Péladans ultieme decadente zonde van en voor Thierry Baudet.

Angst voor agressieve feminisering en castratie, een vermeende teloorgang van het vermogen van de jongste generatie om de door de voorvaderen geschapen cultuur-uitingen op waarde te schatten en eigen te maken, een verlangen naar een mythische tijd waarin mannen nog mannen waren en vrouwen vrouwen, waarin klassieke muziek het lezen van Vergilius begeleide en de … Lees verder “Péladans ultieme decadente zonde van en voor Thierry Baudet.”

Wie is wie in Toorops De sfinx (1892)?

Ik weet niet of dit bekend is, kan er niets over vinden, dus bij deze een mogelijk aardig detail aangaande het grootste Nederlandse symbolistische schilderkunstige meesterwerk. In de zomer van 1970 haalt Hermine Schuijlenburg in een gesprek met Dick Veeze herinneringen  op aan de mensen in de kringen rond Toorop en De Nerée rond 1900. … Lees verder “Wie is wie in Toorops De sfinx (1892)?”

Karel de Nerée Il y a la chute grande (1900-’01)

De val is eindeloos Het eeuwig dode De begraven ondergang Van eindeloze tijden. Mijn ziel is de vonk Essentie aller vonken De eeuwige hostie Waaruit mijn handen Godvrezend gevouwen Teer leven bevrijden Door de dorre val Van verstilde tijden. Mijn ziel is een vonk Een vergulde vonk Aanbeden Door mijn bleke handen Heilig bleek Als … Lees verder “Karel de Nerée Il y a la chute grande (1900-’01)”

Hello, hello, I’m back again: meer onbekende tekeningen van René Gockinga

Daar zijn we weer, hello, hello, I’m back again. Ik heb besloten rond1900 toch weer aan te slingeren of beter gezegd, er zelf weer voor te schrijven, de site bestond immers gewoon nog. Niet omdat ‘het bloed kruipt waar het niet gaan kan’ of omdat ik niet zonder kon, maar gewoon omdat het toch wel … Lees verder Hello, hello, I’m back again: meer onbekende tekeningen van René Gockinga”