Over een heel vroeg zelfportret van Jan Toorop

Tijd om de portemonnee te trekken. Althans, voor diegenen die er een van die omvang hebben: er komt weer een aardige veiling bij Christie’s aan. Om misverstanden te voorkomen: uw voor zijn dagelijks brood  in de culturele sector ploegende studeerkamerdecadent met een gemiddeld maandelijks kunstbudget van 25 euro is daar bepaald geen vaste klant, maar kijken kan natuurlijk altijd.

Tijdens deze veiling, op 13 mei, komt een aantal zeer aardige rond-1900-gerelateerde werkjes onder de hamer, waarvoor wij natuurlijk even naar Zuid fietsten om die voor ons kunstgenoegen te aanschouwen. Bijvoorbeeld een mooi vrouwenportret van Armand Point uit 1893 (nr. 193), getaxeerd 5-7000. Als je flink spaart nog bijna te betalen, gesteld dat de prijs niet al te veel omhoogschiet. Point was een kunstbroeder van Leonard Sarluis, die hier onlangs prominent figureerde.  Wel schattig op een Couperus-, Henry James-achtige wijze is numero 198, ‘The carriage ride’ van L.J. Passini uit 1873. Voor de in het symbolisme geïnteresseerden is er ‘Echo’ van Antoon van Welie uit 1908 (nr. 230). Daarnaast zijn er nog reuze aardige Israëlsen, Mauves, Apols, enzovoort.

Het meest opvallend is wat ons betreft echter nummer 259: een heel vroeg zelfportret van Jan Toorop. Vervaardigd in 1881, met waterverf en krijt, en het meet 31 x 24 cm. Nu ben ik geen Toorop-expert, maar wel een liefhebber.  En ik meende alles wat Toorop vóór 1900, 1902 – wellicht zijn mooiste periode – had gemaakt wel gezien te hebben, maar dit werk komt me onbekend voor.

Uit de beknopte beschrijving begrijp ik dat het ook maar twee keer is geëxposeerd, in 1941 en 1957 – en da’s wel even geleden. Het is geen symbolistisch werk, maar wel een mooi portret van de jonge kunstenaar. Nog zonder dat typerende baardje. Het zal dunkt me geschilderd zijn in een werkplaats van de Amsterdamse Akademie, die hij in 1882 verliet om zich vervolgens, samen met Antoon Derkinderen, in te schrijven als leerling van de Brusselse Akademie van Schoone Kunsten.

Over Derkinderen gesproken: het palet van Toorops zelfportret doet me enigszins denken aan zijn werk uit die tijd. Ik althans, associeerde het met een waterverflandschapje van hem uit 1881, dat ik onlangs bij een kunstminnende particulier mocht aanschouwen. Enige jaren later, in 1884, zou de Société des Vingt opgericht worden, de ‘XX’ waarvan Toorop in 1885 lid werd en waarna zijn schilderkunstige carrière echt een aanvang kon nemen.

We zijn intussen benieuwd aan wie deze vroege Toorop afgeslagen gaat worden. Ik zou zeggen: stuur er het Rijksmuseum op af, dat wel enige aanvulling op zijn collectie uit deze periode kan gebruiken.

Lees ook:  Een gedicht voor Antoon Derkinderen

Zijn eerste symbolistische werken, zoals door B. Spaanstra-Polak die in haar welbekende Het Symbolisme in de Nederlandse Schilderkunst heeft gedefinieerd, zou Toorop in 1886 vervaardigen. In de vrij uitputtende bijlage bij deze studie, de ‘Catalogue raisonné der symbolistische werken van Jan Toorop’, is dit portret niet te vinden. Sowieso moest ik me behelpen tijdens de mini-research voor dit stukje: een goede biografie, monografie, een Leven en werken, noem maar op, van een van onze  – niet alléén in onze opinie –  grootste en belangrijkste schilders ontbreekt ten enenmale.

En dat is, zeg ik nu wel op persoonlijke titel, een grote lacune en typisch Nederlands. We zijn wat dit betreft een cultuurbarbaristisch landje. Waar zijn nu die dikke monografieën, bij voorkeur incluis catalogue raisonné, van, om me tot ‘onze’ periode te beperken, kunstenaars als Henricus, Jan Veth, Derkinderen, P.C de Moor, Verster, Dijsselhof, enzovoort? Nu wordt deze lacune de laatste jaren gelukkig een klein beetje opgevuld: er is de uitvoerige Van Konijnenburg-studie, en Thorn Prikker en Colenbrander krijgen ook de aandacht en boekwerken die ze verdienen. Een moderne biografie van Mondriaan, immers voor 1900 begonnen, is ook in de maak. Aan De Nerée werkt uiteraard uw eigenste studeerkamerdecadent.

En… Toorop krijgt óók die welverdiende studie en oeuvre-overzicht! Volgens de catalogus van Christie’s namelijk, is het portret ’to be included in the Catalogue  Raisonné on the artist’s work, currently being prepared by mr. G. van Wezel’. En dat is niet alles. Er komt ook weer een grote Toorop-expo aan! Mogelijk gemaakt dankzij de noeste arbeid van diezelfde meneer van Wezel. Begin 2016 zal het belangrijkste werk van Jan Toorop in het Gemeentemuseum, Den Haag te zien zijn; vervolgens zal de tentoonstelling doorreizen naar Musée d’Orsay: hoera!

Wij zijn in ieder geval zeer benieuwd naar de ons in het vooruitzicht gestelde Toorop-catalogus. Mocht u overigens in de tussentijd nog op mogelijk onbekende, tweederangs Toorop-imitaties stuiten van vergeten kunstenaars, dan kunt u die sturen naar ondergetekende, om opgenomen te worden in de semi-officiële rond-1900-catalogus van de meer obscure goden. Dank u. En veel succes met bieden ook uiteraard.

3 gedachten over “Over een heel vroeg zelfportret van Jan Toorop”

  1. als verzamelaar van jan toorop, had ik wel ’n zw/w afbeelding.
    maar in kleur is ’t en prachtige aquarel.

    als aanvulling kan ik zeggen dat deze tekening ook in 1937 is tentoongesteld onder nr. 20 “Zelfportret afm. 29,3×24,2 cm.
    was in het bezit van Mr. flm Dony.
    in 1941 als nr 2 wordt dezelfde eigenaar vermeld.

    mocht u nog iets bijzonders van JT weten/ hebben dan hoor ik dat graag.

    mijn site moet ik weer eens bijwerken.

    op het moment heb ik ca 3430 werken geregistreerd waarvan ca 2200 met afbeelding.
    de aanvulling is op het moment vaak ’n kleuren ipv zw/w.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *