‘Sander,’ vroeg Toto mij gister, toen wij zittende bij het haardvuur Ziggy Stardusts Rock ‘n’ Roll Suicide luisterden, ‘jij kan zo prachtig vertellen, en nog prachtiger kan jij van die enige lijstjes maken. Vertel me nu eens, wie zijn eigenlijk de meest tragische, ja, de meest rock ‘n’ roll-achtige zwartromantisch-decadente sterfgevallen uit het fin de siècle?’
1. Petrus Borel. Bijgenaamd ‘de weerwolf’. Schreef prachtig gruwelijke verhalen. Stierf in Algerije aan een zonnesteek. Waarschijnlijk met opzet.
2. Aubrey Beardsley. Een rock ‘n’ roll-held. Voelde zijn dood al vanaf zijn zevende aankomen, wat hem een erg tot zeer tragisch levensgevoel gaf. Stierf op 26-jarige leeftijd.
3. Carel de Nerée tot Babberich. Zie vorige. “A classic example of a fin-de-siecle decadent genius who died young’, zoals Wikipedia ons meldt. (Wie zou dat in hemelsnaam geschreven hebben?).
4. Jean Lorrain. Drag-queen avant la lettre, liefhebber van drugs, waaraan hij uiteindelijk stierf.
5. Stanislas de Guaita. Occult figuur uit het Parijs van de jaren 1890. Morphineliefhebber. Wat hem vanzelfsprekend de das om deed op 36-jarige leeftijd.
6. Eduard Dubus. Dubus was ‘Much admired by fellow poets, Dubus was plagued by insanity, occult delusions and drug addiction, and, on release from an insane asylum, was found dead from a morphine overdose’.
7. S.G. van der Vijgh. Wie kent deze Nederlandse auteur nog? Schreef de roman De Hinderpaal (1898). Min of meer godsdienstwaanzinnig geloof ik. Zelfmoord op 23-jarige leeftijd. Alhier meer.
8. Ernest Dowson. Alchol, 32 jaar. Hoe verschrikkelijk.
9. Frits Roosdorp. Hield erg van kleine jongetjes en meisjes. Stierf, naar ik meen aan tbc, op 24-jarige leeftijd.
10. Arthur Rimbaud. Uiteraard.
Oh, gaan we het koketteren met het fin-de-siècle, dat vele iconen der Sixties kenmerkte, nu omdraaien?
Huh? Dat het findesiecle koketeerde met de 60s?
En 70s trouwens:
https://rond1900.nl/?p=281
https://rond1900.nl/?p=248
[met excuses voor de infantiele verwoordingen van destijds]
Nee, dat je fin-de-siècle iconen nu gaat spiegelen aan de zelfbevlekkerige pseudo-tragiek uit de Sixties.
Oh, neen hoor. Het was slechts een narratieve inleiding voor een min of meer losstaand verhaal.
Wat betreft de al-dan-niet artistiek verantwoorde roots van punkmuziek – zie vooral ook Lipstick traces van Greil Marcus.
Je zegt “Oh, neen hoor.”, maar je doet het dus mooi wel.
Maar je hebt natuurlijk gelijk dat de Seventies niet veel beter waren.
Yep.
Ook is er nog dat malle boek over situationisme (een miniscule pagina in het culturele geschiedenisboek) en punk, waarvan titel en auteur (engelsman van Englands dreamin dacht ik) me ontschoten zijn. Maar dat heeft met 1900 niet veel meer te doen
http://nl.wikipedia.org/wiki/Situationisten:
“In Lipstick traces: a secret history of the 20th century (Secker & Warburg, 1989) behandelt Greil Marcus de situationistische beweging in de context van avant-gardistische kunststromingen en hun invloed op culturen als de punk. Bij uitgeverij IJzer verscheen een vertaling met een ruime keuze uit beginteksten uit de situationistische beweging onder de titel Rue Sauvage.”
… en de nodige literatuurverwijzingen. Enge clubjes!
En England’s Dreaming staat op naam van Jon Savage, er is zelfs een revised edition van verschenen.