Lijken en blijken
Zoals Sander Bink in zijn bijdrage van zondag 12 juli schijnt te suggereren, mag het erop lijken dat de rond1900.nl-redacteuren weinig anders vinden dan obscure boekjes in de één-euro-bakken waar dan ook in ons vaderland, doch meer dan lijken is dat niet, nog afgezien van de vraag of daar nu niet juist met enige regelmaat één en ander aan verrassends belandt. Vanzelfsprekend is zulks mede afhankelijk van de bedrijfspolitiek van de zaak in kwestie. Ik wil echter die suggestie in meer dan dat ene opzicht ietwat relativeren.
Ten eerste heb ik van de zijde van ons aller bureauredacteur van All art is quite useless — Peter Hoffman — in dit elektronische tijdschrift nimmer een verslag dan wel een bewering aangaande zulke voordelige vondsten aangetroffen, ten tweede evenmin van die anderen welke ooit hun schaarse bijdragen aan dit medium hebben geleverd maar zichzelf in de bewuste context eveneens zo schaars hebben gemaakt dat je even tijd nodig hebt om die namen uit de dagen van weleer aan de totale vergetelheid te kunnen ontrukken.
Verleiding en overgave
Dat, boekenminnende Sander, betekent dat alleen ik nog overblijf, en dat is — gezien de relatief grote hoeveelheid aan boeken, die ik in mijn periode van Rond1900.nl [1] voor negen en negentig procent uit de vijftig eurocents-bakken heb opgevist — een terechte gedachte, ook en vooral als je daarbij bedenkt dat slechts een deel daarvan in de breed uitgemeten kolom van het onderhavige medium terechtkomt, aangezien ik zoveel meer materiaal vind dan alleen van rond 1900 en derhalve in principe tevens voor Rond1900.nl. Het blijkt dus toch anders te zijn dan een oppervlakkige beschouwing de lezers zou kunnen doen geloven. En tussen al die ‘obscure’, maar dikwerf zo interessante, uitgaven welke mijn blikveld passeren — ook als deze geenszins spectaculair zijn of genade kunnen vinden in andermans ogen —, is er zoveel dat ook in mijn optiek in de kit naast de open haard een betere tijdelijke rustplaats zou vinden dan in kasten met eventuele lokkertjes. Anderzijds moet ik daar, voor de volledigheid, aan toevoegen dat ik er toch ook wel boeken tussen heb gevonden die via het internet voor vele tientallen — tot een enkele keer zelfs een paar honderd — keren zoveel worden aangeboden, al zal ik eveneens in zo’n situatie de eerste zijn die toegeeft dat zulks op zich niets hoeft te betekenen.
Zijn en voorkomen
Uit het scala aan Nederlandse koppelwerkwoorden kan ik er dan ook wel een paar meer opsommen, welke in deze context opgeld zouden kunnen doen: zijn en heten, schijnen en dunken, doen en voorkomen. Het zou me wat worden, die alle op een passende wijze alhier nader te beschouwen, al biedt de aanleiding voor deze uiteenzetting meer dan voldoende stof.
Dat de schijn tegen de vondsten, dan wel een hoofdschudden jegens de antiquaren in kwestie, zou kunnen veroorzaken, blijkt alleen terecht binnen een stringent uitgestippeld kader. En dat kader zal zeker niet voor alle — actief dan wel passief — betrokkenen hetzelfde zijn.
In het antiquariaat uit welks kratten, dozen, kast en stapels ik het meeste aan materiaal heb gevonden dat in All art is quite useless onder de aandacht wordt gebracht, geldt als bedrijfspolitiek in principe dat elk boek dat twee jaar of meer in de winkel staat, wordt opgeruimd. Tot goed een jaar geleden betekende dit dat je ook boeken kon tegenkomen die tweecijferige eurobedragen hadden moeten opleveren, tot zeven tientjes toe. Toen echter aan het licht kwam dat voor een groot deel van die boeken een gedurende geruime tijd geteste internetverkoopstrategie werkte, werd het aanbod iets minder spectaculair, maar niet qua aantal. Per twee weken kwamen er vier grote dozen uit het magazijn voor de 50 cents-dump. En het einde daarvan is nog lang niet in zicht. Een enkele keer gebeurde het dat er vrijwel niets voor deze boekenminnaar bij was, hetzij omdat hij alles al had wat werd aangeboden, hetzij dat er zelfs niets tussen stond of lag dat aardig zou zijn om te kunnen dienen als presentje tussendoor dan wel als ruilobject.
Voorts spelen andere prioriteiten binnen zo’n bedrijf een rol, zoals de zwaartepunten van de zaak. Als een boek niet binnen het bedrijf ‘paste’, kwam het ook vaak in de onderste lade van de categorie ramsj terecht.
Gratis, cadeau, present, voor niets, te geef, voor niemendal
Want wat voor 50 cent niet wegging, kwam of in het oud papier terecht dan wel belandde toch nog weer bij mij, doordat de eigenaren van de winkel in kwestie beseffen dat ik, voor het ‘onderhouden’ van die talrijke websites, eigenlijk zelden een overmaat aan passend illustratiemateriaal heb. En indien die boeken toch bedoeld waren voor de ‘vernietiging’, hoefde ik er helemaal niets voor te betalen. Evenmin was het een zeldzaamheid dat men daar, van directiewege, licht beschadigde kunstboeken of documentatie over literatuur mij letterlijk heeft meegegeven. Sommige intellectueel schijnende boekhandelaren menen dat ze zichzelf beconcurreren door zoiets te doen. Doch zo’n ruimhartige houding werkt altijd ten gunste van de winkelier in casu. Maar ja, ik ken ze ook die ronduit zeggen: “Als het me geen euro per stuk oplevert, dan gaat het allemaal naar de container. Ik gun het mijn klanten niet voor minder.” Zakelijk gezien lijkt èn is dat legitiem, maar ik vind dat zo iemand blijk geeft van te weinig inzicht in de sfeer van schijn en wezen. Me dunkt dat zulk(e) (een) perso(o)n(en) er goed aan zou(den) doen zich eens te beraden op het eigen zijn en wat daaruit in principe nog zou kunnen worden.
Zichtbaar en onzienlijk
Wat ik eigenlijk wil betogen — en Sander, als doorgewinterde boekanier, ook als zijn aankoopbeleid op een geheel andere basis is gestoeld dan het mijne, begrijpt dat, verstandelijk en gevoelsmatig heel goed —, is dat de schijn kan bedriegen. Alles wat ik verder aanschaf op het gebied van mijn werk voor zoveel meer en anders georiënteerde sites dan alleen deze — en dat eventueel wordt besproken, dan wel in de huisbibliotheek wordt bijgezet —, krijgt Sander niet te zien, tenzij hij al die verschillende themasites in binnen- en buitenland zou raadplegen welke door mij worden onderhouden, respectievelijk bediend, en dat doet hij niet. Als het om klassieke muziek gaat, waarover ik veel publiceer — ook over materiaal uit de periode rond 1900 —, zal Sander nu vast geen voorbeelden van elders kunnen ophoesten, aangezien hij meer dan eens zijn afkeer jegens dat fenomeen heeft laten blijken.
Andersom geldt dat echter ook: Sander Bink kan nog tig boeken aanschaffen die niet binnen het raamwerk van deze site vallen, maar dan zal er ook geen neerslag van zulke eventuele aanschaffingen in deze regelen der kunst te vinden zijn. Al verdenk ik Sander ervan dat hij heel sterk zijn focus heeft gericht op de periode in kwestie. En dat feit levert in zijn vooral korte stukken bij tijd en wijle verrassende namen, en bijbehorende, meestal korte, beschrijvingen, op van boeken en auteurs, al dan niet met aanhang, van welke ik — met een ruime boekhandelservaring in mijn jonge jaren, waarbij vele honderd duizenden exemplaren door mijn handen zijn gegaan — nog nimmer had gehoord. Maar juist dat vormt immers een groot deel van de charme van het zoeken naar, dan wel — als serendipiteit — het vinden van iets nieuws, ook al is dat min of meer een eeuw oud.
____________
[1] De periode begon ruim drie jaar geleden en duurt nog wel heel even, al heb ik mijzelf in 2008 een soort van zwangerschapsverlof van ongeveer negen maanden gegund. Echt iets opgeleverd heeft dat laatste in de context van dit, ons eigenste elektronische tijdschrift, echter niet, want alles wat ik ’tegenkwam’ dat onder normale omstandigheden op dit net zou zijn beland, heb ik toen een plek toebedeeld op een eigen fin de siècle site welke ik vrijwel onmiddellijk na de start van het verlof in het leven heb geroepen.
____________
Afbeeldingen
Om het betoog, dat vooral toestanden en gebeurtenissen, handelingen en verslagen anno nu betreft, toch heel direct aan het fin de siècle te koppelen, vindt u één afbeelding uit en één van een recente aanwinst uit de sfeer der vijftig-cents-exemplaren.
1. Bureauredacteur Peter Hoffman, die nimmer verslag doet van obscure vondsten voor weinig pecunia. Doch ook als hij op dat punt een stiefkind van de rekening mocht wezen, is dat niet erg voor deze site, aangezien er voldoende over dergelijke gebeurtenissen wordt bericht. (Foto uit 2005.)
2. Tekstgedeelte van de titelpagina van Van Lenneps Tafereelen uit 1853, in de editie van 1899, uitgegeven door de Gebroeders Koster te Amsterdam. Rechts onder ziet u de stempel van de Openbare Leeszaal en Bibliotheek Groningen en daarboven met potlood de voormalige code. Later is er aan de binnenzijde van het voorplat alsnog zo’n nieuwerwetse, elektronische code aangebracht.
Dit boek heeft goed twee jaar in het bewuste antiquariaat gestaan voor de somma van tien euro; onlangs kreeg ik het voor 50 cent mee.
3. Tekst op het voorplat van de brochure over het Stundisme, geschreven door Dr. S. D. van Veen, hoogleraar te Utrecht. Verschenen bij Hollandia-Drukkerij te Baarn in 1908. De brochure kostte toen 40 cents; dat zou, omgerekend naar de dag van vandaag, een veelvoud zijn van de vijftig eurocent die ik daarvoor heb moeten neertellen.
Boring!!!!!!!