Alice Herz-Sommer
Heden, 21 september 2006, verschijnt bij uitgeverij Droemer in München de biografie van de thans 102-jarige pianiste Alice Herz-Sommer.
Ze werd in 1903 te Praag geboren en beleefde enkele van de grote figuren uit de wereld der kunsten van het fin de siècle mee: Gustav Mahler kende haar moeder goed, en Oskar Baum kwam regelmatig bij haar ouders over de vloer, evenals (de latere) Kafka-biograaf en romancier Max Brod die vooral geïnteresseerd was in het wel en wee van Alice’s oudere zuster. Franz Kafka gedroeg zich in de contacten als een broer voor Alice.
Bijzondere biografie
Tegenwoordig woont ze in Londen en is voor haar leeftijd zeer kras, wat in het Duits zo mooi ‘rüstig’ heet. Toen Alice Herz-Sommer honderd jaar was, heeft ze zich nog weer in de studio begeven om enkele opnamen voor een niet volledige compact disc te maken, en in juni van dit jaar scheef ze het voorwoord bij de fijnzinnige, alsook veelzijdige en kleurrijke biografie die vanaf vandaag verkrijgbaar is. Ondanks de diepzwarte en voor altijd onuitwisbare periode die de extremistische krankzinnigheid van Adolf Hitler en zijn mede-afsplitsingen van het Beest uit de Afgrond over Europa heeft uitgestort, en die zoveel sporen bij, vooral, miljoenen Joden en hun nazaten tot in onze dagen (en voor nog zeer lang daaropvolgend) heeft nagelaten, zijn Reinhard Piechocki en Melissa Müller, ? twee auteurs met een opvallend hoogontwikkeld fingerspitzengefühl ? erin geslaagd een boek vol optimisme en existentiële vreugde te presenteren over deze, niet alleen in muzikaal opzicht begaafde, (levens)kunstenares. Dat Alice Herz-Sommer daartoe in hoge mate heeft bijgedragen door haar hulpvaardigheid en haar ontvankelijkheid, is ongetwijfeld de basis voor het welslagen, maar het inzicht en de empathie die de beide auteurs hier aan de dag hebben gelegd, zijn in even sterke mate bestendige en kwalitatief hoogwaardige bouwstenen van dit project.
Achtergronden
Toen de muziekminnende journalist Reinhard Piechocki enige jaren geleden besloot om contact te zoeken met de pianiste, en haar te vragen waar ze de kracht vandaan had gehaald om in het concentratiekamp Theresienstadt de uitzonderlijk moeilijke 24 Etudes van Chopin te presenteren, besefte Alice Herz dat sedert de bevrijding, ruim een halve eeuw eerder, nog nooit iemand haar dat had gevraagd. Voor haar vormden die concerten van toen steeds opnieuw een tijdelijke bevrijding van de uitzinnigheid van alledag.
Het contact tussen de twee mensen kreeg een persoonlijker tintje en leidde al heel snel tot een hartelijke vriendschap. “….seither telefonieren wir fast täglich,” schrijft Alice Herz-Sommer in haar voorwoord, “….reden nicht nur über Musik, sondern auch über Gott, über Philosophie und über die Welt.” Het voorstel van Reinhard Piechocki om een boek over haar leven te schrijven, had ze desondanks “spontaan en hartelijk dankend” afgewezen. Maar Piechocki was op de juiste manier vasthoudend en kreeg zijn zin. Hij zorgde voor directe hulp en ondersteuning door zijn echtgenote Katrin Eigenfeld en de journaliste Melissa Müller. Het boek is nu af en Alice Herz-Sommer is er ? zoals we kunnen vaststellen op de foto met de onderhavige boeken, die ze onlangs in ontvangst heeft genomen ? hoogstwaarschijnlijk even spontaan en hartelijk dankend tevreden over.
Jonge jaren
Hoewel Alice Herz in een zeer fijnzinnig ouderlijk huis met een nadrukkelijk geprakitseerde sympathie voor kunst en cultuur ? en niet in de laatste plaats voor de bedrijvers daarvan ? werd geboren, was het al heel vroeg duidelijk dat ze hard moest vechten voor haar, heel directe, belangen, in eerste instantie de moederliefde. Hoe ruimdenkend en modern van opvattingen men in het gezin ook was, toen Sofie Herz op 26 november 1903 een tweeling ter wereld bracht, was vader Friedrich Herz zeer ontdaan. “Ein Bub? ? Kein Bub? ? Kein Mädchen?” De reactie van de vroedvrouw trof hem als een slag in het gezicht: “Zwei Mädel!”
Een paar minuten na haar tweelingzus kwam Alice ter wereld in het Praag van de toen nog koninklijke en keizerlijke monarchie. Aangezien haar zus een zorgenkindje bleek en men bang was dat ze het niet zou overleven, kreeg ze uiteraard meer aandacht dan de sterke, gezonde Alice, die langzaam maar zeker moed en zelfverzekerdheid ging ontwikkelen, al bleef ze hopen op even veel liefde en aandacht van de kant van haar moeder. Pas jaren later kwam daar, door ingrijpen van haar grootmoeder, enige verandering in. Alice hoorde haar oma woorden tegen haar dochter gebruiken, die ze niet kende, zoals misjpoche. De betekenis ervan vroeg ze direct aan oma, die haar meteen uitlegde dat ze Joden waren en dus ook Jiddisch. Ook dat waren voor Alice geen begrippen, vooral als gevolg van het feit dat haar moeder ? die ook geen Jiddische begrippen duldde ? het Jodendom als een geloof en een afgeworpen, ‘oude last’ beschouwde.
Boeken
Alice en haar tweelingzus waren zeer gesteld op hun grootmoeder, die een verdieping hoger woonde en van het kaliber oma was zoals men die in onze tijd nauwelijks meer aantreft. Ze was goed opgeleid en had een veelzijdige belangstelling, die onder meer tot uitdrukking kwam in de diversiteit van haar lectuur: dagelijks twee kranten en allerhande boeken, die in een grote kast tegen de muur bijzondere aantrekkingskracht op de beide kleindochters uitoefenden. De naslagwerken stonden daar bij de literatuur over de Europese geschiedenis en de Duitse klassieken: Goethe, Schiller en Lessing. En verder was die oma goed voorzien van Jiddische literatuur. Vóór de eerste wereldoorlog waren er nog altijd ruim elf miljoen mensen in Midden-Europa die Jiddisch spraken. Oma’s dochter Sofie, de moeder van de beide meisjes, interesseerde zich veel meer klassieke muziek en pretentieuze letteren.
De kleine Gustav
Hoewel de betekenis van de rituele sabbatviering de meisjes aanvankelijk verborgen bleef, waren ze daar toch bijzonder op gesteld omdat die oma ter inleiding altijd een ‘verhaal van vroeger’ vertelde, uit haar schier onuitputtelijke repertoire. Op een dag vertelde ze een gebeurtenis uit het jaar 1863: een kleine jongen marcheerde in Iglau in een nachthemd met zijn trekharmonica achter de militaire kapel aan. En oma maakte hen deelgenoot van het bijna ongelooflijke: die kleine Gustav kon alles op zijn harmonica naspelen wat hij eenmaal had gehoord, zelfs marsmuziek. Na deze geschiedenis bleef de anders zo spontane Alice een tijdje stil en vroeg vervolgens aan oma wat er van die kleine Gustav terecht gekomen was.
“Aus Gustavchen ist Gustav Mahler geworden, einer der bedeutesten Dirigenten und Komponisten unserer Tage.” Als tienjarige had die jongen zijn eerste concert gegeven in het Stedelijk Theater van Iglau. Maar daarover zou moeder Sofie meer kunnen vertellen: die was maar zeven jaar jonger als Gustav en had hem goed gekend, en enkele jaren geleden hem nog weer eens ontmoet toen hij in Praag zijn Eerste Symfonie (*) had gedirigeerd.
