Jaloers op de doden – Over José Asunción Silva (1865-1896)

Zijn leven werd omgeven door sterfte en verval. Een oom pleegde zelfmoord, een grootvader werd vermoord en drie broers en zussen lieten het leven nog voor hij tien was. Later stierf ook zijn zus Elvira, voor wie hij waarschijnlijk amoureuze gevoelens koesterde. Haar dood vormde de aanleiding voor één van zijn bekendste gedichten: Nocturno. Daarin gaat de morbide stemming van de late romantici samen met een vrijheid van vorm die het modernisme voorschaduwt.

De Colombiaanse dichter José Asunción Silva (1865-1896) wordt echter vooral herinnerd omdat zijn rijkbehaarde gelaat het briefje van 5,000 pesos siert. Op de achterkant is te midden van een art nouveau-landschap zijn gedicht Nocturno in minuscule lettertjes afgedrukt. Het is een wrang eerbetoon aan een dichter zelf lang kampte met schulden en geldproblemen, omdat zijn ondernemingsdrang zelden in goede aarde viel. Zo werd een poging om een fabriek voor beschilderde tegeltjes op te zetten een faliekante mislukking.

Als dichter was hij niet productief genoeg om zijn brood te verdienen, en in 1895 ging ook nog eens zijn enige romanmanuscript verloren bij een schipbreuk. In de lente van 1896 had hij er genoeg van. Hij vroeg zijn dokter de exacte plaats van zijn hart te tekenen en schreef een briefje om te zorgen dat zijn laatste geld besteed werd aan bloemen voor het graf van zijn zus. Voor de sier legde hij nog zijn Franse vertaling van Il trionfo della morte bij het bed. Vervolgens nam hij een oude Smith & Wesson en vuurde één maal op de plek die zijn dokter had aangegeven.

De poëzie van José Asunción Silva is duidelijk geïnspireerd door het werk van de Franse symbolisten en Edgar Allen Poe, en draagt de tekenen van zijn ongelukkige leven. Het is helder van vorm, persoonlijk en melancholisch van toon, en vaak wat morbide van inhoud. Het hieronder vertaalde gedicht is een goed voorbeeld. Het is een herschrijving van het verhaal van Lazarus, met een mistroostige wending aan het einde die, zoals het leven van de dichter, beter bij het fin de siècle past dan bij de Bijbelse oorsprong van het verhaal. Het wonder geschiedt, maar is geen verlossing.

Lees ook:  Twee zomergedichten uit Dagen en daden door Albert Verwey
Lázaro
Ven, Lázaro! gritóle
El Salvador, y del sepulcro negro
El cadáver alzóse entre el sudario,
Ensayó caminar, a pasos trémulos,
Olió, palpó, miró, sintió, dio un grito
Y lloró de contento.

Cuatro lunas más tarde, entre las sombras
Del crepúsculo oscuro en el silencio
Del lugar y la hora, entre las tumbas
De antiguo cementerio
Lázaro estaba sollozando a solas
Y envidiando a los muertos.

Lazarus
Sta op, Lazarus, riep
de Verlosser, en uit het zwarte graf
verrees het lijk in zijn doodskleed.
Het probeerde te lopen met bevende passen,
rook, voelde, tastte, zag, slaakte een kreet
en huilde van geluk.

Vier nachten later, tussen de schimmen
van de donkere schemering, in de stilte
van de plek en de nacht, tussen de tombes
van de oude begraafplaats
zat Lazarus, eenzaam wenend
en jaloers op de doden.

Eén gedachte over “Jaloers op de doden – Over José Asunción Silva (1865-1896)”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *