Dankzij een trouwe lezer kan aan het vorige verhaal het een en ander worden toegevoegd.
Otto Verhagen blijkt vooral jongensboeken geïllustreerd te hebben, waarschijnlijk om het dagelijkse brood te verdienen, en dit niet bepaald in een Beardsley-achtige stijl. Zie marktplaats.nl, en dan zoeken op ‘O. Verhagen’.
Veel aardiger nu blijken zijn illustraties voor een boek van de mij volstrekt onbekende Nan Copijn: Yolanda, het boek van bloei. (circa 1930). Verhagen laat zich hier duidelijk wel inspireren door Beardsley (en Toorop). Het mist de verfijning van de Psyche-ets en zeker het ‘decadente’, tevens het scherpe van zijn inspiratiebronnen, maar toch vind ik het redelijk geslaagd. Het boekje zelve ga ik ook nog lezen, daar het over een zieke prinses gaat: dat belooft veel!
Hetzelfde geldt voor een item dat ik zelf nimmer gevonden zou hebben, namelijk een cantate van Hendrika van Tussenbroek, getiteld Prins Lente.
U ziet: als immer genoeg leuks te vinden in de marges van de boek- en kunstgeschiedenis!
Commentaar bij mezelve:
zie over Verhagen:
“Zijn kunstpraestaties zijn de vrucht van natuurlijken aanleg en ijverige oefening. Op jeugdigen leeftijd boeide hem zeer Aubrey Beardsley, later Karel de Nerée tot Babberich. Uit dien tijd dateeren een reeks onuitgegeven, zeer verfijnde illustraties naar werken van Couperus (Psyche), Oscar Wilde (The picture of Dorian Gray) en bij gedichten van Verlaine en Baudelaire.”
http://www.dbnl.org/tekst/_gul001193001_01/_gul001193001_01_0079.htm