“Und wenn ich auf dem Klavier alle Melodien nachspielen kann….werde ich dann auch Musikerin?” wilde Alice weten. Oma’s reactie was, vanzelfsprekend, bevestigend.
Praagse schrijvers
Felix Weltsch en Franz Kafka, Max Brod en Oscar Baum kwamen met regelmaat in contact met de kinderen uit Huize Herz, wat voor de tweeling veelvuldig aanleiding gaf tot jolige rijmpjes: “Jetzt komt der Max, er ist der Kleinste, doch als Charmeur ist er der Feinste.” Allice bewaart aan Franz Kafka de beste herinneringen, vooral omdat hij met haar en zus Mizzi ging wandelen en in de rusttijd verhalen vol uitzonderlijke dieren vertelde. Enkele jaren daarna, toen Alice’s oudere zuster Irma ? van wie ze ook al enige tijd pianoles ontving ? inmiddels met filosoof en bibliothecaris Felix Weltsch was gehuwd en elders in Praag woonde, had ook Kafka zich voor een gezellig samenzijn op zondag aangekondigd. Hij liet echter verstek gaan, maar twee dagen later ontvingen ze een verontschuldigend kaartje met de verklaring dat hij zich in de straat had vergist en daardoor zodanig in de war was geraakt dat hij de weg naar Huize Weltsch niet meer had kunnen vinden.
Pianolessen
Het musiceren in Huize Herz was niet onopgemerkt gebleven: mensen, die hun hond uitlieten en andere passanten, bleven tijdens het uur met de huismuziek vaak staan om te luisteren. Alice’s talent voor en haar snel ontwikkelde inzicht in de bedoelingen van de componist, werden langzaam maar zeker in ruimere kring bekend. In 1915 durfde haar zus Irma het aan haar eigen pianoleraar eens met Alice in kennis te brengen. Toen deze Václav Št?pán haar had horen spelen, was hij onder de indruk, niet alleen van haar talent, kennis en kunde, maar ook van haar onvermoeibare studiedrang.
Samen met haar broer Paul bleef ze verder stukken voor piano en viool instuderen, en na enige tijd ging ze ook met anderen samenspelen. Toen ze zestien jaar was, werd ze als jongste deelneemster voor de meesterklas in de Deutsche Musikakademie van Praag aangenomen. Enkele jaren later was ze al één van de bekendste pianistes van deze stad. In 1924 debuteerde ze als soliste in het Concert voor piano en orkest in e-klein van Frédéric Chopin (1810-1849).
Huwelijk
Intussen had Alice de koopman Leopold Sommer leren kennen en na enige omgang, die steeds intensiever werd, liet ze weer eens zien hoe doortastend ze kon zijn. Na een bijzondere concertavond stonden ze op de Prager Burg uit te kijken over de zee van lichtjes in de stad. “Nog dit jaar trouwen we,” zei ze vastberaden. “En we gaan op huwelijksreis naar Hamburg. Ik wil zien waar jij al die jaren hebt uitgehangen.” In het voorjaar van 1931 zette ze haar aankondiging in de daad om en trad ze met de anderhalf jaar jongere Leopold Sommer in het huwelijk. Als geschenk van Leopolds ouders kregen ze een bedrag waarmee ze, in combinatie met het eigen gespaarde geld, in staat werden gesteld de door Alice zo begeerde Förster-vleugel te kopen.
Antisemitisme
Hoewel ze in haar jeugd al enige keren met uitingen van antisemitisme in aanraking was gekomen, begreep Alice Herz-Sommer dat het in dat opzicht in Praag allemaal bepaald niet aangenamer zou worden toen Hitlers troepen op 15 maart 1939 in het centrum van de stad op de Wenzelsplatz waren aangekomen en daar massaal waren toegejuicht. Vanaf dat moment tot 1942 beleefde Alice het éne afscheid na het andere: eerst waren het voorwerpen en andere materiële zaken, daarna relaties en uiteindelijk de persoonlijke vrijheid. Toen ze in juli 1942 ook nog afscheid van haar moeder moest nemen, omdat deze naar Theresienstadt werd gedeporteerd, leek het of haar wereld helemaal instortte.
