Een Vlaamse ‘Lady of Shalott’

De vrouwe van Shalott, wie kent haar niet? Het op een dertiende-eeuwse Italiaanse novelle geïnspireerde gedicht van Alfred Tennyson uit 1833, dat de tragische geschiedenis van deze middeleeuwse jonkvrouwe verhaalt, is — zo niet om zichzelf, dan toch zeker door haar prerafaëlitische illustraties — beroemd geworden. De cultus van de Lady of Shalott was geen exclusief Brits verschijnsel, wat eens te meer blijkt nu er een Belgische variant van de vrouwe is opgedoken. […]

Er was eens…
Er was eens een middeleeuwse dame die gevangen zat in een toren op het eilandje Shalott. Er rustte een vloek op haar. Nooit zou zij de wereld direct mogen aanschouwen of het zou haar duur komen te staan. Daarom zat zij met haar rug naar het raam en keek zij door een spiegel, waarin het leven op Camelot, het kasteel van koning Arthur, aan haar voorbij trok. Ondertussen weefde zij, taferelen die zij in haar spiegel zag:

She lives with little joy or fear.
Over the water, running near,
The sheepbell tinkles in her ear.
Before her hangs a mirror clear,
Reflecting tower’d Camelot.
And as the mazy web she whirls,
She sees the surly village churls,
And the red cloaks of market girls
Pass onward from Shalott.

Op een dag kwam de charmante ridder Lancelot haar raam voorbij… Een groot verlangen maakte zich meester van de dame van Shalott. Ze rukte haar oog los van de spiegel en keek uit het raam. Onmiddellijk werd de betovering verbroken en stierf zij, op de boot die haar van het eiland Shalott naar Camelot en haar geliefde Lancelot moest varen:

A longdrawn carol, mournful, holy,
She chanted loudly, chanted lowly,
Till her eyes were darken’d wholly,
And her smooth face sharpen’d slowly,
Turn’d to tower’d Camelot:
For ere she reach’d upon the tide
The first house by the water-side,
Singing in her song she died,
The Lady of Shalott.

Een prerafaëlitische mode
De vrouwe van Shalott, wie kent haar niet? Het (op een dertiende-eeuwse Italiaanse novelle geïnspireerde) gedicht van Alfred Tennyson uit 1833, dat de tragische geschiedenis van deze middeleeuwse jonkvrouwe verhaalt, is zo niet om zichzelf, dan toch zeker door haar prerafaëlitische illustraties  beroemd geworden. De Moxon-editie van Tennysons Poems uit 1857 werd door William Holman Hunt en Dante Gabriel Rossetti van illustraties voorzien. Daarna ontstond een hele mode, en begonnen allerlei Victoriaanse schilders episoden uit het verhaal te verbeelden. Zo legde onder anderen de late prerafaëliet John William Waterhouse drie momenten uit het verhaal vast op doek.

Dat de Nederlandse schilder Matthijs Maris ook gefascineerd was door Tennysons mediëvalistische gedicht en de vrouwe van Shalott verschillende malen verbeeldde, is al langer bekend. In de tentoonstellingscatalogus Vluchten in Schoonheid uit 2008 worden zijn Ladies of Shalott uitgebreid besproken en in verband gebracht met de prerafaëlitische traditie waarin zijn werken, in Engeland gemaakt, geplaatst moeten worden. Ook schreef Linda Groen voor de bundel Worldwide Pre-Raphaelitism (2005) een artikel over Maris’ variaties op het thema. Maris moest overigens zelf niets weten van de prerafaëlieten en/of enige invloed van deze kunststroming op zijn werk, en ontkende die dan ook hevig, ook al hebben zijn tijdgenoten Hermine Marius en Jan Veth in hun kritieken herhaaldelijk op het verband gewezen.

