Geld heb ik nimmer maar de boekengoden zijn me zeer goed gezind de laatste tijd, zoals mag blijken uit de volgende nieuwe, prachtige, bibliofiele aanwinst. Het betreft een ingenaaid exemplaar van Lodewijk van Deyssels Uit het leven van Frank Rozelaar, in 1911 verschenen bij Van Kampen te Amsterdam. Dat is bepaald geen zeldzaam boek, maar het bijzondere aan dit exemplaar is dat het afkomstig is uit de bibliotheek van niemand minder dan mede-Tachtiger Frans Erens.
Over Frank Rozelaar en zijn auteur heeft Erens geschreven: ‘Hij is ook de auteur van dat kleinood der Nederlandse literatuur Uit het leven van Frank Rozelaar, het boek vol menselijke mystiek. Had hij alleen dit boek geschreven en geen letter meer, zijn naam zou nooit vergeten worden, zolang de Nederlandse taal zal leven.’ (Vervlogen Jaren, uitgave 1989, p. 229) Erens besprak Van Deyssels boek in De Amsterdammer van 2 en 16 juli 1911 (herdrukt in Gangen en wegen, 1912).
Een mooie provenance dus! Op omslag en titelpagina is Erens naam te lezen in wat ik zweer en zo goed als zeker weet Erens eigen handschrift (zie foto). Daarnaast is een kaartje bijgevoegd dat duidt op een nauwere persoonlijke band met Van Deyssel (zie foto). Over welke aantekeningen het gaat is me overigens niet helemaal duidelijk: Van Deyssels Aantekeningen bij lectuur verschenen bijvoorbeeld pas in 1950 en niet in 1937. Ook is de staat van het boek helaas niet al te goed, iets wat het geval schijnt te zijn geweest met de meeste boeken uit de boekerij van Erens.
Aan Erens boekencollectie hangt namelijk een klein verhaaltje, dat ik hier op hopelijk juiste wijze zal vertellen. Mijn bron is een hooggewaardeerde, bevriende Huysmansiaan. Naar het schijnt zijn Erens boeken namelijk begin jaren tachtig ‘dankzij’ een wat schimmige en door mij via mijn antiquarische ingangen nog niet teruggevonden antiquaar verspreid geraakt. Genoemde Huysmansiaan heeft meen ik een enkel opdrachtexemplaar van Huysmans en Barrès eruit kunnen aanschaffen en een foto van Huysmans met opdracht aan Erens mogen aanschouwen, maar zag vanwege de doorgaans deplorabele staat van de boeken af van een integrale aanschaf. Wat er hierna met het geheel is gebeurd, is niet duidelijk, maar het lijkt er dus sterk op dat het uit elkaar is gevallen. In het zich in particulier bezit bevindende Erens-archief is het voor zover ik weet niet terecht gekomen.
Dit losse exemplaar van Frank Rozelaar duidt ook op verspreiding van de boeken. Ook werd bijvoorbeeld in maart 1980 bij Beijers een bijzonder exemplaar van Proza van Van Looy (met ongepubliceerd gedicht in manuscript van Van Looy) uit het bezit van Erens geveild (Vervlogen Jaren, n. 509). Deze Frank Rozelaar is afkomstig van een antiquaar in Leiden die het uit een algemene partij boeken heeft.
Kortom, lieve boekenspeurders van Nederland, let op signatuurtjes in potlood en tips; adviezen en wijsneuzige opmerkingen betreffende Erens en diens boeken gaarne ook naar genoemd emailadres. Nogmaals dank.
Dat gedrukte kaartje hoort bij een door Strengholt uitgegeven overdruk uit Den Gulden Winckel van november 1937, een artikel van Van Deyssel onder de titel ‘De Vondelherdenking in 1937. Fragment uit een reeks beschouwingen’.