Lezen in de Couperus-coupé tijdens De Leescoupé

Het is niet een iegelijk gegeven om een grootheid als Louis Couperus via beelden en geluiden te mogen introduceren en te becommentariëren en tevens voor deze een loftrompet te mogen afsteken. In het boeken-televisieprogramma van de KRO — De Leescoupé — wordt dat op 6 mei gedaan door een kenner, die tevens bewonderaar en vast ook wel een beetje minnaar is. […]

Couperus-coupe
Voor wie van onze lezers het eventueel interessant kan zijn: heden, woensdag 6 mei, vanaf circa 21:30 uur, wordt de alweer laatste aflevering in deze lente, van een reeks met acht, uitgezonden van het hier en daar ietwat fragmentarische boekenprogramma De Leescoupé van de KRO via Nederland 2. “Echt waar?” zal presentatrice Karin de Groot wel weer vragen als ze verneemt dat haar programma hier staat aangekondigd, en ze zal het ook wel weer te pas, en zeker niet zelden te onpas, uiten als haar iets — om het even waarschijnlijk dan wel onwaarschijnlijk — voorkomt.

Couperus-promotie
Tussen al de schrijvers die aan bod komen, is onze onvolprezen Nederlander Louis Couperus er één. En over deze fin de siècle scribent en zijn belang anno nu kunt u nieuws vernemen uit de mond van de redacteur/uitgever/eigenaar/promotor-en-wat-niet-al van dit, uw en zijn eigenste elektronische krant: het cultuurweblog — Peter Hoffman (jaargang 1969).
Om eens te zien welk gezicht en welke stem, welk voorkomen, welke mimiek bij de man in kwestie horen, als hij de gelegenheid krijgt op een praatstoel in de leescoupé plaats te nemen, en hoe zeer het kapsel van de man, zeg maar diens coupe op een rus van het fin de siècle lijkt dan wel dat men bij het aanschouwen van deze scribent-en-zoveel-meer ogenblikkelijk begrijpt dat hij de juiste man in de juiste coupé is, om u en alle geïnteresseerde uwen kond te doen van het belang, in de dagen van weleer, in het huidige tijdsgewricht, alsook in de toekomst, van de  psychologiserende lettergoochelaar die menigeen van u kent als Louis Couperus.

Meningen
U kunt dan eventueel en passant vaststellen of het vlees-en-bloed-wezen dat Peter Hoffman heet — en, dankzij de technologie, via allerlei elektronica op uw huiskamerscherm verschijnt — in ook maar de geringst denkbare mate  overeenkomt met het beeld dat u en de talrijke uwen — alsmede wellicht wijzelf (op de koop toe, moet u maar denken) bewust, dan wel in de dieper liggende krochten van het eigen wezen, koesterden.

Toeziende ogen, toehorende oren
Wellicht dat sommigen onder u knabbelend en nippend toezien en toehoren als de — zich voor uw aangezicht tot dusver slechts via het Latijnse alfabet manifesterende — grootvizier van All art is quite useless u weet te overtuigen van zijn stelling dat al die kunst en — in ieder geval die van de, in dit specifieke geval, daarbij behorende kunstenmaker anno toen, genaamd Louis Couperus, zinloos is en dat wij allen, jong en oud, groot en klein, rooms en rood, geel en groen, ons nog maar weer eens fluks moesten verdiepen in de prachtverhalen van de Hagenaar die het zelfs in de Harmonie te Groningen verrassend naar zijn zin heeft gehad.

Lees ook:  Niet-fictieve receptie van Couperus

Tot lering en vermaak
Mocht één en ander u haastiglijk verheugen en u van lieverlee — door het kijken en luisteren naar Peter Hoffman — meer belangstelling voor die aloude nog èchte Hollander uit ’t Haagje gaat koesteren, dan is dat mooi meegenomen, ja, zo mooi zelfs dat u, met de ventilatoren op stand negen, een pikant bolknakje moogt opsteken.
Of die heer Hoffman — voor ons medeschrijvenden in zijn ruimte: gewoon Peter — na zijn vertelling(en) zelf ook aan de drank gaat en daarbij het paffen niet kan laten, staat nog in de sterren, aangezien de man het heel druk heeft, zo druk zelfs dat etmalen van zesendertig tot achtenveertig uren hem welkom, en een lief ding waard, zouden zijn.
Doch zulks laat nog even op zich wachten. Daarvoor moet er eerst een andere regering komen, daar in Den Haag.

Opwekking
Volgens de clichéfabrikanten waarvan onze televisiezenders zijn vergeven, dien ik u hier en nu, kort en krachtig te manen tot kijken. Waarvan akte.
Zegt het voort!
__________
Afbeelding
Peter Hoffman, niet alleen Terzijde, doch tevens wijd en zijd bekend als Adonis.

5 gedachten aan “Lezen in de Couperus-coupé tijdens De Leescoupé

  1. Is het mogelijk om het verwerpelijke ‘zeg maar’ uit uw artikel weg te nemen?
    Of wilt u zo te kennen geven van deze tijd te zijn? Kom toch!
    Hartelijks,
    Nico Weber

  2. Mogelijk is alles binnen een door u geïndiceerde context: het hele artikel kan van de site worden verwijderd, al mijn bijdragen kunnen in theorie — en zelfs praktisch — worden verwijderd. Doch evenmin als het laatste het geval zal zijn, zal ook de door u gewraakte uitdrukking “zeg maar” — welke u, zonder de geringste nadere verklaring, voorziet van het adjectief ‘verwerpelijk’ — worden verwijderd.
    Zodra u mij een schriftelijke verklaring kunt overleggen van de verantwoordelijke redacteur van Van Dale’s Groot Woordenboek der Nederlandse Taal, met daarin de belofte dat deze het onder 4b gedrukte, binnen het lemma ‘zeggen’, zal verwijderen, zal ik uw aansporing misschien nog eens drie seconden overwegen. Maar dan zal de gedachte prevaleren dat het wel aardig is om een uitdrukking te gebruiken die door Van Dale bij het grof vuil werd geplaatst. Tenzij Van Dale met een wel heel goede verklaring komt. Doch dat valt niet binnen het kader der directe waarschijnlijkheden.
    Uw opmerking krijgt door de volstrekte vrijblijvendheid — alleen maar werpen met een adjectief — een sfeer van nodeloosheid en nutteloosheid, en zulks is er al meer dan genoeg, zowel in de wereld van de letteren en in de overige cultuur in het algemeen, alsook in meningen omtrent de bijdragen in ‘All art is quite useless’ in het bijzonder.
    ‘Van deze tijd zijn’ in de betekenis die u kennelijk bedoelt, interesseert me absoluut niet; ook de vraag die u dienaangaande stelt, is niets anders dan een lukraak in ons midden gesmeten gemeenplaats, en eveneens daardoor stijgt de zeespiegel met zeer rasse schreden. Iets steekhoudends kunt u kennelijk niet verzinnen.

  3. Geachte heer Wallisch,
    In de poëzie zijn onweer, blauwe luchten, klaterende beken, onbetreden paden en zonsondergangen etc. meermaals en heviglijk terug te vinden.
    De ene gemeenplaats is de andere niet, ik houd u echter geen spiegel voor.
    Ik vind uw artikelen hoogst interessant, evenals uw grote zorg voor De Taal. Uit uw antwoord maak ik op u beledigd te hebben, wat niet mijn bedoeling is geweest.
    Met vriendelijke groet,
    Nico Weber

  4. U vergist zich: ik voel mij geenzins beledigd; ik ga er, zeker bij mensen die ik niet ken, nooit van uit dat iemand beledigt omwille van het beledigen, of dat dit ingecalculeerd zit in op- en aanmerkingen. Ik antwoord — respectievelijk reageer — echter in overeenstemming met datgene wat ik naar aanleiding van het gebodene vind. Ik ben zelfs voor mijn doen — je veegt de vloer ook niet aan met een tandenborstel — gematigd geweest. Ik heb even een laatste regel overwogen, die ik nu alsnog toevoeg:
    “U schrijft betere gedichten dan commentaren.”
    Die regel zou echter onnodig foutief prikkelend geweest kunnen zijn, maar gezien uw tweede reactie ben ik van mening dat u die wel op de enig juiste waarde zult weten te schatten.
    Mensen, vooral scribenten en zeker zij die uitdelen, moeten kunnen incasseren: dat geldt voor degene die iets schrijft en derhalve reacties kan verwachten — zoals degenen die op dit weblog en elders hun lettereieren leggen —, maar het geldt ook voor degenen die reageren en zich misschien teleurgesteld voelen.
    Beledigd voel ik me alleen als mijn persoonlijke vertrouwen wordt beschaamd; in zakelijke aangelegenheden — en daartoe behoort dit werk, hoe door gevoelens en emoties wellicht ook gedreven — echter nooit. Ik heb er helemaal niets tegen dat u een bepaalde gebruikte uitdrukking onaanvaardbaar vindt, ik heb er evenmin iets tegen dat u dat op enigerlei wijze postuleert, maar ik kan er alleen maar niks mee als iemand dat niet adstrueert.
    Dat de reactie fel overkomt, spijt mij niet: integendeel, aangezien ik het doel — dat iemand erover nadenkt — heb bereikt. Ik verlang van niemand dat zij of hij net zo denkt als ik, maar interactie, ook in zo’n relatief beperkte ruimte en ‘op afstand’, wordt moeilijker als je tegen kretologie moet strijden. Zo ervoer ik uw opmerking, maar dat betekent niet dat ik van mening ben dat u algemeen zo in het leven staat. Die mening zou kunnen postvatten als u op tientallen artikelen met alleen mededelingen reageert, die niet echt ‘binnenkomen’.
    De taal is ook in dergelijke contacten een instrument dat tot ‘gansch een volk’ zou kunnen spreken, mits juist gehanteerd.
    Doch zelfs de auteurs van deze eigenste website zijn in geen enkel opzicht volmaakt, en ik vermoed dat zij allen dat eigenlijk wel best vinden. (Lelijke uitdrukking: “wel best”.)
    En iemand een spiegel voorhouden, is niet iets negatiefs; de kunsten doen dat van lieverlee, en als het even meezit, heeft dat bij tijd en wijle effect. Want als je zelf in de spiegel kijkt, zie je jezelf 180 graden anders dan alle anderen, en dan heb ik het alleen nog maar over de buitenkant.

    Schrijft u verder vooral mooie gedichten, en als het thema — toevallig, of met enige manipulatie — in enigerlei vorm rond 1900 zou kunnen passen, laat het onze Hoofdpersoon Peter Hoffman weten; hij wil zijn minidozijn aan actieve auteurs graag enigszins uitbreiden.

  5. Geachte heer Wallisch,
    Hartelijk dank voor uw uitgebreide antwoord.
    Wat u onder mooie gedichten verstaat is me niet (helemaal) duidelijk.

    Met meest vriendelijke groet,
    Nico Weber

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *