Hoe gevierd Herman Robbers (1868-1937) als romanschrijver ooit moet zijn geweest, valt af te leiden uit zijn boekproductie in 1901. Dat jaar verlieten maar liefst drie boeken de drukkerij van zijn vader (Jac. G. Robbers): de eerste druk van de ‘Rotterdamsche’ roman De bruidstijd van Annie de Boogh, de verhalenbundel Een kalverliefde, De verloren zoon & De vreemde plant en de derde druk van de – in Amsterdam gesitueerde – roman De roman van Bernard Bandt (1897).
De laatste boekband ontstond op de tekentafel van de graficus W.O.J. Nieuwenkamp (1874-1950). Het gelijkaardige ontwerp van Een kalverliefde, onder het pseudoniem Phocius verschenen, verschaft ons helaas geen duidelijkheid omtrent de maker. Heeft Nieuwenkamp daar eveneens op zitten ploeteren? Wie weet er meer?
Zie ook http://www.wojnieuwenkamp.nl.
Dat van die band weet ik niet. Wel dat bij mijn beste weten Een Kalverliefde etc. eerstens in 1895 verscheen, als ik zo wijsneuzig mag zijn.
Het vreemde is dat de boekband 1901 vermeld…
Zal dan een latere binding zijn. Wel curieus ja.
Een eerdere band ben ik nog niet tegengekomen. Laat de eventuele bezitter zich s.v.p. bekend maken.
Wat staat er dan op de titepagina van jouw ex, toch ook 1895? Mijn ex. uit 1895 is helaas hergebonden in suf halflinnen privebandje
1895. Maar dat hoeft toch niet per se te betekenen dat het ook dat jaar op de markt werd gebracht? Misschien is het blok wel enkele jaren op de plank blijven liggen.
Overigens, mijn exemplaar, hier afgebeeld, komt uit de toko van Schuhmacher, die het me lang geleden voor een eerste – officiële – druk hebben verkocht.
Hoeft niet, maar in dit geval toch echt wel. Is zijn debuut, verschenen in 1895. Recensies oa in De Hollandsche Revue I (1896), p. 194-201, Nederlandsche Spectator 16-11-1895, Elsevier’s maandschrift 1895-II p. 564ff, Tijdspiegel 1896-I, p. 317-319, Nederland 1895 III p. 351, Kroniek 10 november 1895.
Ik ben overtuigd. Daarom herdefinieer ik m’n stukje tot: ‘Wie ontwierp in 1901 de tweede (?) band van ‘Een kalverliefde’?, en breid ik het uit tot: ‘Hoe zag de eerste druk (uit 1895) er uit?’, en dan natuurlijk weer: ‘Wie ontwierp de band van die eerste druk?’.
L.S.
We moeten tot de conclusie komen dat de drie in 1901/1902 bij Robbers uitgegeven boeken van Herman Robbers (Phocius) een band van WOJ Nieuwenkamp hebben. Ernst Braches schaft hierover informatie in zijn Nieuwe Kunst Toegepaste grafiek en Documentatie. Als volgt (met dank aan Braches):
Nr 1517. Een kalverliefde….Robbers 1895, op de band onderaan staat echter…1901. Band (voorzijde, rug) door Nieuwenkamp. Brinkman: …nieuwe uitgave 1901….
Nr 1519. De roman van Bernard Bandt. Derde druk. Band (voorzijde, rug), titelhoofd door Nieuwenkamp.
Nr 1522. De bruidstijd van Annie de Boogh. Derde druk. …1902…Band (voorzijde, rug) door Nieuwenkamp.
Opmerkelijk is dat de hierboven afgebeelde band van Een kalverliefde voor zover ik kan zien niet gesigneerd is. (Ook niet op de rug?) Vrijwel altijd signeerde Nieuwenkamp zijn omtwerpen met zijn initialem WOJN. Op mijn exemplaar van De roman van Bernard Bandt zijn de vier letters aan de onderzijde van het ontwerp geplaatst. De bruidstijd van Annie de Boogh bezit ik niet. Ik weet dus niet of die band gesigneerd is.
Verder meldt Braches nog dat vanaf 1911 de banden van Herman Robbers’ latere drukken zijn ontworpen door George Rueter.
Over de vroegere drukken heb ik geen informatie.
Veel dank voor alle info. Ook op de rug is er helaas geen handtekening te vinden. Ik ga dus nog es wat dieper spitten.