Een Vlaamse variant
De cultus van de Lady of Shalott was dus geen exclusief Brits verschijnsel. Die conclusie wordt nog eens te meer bevestigd nu er ook een Belgische variant van de vrouwe is opgedoken. In het Nederlandse culturele tijdschrift De Portefeuille van 1888 vond ik een vertaling van enkele strofen uit Tennysons gedicht, vergezeld van een reproductie van een schilderij getiteld De Vrouwe van Shalott, gemaakt door ene Emanuel van den Bossche. De afbeelding blijkt een kopie te zijn van een reproductie in het Duitse Schorer’s Familienblatt uit datzelfde jaar, waarin het schilderij paginagroot is weergegeven en voorzien is van de (bijna) correcte naam van de schilder: Emanuel van den Bussche.

Lees ook:  'Egidius' van Boutens in De Parelduiker

Wat weten we van deze man? Niet veel. De kunsthistorische biografische lexica vermelden het volgende: Joseph Emmanuel van den Bussche (1837-1908) werd geboren in Antwerpen en is gestorven in Bosvoorde. Hij was schilder, voornamelijk van historische voorstellingen en genretaferelen, en auteur, maar wat hij zoal schreef wordt niet vermeld. Picarta geeft een werk (dichtbundel?) getiteld Kersbloemen (1858), dat ook in het Frans is vertaald, en Antiqbook een studie getiteld Les Maitres Flamands au Musée d’Anvers, Etude Artistique (1872). Van den Bussche studeerde eerst aan de Academie in Antwerpen, waar hij later leraar werd, en maakte na zijn studietijd een reis door Europa en het Midden-Oosten. Zou Van den Bussche op zijn reis door Europa ook Engeland hebben aangedaan en zich door prerafaëlitische voorbeelden hebben laten inspireren?

Van den Bussches Vrouwe van Shalott verbeeldt de sterfscene uit het gedicht: een veerman manoeuvreert een boot weg van de oever waarin een bleke dame ligt. Zij lijkt al overleden. Haar witte gewaad en de lelie om haar pols zijn tekenen van haar reinheid en onschuld. Ridders kijken toe vanaf de oever. Waterhouse schilderde in 1888 eveneens dit tragische einde van de vrouwe, maar Van den Bussches tafereel heeft niets van de dramatiek van Waterhouse’ schilderij, waarop de vrouwe rechtop in de boot zit en in wanhoop haar dood tegemoet vaart. Op Van den Bussches schilderij is veeleer sprake van overgave en berusting. De sfeer die het uitstraalt doet denken aan Millais’ Ophelia, waar overigens ook het riet op de voorgrond aan herinnert. Mijn nieuwsgierigheid naar het schilderij (in kleur) is door deze reproductie gewekt, maar het is mij niet bekend waar het wordt bewaard. Wie meer weet mag het zeggen.
_______________
Afbeeldingen:
– John William Waterhouse, The Lady of Shalott (1888). Tate Gallery, Londen.
– Matthijs Maris, Onder de boom ‘The Lady of Shalott’ (ca. 1882)
– Joseph Emmanuel Van den Bussche, De vrouwe van Shalott. Reproductie uit Schorer’s Familienblatt 3 (1888) 7.

_______________
Literatuur:
– B.v.Heyningen, ‘De Vrouwe van Shalott’. In: De Portefeuille 10 (1888-1889), p. 296-297.
Schorers Familienblatt : eine illustrierte zeitschrift 3 (1888) 7.
– Laanstra, Ria & Suzanne Veldink, Vluchten in Schoonheid. De Prerafaëlieten en Nederlandse kunstenaars rond 1900, D’jonge Hond, Harderwijk 2008.
– Piron, Paul, De Belgische kunstenaars uit de 19de en 20ste eeuw. Art in Belgium, Brussel 1999.
– Tobin, Thomas J.,Worldwide Pre-Raphaelitism, State University of New York Press, Albany, New York, 2005.

3 gedachten over “Een Vlaamse ‘Lady of Shalott’”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *