Brouwershaven
voor Gary Brooker
Er liggen teveel schepen voor de kust.
Opnieuw lijkt het vergeefs om koers te zetten
naar eén van de aanvalligste fregatten —
de bootsman reikt een verrekijker aan.
De kapitein lokt meeuwen met kompassen.
De zee is angstaanjagend blauw en stil,
iets verderop gebruikelijke dampen.
Waarom zijn er geen golven en geen spatten?
Waar is ons kielzog? Zijn we geen beweging,
veranderaars met splinternieuwe zeilen?
‘Mevrouw, er staat vandaag geen zuchtje wind.’
Ontsla die gek, vaar naar de mooiste boot.
En laat ons zwijgen, wat ik er ook vind —
de jongen die ik zoek, is nog niet dood.