De ultieme biografie over Jean Sibelius

Omslag van 'Jean Sibelius – Eine Biographie' van Erik TawaststjernaSibelius als levensdoel
De Fin Erik Tawaststjerna, die als pianist was opgeleid, bekwaamde zich vervolgens in de muziekwetenschap, de drie laatste decennia van zijn leven (1916-1993) heeft hij echter voornamelijk gewijd aan de biografie over Jean Sibelius. Deze is, pas na het overlijden van de auteur, in 1997 bij uitgeverij Otava in Helsinki verschenen, en verleden zomer in een Duitse versie, vertaald uit het Fins en Zweeds, bij Jung und Jung in Salzburg. Daarmee is het gro(o)t(s)e boek – zonder twijfel een mijlpaal in de Sibelius-literatuur – voor een ruimere lezersschare beschikbaar gekomen. Weliswaar vormen de illustraties, waarvan vele niet eerder werden gepubliceerd, een aanzienlijke schat aan informatie, maar nu de tekst eindelijk voor zoveel meer lezers binnen handbereik ligt, kunnen we, voor het Europa buiten Scandinavië, dit geheel kwalificeren als volwaardig en imposant.

Jonge jaren
Onder zijn voorouders waren artsen en pastores, maar Jean Sibelius liet zich in 1885, 20 jaar oud, als student bij de rechtenfaculteit van de universiteit van Helsinki inschrijven. Een tentamen heeft hij er echter nooit gedaan en het duurde dan ook niet al te lang, voordat hij overstapte naar de muziek. Aanvankelijk studeerde hij te Helsingfors, later in Berlijn en Wenen bij Karl Goldmark. In 1890 begon zijn componistenloopbaan, en het eerste decennium van deze werkzaamheid werd meteen zijn meest vruchtbare. Vanaf 1891 doceerde Sibelius aan het Muziekinstituut van Helsinki en was hij tevens violist in een strijkkwartet.

Symfonisch gedicht
In 1892 oogstte Sibelius veel lof met zijn koorsymfonie Kullerwo. Gezien het tijdsgewricht lag het voor de hand dat hij de vorm van het symfonisch gedicht zou kiezen voor de verklanking van veel uit de geschiedenis en de sagenwereld van zijn geboorteland. Het gros van die symfonische gedichten is in Finland zeer populair geworden en is dat tot op heden ook gebleven.
Vanaf 1899 kreeg de kunstenaar een staatspensioen dat hem in staat stelde onbekommerd muziek te schrijven, en vijf jaar later kon hij reeds als vrije componist in zijn onderhoud voorzien. Hij ondernam tal van reizen, niet alleen in andere landen van Europa, maar vooral naar de Verenigde Staten, in eerste instantie om eigen werken te dirigeren.

Populariteit
Enkele van die eigen composities zijn uitzonderlijk populair geworden: het enige vioolconcert, de tweede symfonie, en vooral Finlandia, geschreven in 1900, dat niet voor niets als het alternatieve Finse volkslied geldt – het is bekender dan de nationale hymne. En Saga (1892), De Zwaan van Tuonela en Karelia (beide 1893) werden ook heel snel zeer geliefd en zijn dat gedurende de twintigste eeuw gebleven. Het is echter opvallend dat Sibelius niet overal in Europa even gezien is: zo is men in Duitsland flink wat gereserveerder jegens hem en wordt hij in Frankrijk vrijwel geheel gemeden.

Klassieke vorm
Net als menig ander keerde ook Jean Sibelus vanaf de eeuwwisseling het symfonisch gedicht de rug toe om zich meer en meer aan de klassieke vorm van de symfonie te wijden. In een kwart eeuw tijd heeft hij in die discipline zeven werken gecomponeerd. Deze grote stukken hebben in de loop van de twintigste eeuw steeds meer weerklank gevonden, vrijwel overal ter wereld. Er is echter in vakkringen – niet alleen door collega-componisten, maar ook van de zijde der kritiek en bij monde van conservatoriumdocenten – nog wel eens flink wat bezwaar tegen juist deze werken van Sibelius gemaakt. Enerzijds is dat niet verwonderlijk: dit deel van zijn oeuvre is niet geheel vrij van pompositeit en bombastiek, anderzijds geeft het wel een prima karaktertekening van het ‘ruwe’, specifiek Finse landschap vol bomen en meren.

Lees ook:  Vijf dagen urenlang muziek van Jean Sibelius op BBC Radio 3

Basisthema Finland
De rode draad die door het gehele werk van de componist Sibelius zou gaan lopen, wasPedri Schmeikka Finland: in zijn pianocomposities en liederen, in zijn koorwerken en in de kamermuziek. Het ligt voor de hand dat deze elementen vooral overheersen in die stukken welke zijn gebaseerd op de rijke schat aan Finse volksliedkunst, al dan niet direct gerelateerd aan de sagenschat. Daartoe heeft Sibelius de nodige moeite gedaan om zoveel mogelijk oospronkelijke bronnen aan te boren. Dat deed hij niet alleen door het bestuderen van de daarvoor beschikbare documenten, maar ook door reizen te ondernemen naar deels onherbergzame streken van Finland om ter plaatse verder onderzoek te doen. In de zomer van 1892 bezocht Sibelius de toen 80-jarige Pedri Schmeikka in diens woonplaats Mysysvaara, die een hele dag lang liederen voor de componist heeft gezongen.

Ware klankentaal
Veel van Sibelius’ muziek verheerlijkt de melancholieke schoonheid van het land, en de ruwe wildheid die echter tegelijkertijd iets van ongereptheid heeft behouden, niet in de laatste plaats door de tienduizenden meren. De invloeden die de folkloristische karakteristieken, welke zo onverbrekelijk met Filnand zijn verbonden, vormen de ware klankentaal van Jean Sibelius. Het is dan ook niet overdreven zijn oeuvre als muzikaal patriottisme te kwalificeren. In die context is Sibelius niet zelden omschreven als ‘Finlands stem van de wereld’.

Laatste periode
Op den duur hield de ouder wordende Sibelius zich meer en meer afzijdig van het openbare leven. Hij was vijfenzestig jaar van zijn bestaan samen met zijn vrouw Aino. Kort voor zijn negentigste verjaardag is er nog een mooie foto van hen beiden in hun huis genomen: de componist aan de piano, Aino leunt op dat instrument en aan de wand op de achtergrond hangt een portret uit Sibelius’ jonge jaren. De componist met ‘een harde schedel als concerthuis’ stierf in 1957, toen hij 92 jaar oud was.

Jean Sibelius (1865-1954)Een leven uitgebeeld
Het boek gro(o)t(s)e van Erik Tweststjerna biedt een enorme collectie aan beeldmateriaal, vooral foto’s, maar ook nog schilderijen en karikaturen. De auteur heeft er lang en intensief aan gewerkt, en uit alles blijkt dat hij een enorme voorliefde voor de persoon en het oeuvre van Jean Sibelius heeft gekoesterd. Kortom: daar werd iets groots verricht, niet alleen voor zover dat het letterlijke formaat van menige foto en van het gehele boek aangaat.
Tal van relaties van de componist, evenals toevallige bekenden, zowel in eigen land alsook in de rest van Europa, zijn in deze ultieme bografie vereeuwigd, hier en daar met niet, of nauwelijks eerder, gepubliceerd fotomateriaal. Sommigen komen diverse keren in het boek voor, in diverse levensfasen, zoals de componist Ferruccio Busoni.
In de laatse afdeling van het boek worden 24 pagina’s, steeds in twee kolommen, gewijd aan Sibelius’ composities. Na de werkenlijst in opsomming per categorie worden toelichtingen met tal van notenvoorbeelden gegeven, waarbij de nadruk ligt op de zeven symfonieën. Andere composites worden alleen beschreven.

Erik Tawaststjerna: Jean Sibelius – Eine Biographie. 360 pag, 24×28,5 cm, rijk geïllustreerd, geb. in linnen; Salzburg, Jung und Jung, 2005; ISBN 3-902144-94-7.

2 gedachten over “De ultieme biografie over Jean Sibelius”

  1. Helaas is dit boek nergens meer aan te komen. Zelfs de uitgever moest nee verkopen, dus de hoop is gevestigd op de 2e-hands markt of een verborgen hoekje waar dan ook. Mocht iemand iets weten, laat het a.u.b. ook mij weten!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *