. Vanaf zijn zestiende, na een optreden met dirigent Valery Gergiev tijdens het Schleswig-Holstein Festival, ging het snel bergopwaarts met de carrière van violist Nikolay Madoyev. Met de beste symfonieorkesten ter wereld heeft hij sedertdien optredens verzorgd. In Nederland speelde hij al met het Nederlands Philharmonisch-, het Rotterdams Philharmonisch- en met het Radio Kamer Orkest.

Feiten en Legenden
De intensieve, zij het uitsluitend epistolaire, contacten — al willen veel kitschschrijvers en dito filmers u graag anders doen geloven — tussen Nadjezjda von Meck en Pjotr Iljitsj Tsjajkovski zijn in 2004 nog bijeengebracht in een Franse biografie, getiteld La baronne et le musicien, door de veelzijdige Henri Troyat, die dezer dagen op 95-jarige leeftijd is overleden. (Naders daarover in ons artikel van maandag 5 maart 2007.) Er zijn ruim 1200 brieven bekend, die tussen de beide correspondenten zijn uitgewisseld.
Een populaire film van ruim anderhalf uur uit 1939, waarin het thema van de relatie tussen de componist en zijn gulle, adellijke mecenas Nadjezdja von Meck op overgeromantiseerde wijze voor het voetlicht wordt gebracht, werd geregisseerd door, de ooit Duitse filmpionier, Carl Froelich (1875-1953). De rol van mevrouw Von Meck wordt daarin vertolkt door Zarah Leander (1907-1981), en Tsjajkovski krijgt gestalte in Hans Stüwe (1901-1976), beiden toen inmiddels oud-gedienden van het witte doek. Deze film, met de titel Es war eine rauschende Ballnachtdie in de tweede helft van de jaren vijftig de Nederlandse bioscopen opnieuw heeft aangedaan, en later nog enige malen via het publieke Bundesdeutsche Bildschirm te zien is geweest — houdt de legende van een hartstochtelijke relatie nadrukkelijk in stand, mede doordat in een echtelijke ruzie tussen de Von Mecks deze verbintenis aan de orde komt. De film is als DVD beschikbaar sedert november 2003. Niet alleen Zarah Leander, maar ook de in en buiten nazi-Duitsland razend populaire Marika Rökk appelleert vooral aan het buikgevoel van de kijker; die laatste was, zeker vanuit onze tijd bekeken, niet bepaald begiftigd met een enigszins aanvaardbaar acteertalent. Een in menig opzicht dubieus product! Terwijl het orkest zijn laatste symfonie in de concertzaal speelt, ligt de componist in een aangrenzend vertrek te creperen van de cholera; desondanks heeft hij uitsluitend nog aandacht voor de muziek: “Wo bleiben die Posaunen?!” klinkt het herhaaldelijk uit zijn ernstig Voorzijde van het boek 'Tribunal d’honneur' van Dominiqiue Fernandezverzwakte mond. Het is een film geworden, die bij de oosterburen — en zeker in het Duitsland ten tijde van de extremistische, dagelijkse waanzin, waarmee alle nazistische groeperingen eigen volk en vaderland steeds meer hebben vergiftigd — voor verstrooiing heeft gezorgd niet alleen ondanks, maar waarschijnlijk juist dankzij, een dergelijke verbijsterende verkitsching, die alle vormen van werkelijkheid alleen maar geweld heeft aangedaan. (1)

Tegenspel
Hoewel Harold Schoenberg, muziekcriticus van de New York Times ruim drie decennia geleden reeds een groot artikel heeft gepubliceerd — dat toen tevens in Nederland door de Volkskrant is overgenomen — waarin hij aangeeft dat Tsjajkovski helemaal niet was overleden aan de cholera, maar vanwege zijn homoseksualiteit voor een eretribunaal had moeten verschijnen en daar te horen zou hebben gekregen hoe hij zijn reputatie nog enigszins zou kunnen redden, wordt er toch ook in onze tijd nog steeds vehement vastgehouden aan het cholera-verhaal, en zijn er ook thans nog steeds fervente tegenstanders van de theorieën over Tsjajkovski’s seksuele geaardheid, al is er inmiddels voldoende bekend om wel te twijfelen aan die besmetting, maar geenszins aan zijn erotische voorkeuren.
Er is in 1997 een roman verschenen van Dominique Fernandez (geb. 1929) , die dit thema als onderwerp heeft, en reeds in de titel wordt naar dat bewuste tribunaal verwezen: Tribunal d’honneur. Deze auteur heeft zich na zijn zogenaamde outing in 1974 intensief beziggehouden met het thema homoseksualiteit, voornamelijk in verband met de wereld der kunsten. In dat kader past Tsjajkovski met zijn raadselachtige en plotselinge dood.
In de roman fungeert Sint Petersburg ten tijde van Tsaar Alexander III als decor voor een staatsmisdaad, die in den brede wordt uitgemeten. Fijntjes wijst de auteur van de omslagtekst erop dat — nu de archieven zijn vernietigd en de identiteit van de rechters in kwestie onbekend is, en als gevolg daarvan de geschiedenis geen stem meer kan verheffen — alleen een romancier de omvang van een dergelijk bedrog nog aan het licht kan brengen. Het boek is voorzien van een plattegrond van Sint Petersburg, gespreid over twee pagina’s, met daarop de adressen van de voornaamste personages. Achterin vindt men een Index van bijna negen bladzijden met alfabetisch gerangschikte namen van personen — ‘historiques ou fictifs’ — waarover summiere, nadere gegevens worden verstrekt. Nadjezjda von Meck wordt er wel in vermeld, de drie violisten, die met Tsjajkovski’s concert in verband worden gebracht, komen daar niet in voor.

*****

(1) Vele helden en heldinnen van het witte doek hebben een al dan niet door henzelf gewenste functie vervuld als idool in dienst van Hitler. Een driedelige, documentaire reeks over Duitsers, die hun sterstatus danzkij, of ondanks het Hitler-regime hebben verworven, wordt uitgezonden door het tweede publieke Duitse televisienet ZDF. De eerste aflevering van de trilogie Hitlers nützliche Idole zal worden uitgezonden op dinsdag 6 maart tussen 20:15 uur en 21:00 uur. Die gaat over Heinz Rühmann – Der Schauspieler. De beide volgende delen volgen op 13 en 20 maart.

*****

Dominique Fernandez: Tribunal d’honneur — roman. 512 pag., grote paperback; Éditions Bernard Grasset, Paris, 1997; ISBN 2-246-52501-2. (De prijs van deze editie zal rond de 25 euro liggen.)

*****

Afbeeldingen
1. Dirigent Martin André leidt het Noord Nederlands Orkest op 9 maart.
2. Pjotr Iljitsj Tsjajkovski, tekening van Jarko Aikens, 1985 (archief Heinz Wallisch).
3. Iosif Kotek ten tijde van zijn afstuderen aan het Moskous Conservatorium.
4. Leopold Auer zou aanvankelijk de eerste uitvoering geven van Tsjajkovski’s Vioolconcert.
5. Adolf Brodski durfde het razend moeilijke concert uiteindelijk wel aan.
6. Violist Nikolay Madoyev: één optreden met Tsjajkovski’s concert te Groningen, begeleid door het Noord Nederlands Orkest.
7. Voorzijde van het boek Tribunal d’honneur van Dominiqiue Fernandez.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *