Akseli Gallén-Kalela: nationale kunstenaar van Finland
Gustav Mahler is niet de enige muzikale grootheid aan het begin van de twintigste eeuw die door Akseli Gallén-Kalela is geportretteerd. Vanzelfsprekend heeft deze zijn landsman Jean Sibelius ook meer dan eens uitgebeeld. Tijdens een kort verblijf van Mahler te Helsinki, voor een concert met onder meer eigen werk, heeft Gallén hem in een motorboot en aansluitend op een paardenkar meegenomen naar de villa Hvitträsk van Eliel Saarinen, waar hij bij het schijnsel van het haardvuur Mahlers portret heeft geschilderd.
Andere portretten, en vooral zeer veel uit Finlands geschiedenis en sagenwereld, van de hand van Akseli Gallén-Kallela, zijn nog tot en met 15 april te zien tijdens een tentoonstelling van diens werk in het Groninger Museum.
Tussen twee concerten
zogenoemde Sociëteitshuis. De componist zat samen met de schilder Akseli Gallén Kallela (1865-1931) — die hij drie jaar tevoren in Wenen had leren kennen — aan één biertafel en daar luisterde hij naar een keuze die door dirigent Robert Eind oktober en begin november 1907 had Gustav Mahler twee concerten in Sint Petersurg en daartussen reisde hij naar Helsinki om aldaar met het Filharmonisch Orkest een concert te dirigeren met werk van Beethoven en van hemzelf. Op 29 oktober arriveerde Mahler in Helsinki en nog diezelfde avond bezocht hij een populair concert in het plaatselijke casino, het Kajanus (1856-1933) was getroffen, waaronder twee kortere stukken van Jean Sibelius (1865-1957): het Frühlingslied en de Valse triste. Dat had helaas tot gevolg dat Mahler zijn Finse collega Sibelius — van wie hij tot dan toe nog nooit een compositie had gehoord — in de sfeer der lichte(re) muze heeft geplaatst.
Ook Sibelius’ biograaf bij uitstek, Erik Tawaststjerna, is van menig dat deze ongelukkige samenloop van omstandigheden en de daaruit ontstane verkeerde indruk, niet zo zou hebben plaatsgegrepen indien er twee andere composities van deze Finse grootmeester waren geprogrammeerd. Hij oppert in die context Der Schwan von Tuonela en Lemminkäinen trekt huiswaarts. Aan de dirigent kan dat op zich niet hebben gelegen, daar ook deze beide laatstgenoemde composities tot Kajanus’ repertoire behoorden.
Indrukken per brief naar Alma
Toen hij goed één dag in Helsinki verbleef, waar hij enkele dagen later al dirigent moest optreden, schreef hij zijn eerste indrukken van Finland in een brief aan zijn vrouw Alma:
“Es [2] ist erstaunlich gut, was sehr für den hiesigen Musikdirektor Cajanus spricht, der übrigens einen sehr guten Namen in der Musikwelt hat. – Er war achmittags bei mir und leistete mir Gesellschaft. Ein äußerst sympathischer, ernster, bescheidener Mensch. Am Abend im Concert – bei Biertisch – setzt sich plötzlich Axel Gal[l]én zu mir, brachte auch seine Frau. Und nach dem Concert blieben wir auch mit Cajanus und Frau und einem Pianisten aus Brüssel [3] zusammen. Galén war riesig aufgekratzt und mir sehr gut, Ich empfahl mich aber um 11 Uhr und ging schlafen, was allgemeines Aufsehen erregte, denn hier lumpt man bis tief in die Nacht und selbst bis zum Morgen . . . Im Concert hörte ich auch einige Stücke von Sibelius, dem finnischen Nationalkomponisten, von dem nicht nur hier, sondern auch in der musikalischen Welt, großes ufheben gemacht wird. In dem einen hörte ich ganz gewöhnlichen Kitsch durch diese gewissen >nordischen< Harmonisationsmanieren als nationale Sauce angerichtet. In Rußland und Schweden ist es ein Gleiches – und in Italien dieser Huren und Louis erst recht. Da macht Axel [Gallén] mit seinen 12 Schnäpsen vor der Suppe und seiner Jolle doch ein anderes Gesicht und man spürt das echte an seiner Gesundheit und Race.”
Irritaties
Dat Mahler zo snel en negatief oordeelde over het werk van Sibelius zonder dat hij eerst had kennisgenomen van diens belangwekkende composities, zou wel eens verband kunnen houden met de vele narigheid die hem gedurende het hele jaar 1907, zowel in de beroepssfeer, alsook in zijn persoonlijke leven had vervolgd: ten eerste had hij zijn functie als chef van de Wiener Hofoper neergelegd, daarnaast had hij te kampen gehad met een sterk antisemitische sfeer in het Duitse componisenverband en tot overmaat van ramp was zijn jongste dochter gestorven. Een rampjaar, zogezegd. En daarbij kwam nog eens dat zijn arts hem te verstaan had gegeven, door de bewoordingen dat hij niet bepaald trots op zijn hart hoefde te zijn, dat hem geen lang leven meer beschoren zou zijn. Leed alom. Een niet onaanzienlijke rol daarbij heeft ongetwijfeld Mahlers veelzijdige gevoel van vreemd-zijn gespeeld. Als Bohemer voelde hij zich binnen Oostenrijk vreemd, als Oostenrijker had hij hetzelfde gevoel in Duitsland, en dan was hij een Jood, die zich in de wereld eigenlijk nergens thuis voelde.
Sibelius ontmoet Mahler
Op de dag dat Mahler met het orkest van Helsinki concerteerde, heeft Jean Sibelius ook zijn opwachting gemaakt, waarschijnlijk samen met Gallén-Kallela tijdens een avondmaal dat ter ere van Mahler werd gegeven. Het zal zeker een aangename samenkomst zijn
geweest, als je leest dat de componist aan Alma heeft geschreven dat Sibelius hem reeds ’s ochtends had opgezocht en een uitermate sympathieke mens was, “wie alle Finländer.”
Sibelius zelf heeft een kwart eeuw gewacht voordat hij die ontmoeting op schrift heeft gesteld. Hij herinnerde zich dat Mahler door zijn hartkwaal gedwongen was ascetisch te leven en mede daarom niet hield van feestdiners en aanverwants. “Ons contact ontstond tijdens enige wandelingen, waarbij we alle grote vragen met betrekking tot de muziek op leven en dood hebben bediscussieerd.” Sibelius verduidelijkte Mahler zijn standpunt dat het wezen van de symfonie qua stijl en logica aan strenge wetten zou moeten voldoen, maar dat Mahler daarop had gereageerd met een volstrekt tegengestelde opvatting: “Nein, die Symphonie muß sein wie die Welt. Sie muß alles umfassen.”
De Finse componist schetst zijn collega als iemand die in de persoonlijke sfeer helemaal geen hoge eisen stelde, en een uiterst interessante persoonlijkheid was, die hij zeer respecteerde, ook al had hij een tegengestelde mening over de kunsten. “Ik wilde niet, dat hij zou denken dat hem alleen maar had opgezocht om hem voor mijn symfonieën te interesseren. Toen hij me op zijn abrupte manier vroeg ‘Wat wilt u dat ik van u dirigeer?’, antwoordde ik slechts: ‘Niets’.”
Twee werelden
Hoewel Mahler zeer positief over het orkest had geschreven, komt daar vanuit de pen van Sibelius ook iets anders. Hij refereert aan Anton Sitt, die bij die gelegenheid al sedert een kwart eeuw concertmeester te Helsinki was, en die verwonderd zou hebben gevraagd: “En dat moet de nieuwe Hans von Bülow zijn?” Van de kant van de dirigent bestond ook irritatie die tijdens de uitvoering van Beethovens Vijfde Symfonie was ontstaan door een verkeerde inzet, en die “een donkere wolk van ontstemming op het gelaat van de dirigent” teweeg gebracht had.
Sibelius zelf had zich als man van de wereld betoond in zijn contact met Mahler, en zijn primaire verlegenheid had hij even terzijde geschoven en zich geprenteerd als Mahlers tegenhanger qua symfonicus. In die mening werd hij ondersteund door de in Helsinki verschijnende kranten, die Mahler als “de Sibelius van de huidige tijd” hadden gekwalificeerd. In Europa waren beiden zeker even beroemd, al had Sibelius meer faam verworven in Scandinavië, Engeland, Rusland en de VS. Mahler daarentegen genoot veel meer bekendheid in Midden-Europa. Toch heeft Sibelius er altijd sterk onder geleden dat hij uit een als regionaal gewaardeerde streek kwam, waar niet echt een muziektraditie heerste, en Mahler daarentegen niet alleen de juiste over de juiste achtergronden qua traditie beschikte, doch daarenboven een geweldige faam als grootmeester der dirigenten had.
Spanningen
Met zijn negatieve reactie op Mahlers vraag welk werk hij van Sibelius zou dirigeren, had deze verschillende bedoelingen. Hij wilde niet als een bedelaar voor Mahler optreden, en hij wilde eventueel de indruk wekken over Fingerspitzengefühl te beschikken, wat overigens bij Mahler wel eens heel anders overgekomen kan zijn. Tijdens de contacten tussen die twee grote symfonici bleek al snel dat er sprake was van twee totaal verschillende werelden. Mahler had net in zijn Achtste Symfonie laten zien wat hij bedoelde met de later aan Sibelius gerichte woorden over de symfonie die alles zou moeten omvatten. Juist in die periode was Sibelius op een punt aangeland waar hij uit enkele (nieuwe) wegen kon kiezen, en al snel zou blijken dat hij een heel andere weg was ingeslagen dan Mahler.
Hoewel Mahler het plan had opgevat om Sibelius’ Vioolconcert uit te voeren tijdens een concert met eveneens werken van Svendsen, Tsjajkovski en Dvořák, bedoeld voor 13 november 1910 te New York, waar hij als programma het begrip ‘nationale genieën’ had gekozen — en Sibelius’ vioolconcert volgens de New York Times verreweg het interessantste programma-onderdeel van de avond zou worden — zou het er niet meer van komen. Als gevolg van zijn slechte conditie heeft Mahler zich laten vervangen door Sibelius’ vriend uit de gezamenlijke Berlijnse tijd, de violist, dirigent en muziekleraar Theodore Spiering (1871-1925). Gustav Mahler stierf korte tijd later in Wenen: op 13 mei 1911.
*****
[1] Gottlieb Eliel Saarinen (1873-1950) Fins architect, die aan het egin van de twintigste eeuw vooral beroemd geworden is door zijn art noveau gebouwen. Het treinstation van Helsinki (1910-1914) is een goed voorbeeld van zijn ontwerpen.
[2] Mahler bedoelt hier het het Filharmonisch Orkest van Helsinki.
[3] Het betrof de Vlaamse pianist en componist Arthur de Greef (1862-1940).
*****
Afbeeldingen
1. Robert Kajanus zit als tweede van rechts naast Sibelius. De beide heren links zijn de schilder Akseli Gallén zelf en de criticus Oskar Merikanto, die duidelijk al te diep in het glaasje heeft gekeken. Het schilderij uit 1892 (Symposium) is tot en met 15 april te bezichtigen in het Groninger Museum.
2. Villa Hvitträsk uit 1902, waar Mahler in 1907 samen met Gallén-Kallela een bezoek bracht.
3. De schilder Akseli Gallén-Kallela.
4. De componist Jean Sibelius in 1907.
5. Gustav Mahler, geschilderd in 1907, door Akseli Gallén-Kallela.