Een verfijnde droom van schoonheid: Jan Toorop in het Haags Gemeentemuseum

Hedenochtend daalde uw studeerkamer-Hans Castorp af van zijn Toverberg in Amsterdam-Noord om zich per stroomtrein te begeven naar de enige decadente stad van Nederland. Waarvoor nu deze uitzonderlijke reis? Welnu, en dit natuurlijk ten overvloede want u wist het reeds, het is eindelijk zover: de grote Jan Toorop Tentoonstelling! Wij hadden het verfijnde genoegen een ‘preview’, zonder de aanwezigheid van ruw gemeen, te mogen bezoeken.

Wij hadden opzettelijk extra veel koffie gedronken, want we kunnen daar natuurlijk niet goed tegen. Onze zenuwen waren tot het uiterste gespannen om de schoonheidservaring bij voorbaat te verhogen. Bij datzelfde voorbaat wisten we dat het ongelofelijk mooi zou worden. Máár… we zijn hier in Holland, dus je weet het nooit helemaal zeker, en ze kunnen het altijd nog verknallen. Maar neen, o lezer! Als we nog echt in 1900 leefden, zou dit een lyrisch-impressionistische boutade geworden zijn, zoals Plasschaert of Van Deyssel die schreven nadat zij Toorops werk hadden aanschouwd. Wij zijn hen niet en in het hier en nu, dus proberen we zo objectief mogelijk te blijven en niet al te autobiografisch te worden, maar dat wordt deze keer lastig. Welk effect had de tentoonstelling op ons gemoed? Welnu, dit komt redelijk in de buurt. Wow!

Het is een een perfecte tentoonstelling, een verfijnde droom van schoonheid. Wij kunnen helemaal niks verzinnen wat hier niet goed aan zou zijn, waar we over zouden kunnen zeuren of wat beter zou kunnen. Man van het jaar 2014 Gerard van Wezel is ook nu weer man van het jaar!

De gastconservator heeft de meest perfecte tentoonstelling gemaakt die wij ooit zagen. Dat zegt misschien niks, want wie zijn wij en wat hebben wij nu helemaal gezien? Precies, niet veel, en alles is ijdelheid en najagen van wind, maar alleen al het gegeven dat er nu een tentoonstelling is waar de jonge generatie (Toorop-kwinkslag) het werk van deze kunstenaar kan leren kennen of nader bestuderen maakt deze tentoonstelling van het allerhoogste belang. Sterker nog: zo’n tentoonstelling is er toch nog nooit geweest? Precies!

De toezegging van gastconservator en het Haags Gemeentemuseum – alleen het allerbeste – is gans correct gebleken. Het vroege Brusselse werk, de strand- en zeegezichten uit Katwijk en Domburg, de portretten en zelfportretten, het meer sociaal geëngageerd werk: er hangen daar enkel de mooiste voorbeelden van. Of beter gezegd: het is allemaal per definitie van de allerhoogste kwaliteit. Toorop kón immers helemaal geen slecht werk maken. Toorop is de Beatles en de Ramones van de Nederlandse schilderkunst in één! Alles is goed bij hem. En dat vermaledijde latere katholieke werk dan? Welnu, kent u als Beatles- en Ramonesfan – vandaar de vergelijking – een valse noot in hun laatste, misschien minder fenomenale werken? Neen. Precies! En ja, hij is een voorloper en dit en dat en ‘belangrijk voor de ontwikkeling van de moderne Nederlandse kunst’. Doet er niet toe. Wij willen mooi! Bij dezen!

Lees ook:  Een greep uit het Parijse leven van Kees van Dongen: over Jean Lefort (1900)

En dan natuurlijk de opener en de uitsmijter: het werk 1890-1899, het symbolistische werk, de boekbanden en -illustraties, het grafisch werk, de etherische dames, De Sphinx, De Drie Bruiden, Fataliteit, et cetera Het hangt allemaal, en meer, in een grote zaal bij elkaar. Los kennen we het, en u ook, wel behoorlijk, maar zag u dit ooit bij elkaar? Hallelujah! Hoe moeten we dit nu zeggen? Toch wat lyrisch-impressionisme, maar dan een beetje populair en rock’n’roll. Het is Casablanca en The Bride of Frankenstein, het is Revolver en A Hard Day’s Night, het is En Route van Huysmans, het is À la Recherche.., het is Couperus’ Metamorfoze, het is Forever changes en Pet Sounds, het is Extaze: finale van De Nerée, het is The Clash of The Ramones, het is Vertigo en The Birds, het is Henry James en Les Fleurs du Mal. Enzovoorts, enzovoorts. Het is kortom die mooiste kunst die er bestaat. Punt.

Sla-olie-stijl, jugendstil-kitsch, enge vrouwen, wazige mystiek en andere vaak gehoorde kritiek? Wat u wilt, doet ons niks, wij waren fan en zijn dit nu meer dan ooit. En u, Hypocrite lecteur, — mon semblable, — mon frère!, u moet deze tentoonstelling absoluut bezoeken. Het liefst drie keer.

En bovenop het risico als een ware Eline een flauwte te krijgen van al dit moois is er ook nog eens de bijbehorende catalogus, het eerste deel van de driedelige oeuvrecatalogus. Die is ongelofelijk mooi geworden! En eindelijk een standaardwerk over Toorop waar alle eenzame, decadente kunsthistorici hier te lande naar kunnen refereren. Tot nog toe was het altijd een hoop geblader en losse boekies.

Ten slotte is er óók nog een boekje voor kinderen. Daar gruwelen wij natuurlijk bij voorbaat van, zo’n museale knieval voor kinderen. Kinderen moeten lekker thuisblijven. En kinderboeken vinden wij ook niks. Het enige kinderboek hier is uiteraard Het boek der verbeelding (1893), met de band en illustraties van… Jan Toorop. Maar werkelijk waar, dat is ook echt enorm leuk!

Het klinkt allemaal te positief en mooi om waar te zijn. Met Jacob de Haan dromen wij immers vaak dat we in de hel zijn, maar blijken wij na het ontwaken ons echter toch in Holland te bevinden, als u begrijpt wat wij bedoelen. Maar deze tentoonstelling in het Haagse is echt, écht on-Hollands mooi.

4 gedachten over “Een verfijnde droom van schoonheid: Jan Toorop in het Haags Gemeentemuseum”

  1. Volgens mij ben je best wel enthousiast hierover Sander, als ik dat zo zeggen mag. Maar, om in muziek-similes te blijven, de Toorop uit de Paapse periode is toch een beetje de Stones tijdens en na Jumping Jack Flash. Toen werd het formule. Maar ieder zijn meug. En ik zal zeker gaan kijken!

  2. Nou Wim, laten we het hierover nu oneens zijn. Ik heb me juist in dat katholieke werk van Toorop moeten verdiepen voor ‘De genade van de steiger’ en al mijn vooroordelen op moeten ruimen. Maar dat had Gerard van Wezel me al voorspeld. 😉 Mooie recensie, Sander, en dat van Eline houd ik in gedachten, wanneer ik ga kijken.

  3. Heel redelijk tekenen kon ie nog wel, daar niet van – heb sinds enkele jaren een kleine voor-schets van het grote portret uit 1924 van Adriaan Domela Nieuwenhuis, de fabrikant, nota bene voor relatief luttel bedrag aangeschaft in mijn aloude voorvaderstad Kampen. Mijn opa vond er overigens altijd plezier in Toorops uit de Paapse periode na te tekenen, wat ‘m heel fatsoenlijk lukte.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *