De stad van het fin de siècle in drie poëtische overwegingen

Theodor Storm, borstbeeld in zijn geboorteplaats HusumDie Stadt

Am grauen Strand, am grauen Meer
Und seitab liegt die Stadt;
Der Nebel drückt die Dächer schwer,
Und durch die Stille braust das Meer
Eintönig um die Stadt.

Es rauscht kein Wald, es schlägt im Mai
Kein Vogel ohne Unterlaß;
Die Wandergans mit hartem Schrei
Nur fliegt in Herbstesnacht vorbei,
Am Strande weht das Gras.

Doch hängt mein ganzes Herz an dir,
Du graue Stadt am Meer;
Der Jugend Zauber für und für
Ruht lächelnd doch auf dir, auf dir,
Du graue Stadt am Meer.

Theodor Storm (1817-1888)

____________________

Oskar Loerke, getekend door Emil StumpDie Stadt verklingt

Woher die feinen Töne schweben
Wie weit verwehter Düfte Schwaden?
Sie sind vom weiten Weg beladen
Mit Mörtelmehl und Spinneweben.

Verstaubtem Öl in Schlüssellöchern
Und stickluftdunkler Korridore,
Mit Säuren, Weines rotem Flore,
Mit Anklang, eisen, hölzern, knöchern.

Und während sie dich schwer erheben,
Kommt schon der Mond mit großem Rade,
Und unter dir klingt als Ballade
Die Stadt, der Abend und das Leben.

Oskar Loerke (1884-1941)

____________________

Gerrit EngelkeIch will heraus aus dieser Stadt

Ich weiß daß Berge auf mich warten,
Draußen — weit —
Und Wald und Winterfeld und Wiesengarten
Voll Gotteseinsamkeit —

Lees ook:  Een Duits poëzie-album uit 1888/89 (1)

Weiß daß für mich ein Wind durch Wälder dringt,
So lange schon —
Daß Schnee fällt , daß der Mond nachtleise singt
den Ewig-Ton —

Fühle, daß nachts Wolken schwellen,
Bäume
Daß Ebenen, Gebirge wellen
In meine Träume —

Die Winterberge, meine Berge tönen —
Wälder sind verschneit —
Ich will hinaus, mit euch mich zu versöhnen!
Ich will heraus aus dieser Zeit,

Hinweg von Märkten, Zimmern, Treppenstufen,
Straßenbraus —
Die Waldberge, die Waldberge rufen,
Locken mich hinaus!

Bald hab ich diese Straßenwochen,
Bald diesen Stadtbann aufgebrochen
Und ziehe hin, wo Ströme durch die Ewig-Erde pochen,
Ziehe selig in die Welt!

Gerrit Engelke (1890-1918)
____________
Afbeeldingen
1. Theodor Storm, borstbeeld in zijn geboorteplaats Husum.
2. Oskar Loerke, getekend door Emil Stump.
3. Gerrit Engelke.

2 gedachten over “De stad van het fin de siècle in drie poëtische overwegingen”

  1. Over Husum gesproken …

    Wat een verrassing, Theodor Storm te ontdekken als je op zoek bent naar Couperus. Ik heb inmiddels begrepen dat aan de nieuwe website Couperushuis nog gewerkt wordt. Daarom op deze plaats een kleine anekdote over Die graue Stadt am Meer.
    Meer dan twintig jaar geleden waren mijn man en ik met auto plus caravan op weg naar Husum om daar o.a. het Theodor-Storm-Huis te bezoeken. Een uur rijden vóór Husum stopten wij bij een klein tankstation, dat volgens onze informatie ook over een campeerterrein beschikte. Wij hadden wel gemerkt dat deze streek “tiefste Provinz” was en onze verwachtingen waren al niet hoog gespannen. Maar toen ik het kantoor binnen was gegaan om voor een plaats te vragen, had ik daar bijna spijt van. Achter een schamel bureau, over en over bedekt met stapels papieren, zat de garagehouder, breed lachend en in hevige discussie met een aantal in het zwart geklede motorrijders, die om hem heen stonden. Het leek me tegenover deze pure mannenwereld het beste, braaf te wachten. Maar dan: Mevrouw, U wenst? U wilt hier camperen? Ja, ik heb wel een plek voor U, maar ik kan het U niet aanbevelen. Het hele terrein zit vol met motorrijders. Dat zal U niet bevallen. U kunt beter de volgende camping nemen, 20 km hier vandaan.
    En met een blik naar buiten naar onze auto: Ach, U komt uit Nederland! Heeft U een speciaal doel, waarom U hierheen komt? Naar Husum en het Storm-Huis?
    En toen stond hij op – hij was groot van postuur – en begon voor mij in zijn nogal smoezelige T-shirt “Die graue Stadt am Meer” voor te dragen, zonder haperen en op een wijze, waarop een acteur jalours zou worden.
    Dit had ik nooit van een garagehouder verwacht.
    Christel Captijn-Müller

  2. Te oordelen naar de manier waarop u dat na zo lang heeft opgeschreven, betekent volgens mij dat die gebeurtenis een onuitwisbare indruk op u heeft gemaakt, die u ook de rest van uw leven zal bijblijven. Die dag is een grote verrijking voor u geworden, in meer dan één opzicht. En zijn nu juist dergelijke verrassingen niet nog intenser, intensiever en inniger dan die welke u bewust zoekt? Ik geloof stellig dat het gebeuren tevens heeft bijgedragen tot vergroting van uw vermogen tot relativeren en tot het openen van uw wezen voor zulke prachtige verrassingen. Serendipiteit ten top. Het heeft bij u vast wel een sfeer achtergelaten, die u ontvankelijk heeft gemaakt voor herhalingen, schat ik zo.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *