De biografie
Afgelopen maandag promoveerde Eva Rovers aan de Rijksuniversiteit Groningen op haar proefschrift De eeuwigheid verzameld, een biografie van Helene Kröller-Müller; koopmansvrouw, kunstverzamelaarster, en ooit de rijkste vrouw van Nederland. Ik ben mij nog door de 600 pagina’s tellende pil aan het worstelen (al blijkt dat verre van vermoeiend), maar na het lezen van het eerste hoofdstuk en op basis van hetgeen Eva Rovers tijdens haar lekenpraatje voorafgaand aan haar promotie vertelde, durf ik alvast te beloven dat het boek uw 45 euro meer dan waard zal zijn. Ten eerste leest het bijna als een roman en ten tweede worden er allerlei raadsels omtrent het leven van Helene in opgelost die tot op heden de gemoederen bezig hebben gehouden. Hoe dat kan? Rovers heeft de beschikking gehad over een uiterst informatieve bron. Als eerste en enige kreeg zij namelijk inzage in de zogenaamde ‘kist van Van Deventer’, een kist met ruim 3400 brieven van Helene Kröller-Müller aan Sam van Deventer, een veel jongere man met wie Helene een intieme relatie onderhield. In de biografie kunnen we lezen hoe diep de liefde ging en krijgen we inzicht in alle zielenroerselen die Helene met Sam deelde. Bovendien komen we erachter wat de beweegredenen van Helene zijn geweest om op een bepaald moment te besluiten haar leven geheel in dienst van de beeldende kunst te stellen en een museum achter te laten aan het Nederlandse volk. Dit is de centrale vraag die Eva Rovers zich in haar proefschrift heeft gesteld.
De documentaire
Naar aanleiding van het verschijnen van de biografie is een documentaire gemaakt over Helene Kröller-Müller. Deze wordt vertoond in de tentoonstellingsruimte van het Kröller-Müller Museum, waar, eveneens naar aanleiding van de biografie, een tentoonstelling is ingericht met de titel ‘De mannen van Helene’. Allereerst iets over de film, die kunstzinnig en informatief tegelijk is. De 50 minuten durende documentaire geeft zowel inzicht in de totstandkoming van de biografie en de vele documenten die Eva Rovers heeft kunnen raadplegen als in het leven van Helene. We krijgen de brieven van Helene aan Sam van Deventer te zien, geschreven in een feilloos handschrift dat iedere onderzoeker zich wenst. We zien het dagboekje dat Helene als tiener bijhield, waarin ze schrijft over de geloofscrisis waar ze toen in verkeerde. Er komen (komieke, maar ook verbitterde) nazaten van de familie Kröller-Müller aan het woord, die enige tipjes van de sluier oplichten omtrent Helenes complexe relatie met haar dochter. We krijgen een inkijkje in de privévertrekken van Helene in het jachthuis Sint Hubertus; het blijkt dat zij altijd half zittend sliep in een bedstee van 1.50 meter lang. De camera voert ons ook langs de fundamenten van het enorme museum dat Henri van de Velde ontworpen had, en dat er ook zou zijn gekomen mits het familiebedrijf Müller & Co. niet in de schulden zou zijn geraakt. En we bezoeken de graven van Anton en Helene, eenzaam gelegen op de veluwe, maar waar merkwaardig genoeg op nog geen 3 meter afstand nog een derde graf ligt… dat van Sam van Deventer. De documentaire wordt op 4 januari ook op televisie uitgezonden bij Het Uur van de Wolf. Gaat dat zien.
De tentoonstelling
En dan de tentoonstelling. Gaat ook dat zien, raad ik u aan. De titel ‘De mannen van Helene’ duidt op de vier belangrijkste heren uit het leven van Helene, die elk in één van de vier tentoonstellingszalen centraal staan. We beginnen bij Anton Kröller, de zakenpartner van Helenes vader, waarmee Helene trouwde ten gunste van het bedrijf. Hij maakte het Helene in financieel en praktisch opzicht mogelijk om geregeld naar Parijs af te reizen en daar zoveel schilderijen te kopen als haar hart begeerde. In de tweede zaal staat Sam van Deventer centraal, de zielsverwant met wie Helene alles deelde en die haar de liefde gaf waaraan het in haar strategische huwelijk wellicht ontbrak. De derde zaal is gewijd aan H.P. Bremmer, de kunstpedagoog die Helene inwijdde in de kunstwereld en haar smaak hielp ontwikkelen. En tot slot komen we bij Henri van de Velde, de Belgische architect die voor Helene een ‘kathedraal voor de kunst’ ontwierp waarin zij de ‘eeuwigheid’ die ze verzameld had aan het Nederlandse volk hoopte te kunnen tonen.
In de vier tentoonstellingszalen zijn niet alleen foto’s en egodocumenten te zien, wat misschien op grond van de titel verwacht wordt. Naast de dagboeken, een aantal uitvergrote brieven en DE kist van Van Deventer, waarin Sam de 3400 brieven van Helene aan hem jaren lang als schatten bewaarde, worden in deze expositie namelijk ook een aantal kunstwerken getoond dat normaal niet in de vaste collectie is opgenomen. Een tekening van Johan Thorn Prikker bijvoorbeeld, aan wie nu overigens ook een tentoonstelling wordt gewijd in het Museum Boijmans-Van Beuningen, en een reeks tekeningen van Odilon Redon, waar H.P. Bremmer Helene van heeft leren houden. Tot slot zijn er ook de ontwerptekeningen en een maquette van Van de Veldes museumontwerp te zien. Dat is zo’n imposant gebouw dat je je afvraagt of het met alle kunst die Nederland rijk is niet nog steeds half leeg zou staan.
De biografie: Eva Rovers, De eeuwigheid verzameld. Helene Kröller-Müller 1869-1939. Amsterdam: Bert Bakker 2010.
De documentaire is op 4 januari om 23.00 uur te zien bij Het uur van de wolf op Nederland 2.
De tentoonstelling ‘De mannen van Helene’ in het Kröller-Müller Museum loopt nog tot 27 februari.