Chopin
In haar vertwijfeling neemt ze het koene besluit om alle 24 Etudes van Chopin in te studeren, pianostukken die zo gecompliceerd zijn dat zelfs Artur Rubinstein (1887-1982) ze nimmer in één concert heeft voorgesteld. Enige magie was aan dat besluit niet vreemd: als ze in staat bleek die zware opgave tot een goed einde te brengen, zou er wellicht toch nog licht aan het einde van de lange, donkere tunnel kunnen dagen. En ze kreeg gelijk. Hoewel ze met haar man en hun zesjarige zoon eveneens naar Theresienstadt werd gedeporteerd, kon ze daar voor de gevangenen die Chopin-etuden spelen. Meer dan honderd concerten heeft ze tijdens haar verblijf in die mens- en dieronwaardige, over- en overvolle satellietstad van de nazi-waanzin gegeven.
Tegelijkertijd slaagde ze erin haar zoon Raphael de liefde voor muziek bij te brengen, en wel zodanig dat hij later zelf een beroemde cellist zou worden. Enige jaren voor zijn overlijden in 2001 schreef hij een korte tekst, die betrekking heeft op de jaren in dat kamp. Die tekst is als inleidend woord, na dat van zijn moeder, eveneens in het boek afgedrukt.
Een Wonder
“….Zelfs in de donkerste dagen van de twintigste eeuw geschiedden wonderen. Midden in de Hel schiep mijn moeder voor mij een Hof van Eden. Zij plaatste om mij heen een sterke muur van liefde en gaf mij zoveel veiligheid, dat ik aan ons leven niets uitzonderlijks vinden kon en terugblikkend met een goed geweten kan zeggen: Mijn jeugd was wonderbaarlijk gelukkig. Hoe mijn moeder dit mogelijk heeft gemaakt, kan ik niet uitleggen. Zij zegt dat het vanzelfsprekend was. Voor mij blijft het een wonder,” schreef Raphael Sommer onder meer. Door dat wonder is hij ook later nimmer in staat om die duistere zijde van hun bestaan in Theresienstadt onder woorden te brengen. Mede daardoor kreeg hij het meest waardevolle geschenk wat men een kind kan geven: een gelukkige jeugd.
Kamp Theresienstadt
Over de periode in het zogenaamde modelkamp Theresienstadt, waarmee het naïeve en volstrekt onvoldoende geïnformeerde deel van de rest van Europa en tevens daarbuiten, wordt voorgespiegeld dat de Führer de Joden een stad heeft geschonken, en zelfs het Internationale Rode Kruis is er tijdens bezoeken aan het kamp niet in geslaagd verder te kijken dan de met bloemen versierde gevels-zonder-iets-daarachter. De propagandastunt van de incarnatie van het Kwaad ? de anaal gefixeerde necrofiel bij uitstek, Heinrich Himmler ? had zijn werk gedaan. Alles wat daar desondanks aan gruwelen heeft plaatsgevonden, is vele malen beschreven, maar in het kader van een zeer persoonlijke biografie is het van belang dat de eigen versie van en visie op deze periode voor de nageslachten blijft bewaard. (Daarom wijzen we in de boekenlijst onderaan ook nog even op het eerder verschenen Die Mädchen von Zimmer 28.)
Als Leopold Sommer eenmaal vanuit Theresienstadt op transport is gesteld, en uiteindelijk in Dachau wordt vermoord, verwacht Aice Herz-Sommer dat ze eveneens ieder moment met Raphael voor altijd kan worden heengezonden. Ook in het voorjaar van 1945 gaan de transporten door, al zijn de Geallieerden dicht genaderd.
Opnieuw geschiedt een wonder: Alice en Raphael ontlopen het transport naar Auschwitz.
Na de oorlog
Hoewel ze niet meer heel direct onder prikkeldraad en gewapende bewakers te lijden heeft gehad toen ze eenmaal in Praag was teruggekeerd, heerste daar wel de Knoet van Stalin. Mede daarom emigreerde ze met Raphael naar Israel om daar aan het Conservatorium van Jeruzalem te doceren. “Nur in israel fühlte sich meine Seele gut.” Op haar drieëntachtigste verhuisde ze, weer met Raphael, naar Londen, waar ze ook nu nog, meer dan een eeuw oud, iedere dag piano speelt. De vruchten daarvan zijn onder meer te beluisteren op een compact disc, die dezer dagen verschijnt.
Vandaag de dag
‘Bis heute bekomme ich fast täglich Besuch,” schrijft ze in het Voorwoord. Sommigen komen op een vaste tijd, zoals Zdenka Fantlova, de Tsjechische actrice die met haar in Theresienstad verbleef, en nu elke zaterdagmiddag om vier uur op bezoek komt. ’s Zondagsmiddags om vijf uur komt de celliste Anita Lasker-Wallfisch, die Auschwitz heeft overleefd doordat ze deel uitmaakte van het ‘Mädchenorchester’ aldaar. Haar hebben we in televisiedocumentaires over onder meer dat muziekensemble in Auschwitz aan het woord kunnen zien.
Op het moment dat de regels hierboven werden geschreven, belde een bezorgdienst aan: in een doos vol boeken ter bespreking onder meer “Nirgendwo und überall zu Haus”, een bundel gesprekken (aangevuld met foto’s) met vierentwintig overlevenden van de Holocaust. Onder hen de bovengenoemde celliste Anita Lasker-Wallfisch (die overigens in het Personenregister niet voorkomt). Zufälle gibt’s, die gibt es gar nicht.
Alice Herz-Sommer is een eenmalige vrouw met een Sommer-Herz. Wat een leven!
Respektvoll und mit vorzüglicher Hochachtung ziehe ich meinen Hut.
De auteurs
Melissa Müller (Wenen, 1967) is journaliste. In die hoedanigheid schreef ze reeds eerder twee boeken, die bestsellers zijn geworden: Das Mädchen Anne Frank, en later, samen met Traudl Jung: Bis zur letzten Stunde. Hitlers Sekretärin erzählt ihr Leben. Deze boeken zijn in meer dan twintig talen vertaald. Melissa Müller leeft tegenwoordig in München.
Reinhard Piechocki (1949) is op het eiland Vilm onder meer werkzaam voor de Internationale Naturschutzakademie, en heeft bekendheid gekregen met publicaties over kunsthistorische en contemporain-geschiedkundige onderwerpen. Diepgaande liefde voor de pianomuziek heeft hem in contact gebracht met Alice Herz-Sommer.
‘Anhang’
Zoals gebruikelijk wordt het boek met de nodige bijlagen afgesloten. Het dankwoord wordt gericht aan de velen, die tot steun zijn geweest bij de voorbereidingen en totstandkoming van dit biografische boek. Deze zijn verspreid over Europese en Amerikaanse landen, van Finland tot Canada.
Bijna 300 noten lichten de tekst van het boek toe, en in de literatuurlijst vinden we, naast de vele boeken over culturele onderwerpen, boektitels die de zwartste en de nazibruine bladzijden uit de geschiedenis van de twintigste eeuw behelzen: daarbij diverse over het vele wee en het weinige-maar-toch-existente wel in het voorportaal van de hel, genaamd Theresienstadt. Hetzelfde gevoel van onbehagen bekruipt de lezer bij het scannen van het Personenregister. Doordat deze opsomming alfabetisch is, staan, direct na de acht daarin opgenomen leden van de familie Herz, drie van de meest weerzinwekkende onderkruipsels uit de geschiedenis van de mensheid: Heydrich, Himmler, Hitler.
Aanbevelen!
Het valt te hopen dat deze briljant geschreven biografie zijn weg naar veel lezers zal vinden. Allen die zich voor de in het Theresienstadt van toen ondanks alle ellende overeind gebleven cultuur interesseren, zullen hier weer nieuwe gegevens vinden dan in andere boeken, die dezelfde thematiek hebben behandeld. Mensen die zich op enigerlei wijze verwant voelen met de cultuur van het oude Praag van het fin de siècle moeten dit boek ? dat niet alleen het levensverhaal is van een Joodse pianiste, maar evenzeer kan worden gezien als symbool en representatie van een onherstelbaar, door bewuste destructie, verloren gegaan wezenlijk deel van de Europese beschaving ? beslist lezen en het liefst verder aanbevelen.
De enige omissie die het boek heeft ? maar die snel, voor een volgende oplage, kan worden hersteld ? is de thans in spiegelbeed afgedrukte foto tegenover de titelpagina.
Melissa Müller / Reinhard Piechocki: Ein Garten Eden inmitten der Hölle ? Ein Jahrhundertleben. 432 pag. met vele z/w foto’s, geb., met stofomslag. Verschenen in de reeks Droemer Profile. Droemer Verlag, München, 21-09-2006; ISBN 3-426-27398-6. Prijs € 19,90.
Alice Herz-Sommer spielt: Werken van J.S. Bach, Beethoven, Schubert, Chopin, Smetana en Debussy. AHS Records 2006. Prijs € 10,? (exclusief verzendkosten). De CD is te bestellen bij Reinhard Piechocki, Dorfstraße 37a, D-18581 Kasnevitz, Telefaxnummer: 0049 38301 62238, en anders maar via E-mail: reinhard.piechocki@t-online.de is dan het adres.
In deze context aanbevolen:
Hannelore Brenner-Wonschick: Die Mädchen von Zimmer28 ? Freundschaft, Hoffnung und Überleben in Theresienstadt. 384 pag., geïllustreerd, geb. met stofomslag. Droemer Verlag, München 2004; ISBN 3-426-27331-4. Prijs € 19,90.
Sedert april 2006 ook verkrijgbaar als Knaur Taschenbuch, ISBN 3-426-77849-1, € 8,95.
Martin Doerry: “Nirgendwo und überall zu Haus” ? Gespräche mit Überlebenden des Holocaust. Fotografien von Monika Zucht. Ein SPIEGEL-Bildband. 264 pag., met 60 afb., Deutsche Verlags-Anstalt, München, augustus 2006; ISBN 3-421-04207-1. Prijs € 39,90.
(De genoemde prijzen gelden in Duitsland, alsmede in Amsterdam bij boekhandel Die Weisse Rose.)
(*) Zie ons artikel over Mahlers Eerste Symfonie op 23 augustus 2006.
Afbeeldingen
1. Omslag van de biografie van pianiste Alice Herz-Sommer, verschenen op 21-09-2006.
2. Alice Herz aan de piano in 1924, het jaar dat ze als concertpianiste debuteerde met Chopins Concert in e-klein.
3. Portret van Gustav Mahler door Laura van den Hengel; tevens ©.
4. Alice Herz, met bruidsboeket en de daarbij behorende bruidegom Leopold Sommer, direct na de huwelijksvoltrekking in 1931 voor de Burgerlijke Stand in Praag.
5. Alice Herz-Sommer bij de grafzerk van haar zoon, de cellist Raphael Sommer, die in 2001 is overleden.
6. Melissa Müller op bezoek bij Alice Herz-Sommer. © Melissa Müller
7. Alice Herz-Sommer neemt, zeer recentelijk, van auteur Reinhard Piechocki exemplaren van het hier besproken boek in ontvangst. © Melissa Müller.
Voor de foto’s 1, 2, 4 en 5 geldt: © Droemer Verlag, München.
herlees dit indrukkwekkende boek en ben ook op het spoor gezet van cd’s van raphael sommer en alice herz sommer. Een extra dimensie leverde dit op. Cees Peper