‘Ik heb Goncourt niet gelezen, maar voor de rest ken ik veel meer dan jij al die geesstestromingen in al hun nuances. Vergeet niet, de Goncourts waren “fin de siècle” – Wilde nog meer, maar wij zijn “commencement de siècle” en zijn door de gebieden van “blague”, pathos, non-pathos, etc., etc., etc., heen, en kunnen hier elkaar niet meer mee verlakken.’
(Adriaan Roland Holst aan Marius Brinkgreve 27-9-1908. Brieven. Amsterdam, 1981 p.88.)