John Ruskin: “Alle versiering behoort zichtbaar te zijn.”

Hoewel John Ruskin (1819-1900) op tal van fronten zijn mannetje stond, bleek in de BBC-dramaserie ‘Desperate Romantics’ in het kader van zijn intensieve bemoeienissen met de Pre-Rapahaelite Brotherhood dat hij ook een uitermate ijdele en tevens een ietwat gespleten persoon was. In deze bijdrage beperken we ons tot zijn relatie met die schildersbent medio negentiende eeuw. […]

Ruskins schaakzetten
In de derde aflevering van BBC’s kostuumdrama Desperate Romantics — over de Pre-Raphaelite Brotherhood — is opnieuw het één en ander in diep doordringende kleuren aan ons voorgesteld: niet alleen diverse wezenskenmerken van de vrouwen die als model beschikbaar waren, maar ook meer over  de heren schilders zelf, en daarnaast de keerzijde die kleefde aan de dikwijls minzame, soms wel een vleugje sympathie of zelfs sporenelementen van hartelijkheid vertonende, criticus John Ruskin. Doch — onparlementair uitgedrukt — diens aura deugde niet: hij droeg steeds een sfeer van hooghartigheid en verregaand, ja overmatig,  zelfbewustzijn met zich.
We hadden u in een vorige bijdrage reeds gewezen op het feit dat de — in meer dan één opzicht nogal lief-naïef-domme — John Millais, die o zo graag vooruit in de wereld wilde, zich liet inpalmen door John Ruskin en zich — als maagd — heeft laten spannen voor een heel ander karretje dan hem en zijn in ruime mate voorhanden ‘lagere hartstochten’ op een Victoriaans geornamenteerd dienblad leken te worden voorgeschoteld. Ruskins echtgenote Effie Gray was de inzet: zij moest het nieuwe model van Millais worden, en van hem werd verwacht dat hij — als droog staande jongeling die daarentegen achter zijn oren nog niet droog bleek — zich wel zou laten leiden door de caprices van een ander, lager staand penseel dat de omvang van een kwast nader kwam.
Niet een vermeende steriliteit of de dito impotentie van de meestercriticus, en al evenmin diens, eventueel in heel directe zin verdrongen, doch via de echtgenote geprojecteerde, homoseksuele verlangen jegens Millais vormde het motief voor de geregisseerde, nu letterlijke, omarming door Millais van zijn nieuwste model dat hem bijna letterlijk in de schoot was geworpen, doch het beoogde resultaat van een al te kille, van elke denkbare vorm van liefde gespeende, calculatie.

Manipulatie allerwegen
De uitkomst van het door hem georkestreerde overspel  zou ertoe moeten leiden dat John Ruskin daaraan een echtscheidingsgrond zou kunnen overhouden. Fraai was zulks als een vloekend ornament terzijde evenmin toen, en zeker niet voor een estheet. Dat handige maar toch zo dubieuze schaakspel had door iemand, die zich meer had laten leiden door het hoofd en het hart dan door de aan zijn leeftijd onverbrekelijk verbonden testosteron-productie, eigenlijk snel kunnen worden ontmaskerd, aangezien er sprake was van een wel heel zware, doorgestoken kaart in een voor Ruskin opgelegd pandoer.
Op het moment dat de vrienden — Rossetti, Hunt en de ’toegevoegde Walters’ — aan een cafétafel wachtten tot Millais verslag zou komen doen van het persoonlijk bijgewoonde, want daarin handelend optredende, tweevoudige defloratieproces, beseften dezen, door de zelf geopperde ideeën omtrent het gebeuren, wat precies de opzet van John Ruskin voor dat aangemoedigde  treffen moest zijn geweest, en — jawel, daar stoven de jonge heren overeind en  draafden ze  weer door Londense, op dat moment besneeuwde, straten om voor de woonst van Ruskin met luider stemme de aandacht op zich te vestigen, opdat Millais hen binnen zou kunnen horen en — als het bekennen in bijbelse zin nog niet nog niet had plaatsgehad — zich nog zou kunnen inhouden en eveneens onthouden. Zo geschiedde, en na uitwisseling van enige gedachten betreffende de situatie, schreef de verzonnen deus ex machina Walters een artikel dat hij de London Illustrated News heeft aangeboden, die het wegens de daarin beschreven brisante situatie, zij het zonder auteursnaam, op de voorpagina plaatste. Dat bracht Ruskin even in problemen. “Net goed”, vond Rossetti, die de man zulk een penibel gebeuren maar al te graag gunde, en dit in het café ten onverstaan van diverse anderen ten beste gaf. Doch Dante Gabriel was zo’n ambitieuze jonge kunstenaar met een berekenend karakter, die zijn kans schoon zag en bij Ruskin op bezoek ging en daar een verhaal ophing dat lijnrecht tegenover zijn eerdere betoog in dat andere gezelschap stond. Hij maakte zijn vriend Millais zwart en prostitueerde zich als kunstenaar om met halve en hele onwaarheden John Ruskin in zijn kamp te halen, hetgeen hem gelukte. Kort en goed, de andere leden van de bent beseften toen nog niet dat ze, met een vriend van het kaliber Rossetti — in ieder geval binnen het kader der actualiteit — beslist geen vijanden meer nodig hadden. Wel bleef Ruskin de schilderkunst van Millais steunen, want hij was zeer wel in staat, zo beweerde hij althans, de persoon van de kunstenaar te scheiden. En zo ploeterden de heren en hun dames voort tot aan de volgende aflevering.
De lichtgeraakte, en tekenen van hysterie vertonende, Rossetti wachtte zijn kans af:  als gewenst en verwacht gevolg van het optreden bij Ruskin; Millais werd, evenals zijn partner — die de verbintenis snel gelegaliseerd wilde zien, om op die manier toch een eerbare vrouw te blijven voor het oog van de Londense bevolking — geheel meegesleurd op de deinende golven der vleselijke lusten, en Lizzy Siddal leerde zelf te tekenen en te schilderen, maar ook dat leverde vooreerst geen huishoudgeld op. Een kleine maar zeer voelbare, snel om zich heen grijpende financiële crisis zorgde ervoor dat andere vormen van creativiteit binnen de gegeven situatie dienden te worden aangegrepen om zichzelf en de partner weer door de moeilijke tijd heen te slepen. Ondanks de scherpe contrasten met onze tijd en de daarin voorkomende nieuwigheden, bestaan er ook zeer direct herkenbare overeenkomsten.
Holman Hunt maakte bekend dat hij naar het heilige land wilde om aldaar de sfeer te proeven die het heilige gezin in de dagen van olim moet hebben omgeven. Die wens was erg tegen het zere been van zijn alles behalve damesachtige model en meisje. Millais schilderde onverstoorbaar verder en creëerde uitzonderlijke kunst, en hij vertoonde zich eveneens  in oogverblindend kleurige, artistieke kledij, en in zo’n uitmonstering kwam hij Charles Dickens, deze keer op straat, tegen; die kon het weer niet laten, een niet mis te verstane steek onder water uit te delen, maar Millais voelde zich daardoor niet in het minst aangesproken en ging onverstoorbaar zijns weegs.

Lees ook:  Prerafaëlitisme in de Nederlandse literatuur en beeldende kunst (1855-1910)

Grillige ornamentiek
“Alle versiering behoort zichtbaar te zijn”, [1] was de overtuiging van Ruskin als het om uitingen van architectuur en schilderkunst ging. Voor langs kunstmatige sluipwegen gerealiseerde faits accomplis binnen menselijke relaties lag dat in zijn gedrag duidelijk anders. Een afwijkende vorm van architectuur en een tot werkelijkheid gemanipuleerd ontwerp zou dat kennelijk alleszins rechtvaardigen. Doch Ruskin had buiten de overige artistieke vaste bezoekers van de waard gerekend, en zo werd het vleselijke huwelijk tussen mevrouw Ruskin en de veelbelovende jongeman niet geconsumeerd voordat de beide Ruskins elk huns weegs zouden gaan.
Die kink in de kabel paste in het geheel niet in Ruskins concept en daarom moest hij — nu de val was dichtgeslagen voordat Millais er had kunnen intrappen — zijn woede bekoelen op de desondanks van ontrouw verdachte wederhelft, die derhalve op haar maagdelijkheid diende te worden getest in een entourage die de opgewektheid van het wezen niet bepaald in de hand kan hebben gewerkt.
Zulk gedrag valt op geen enkele wijze te rijmen met een wezen dat het begrip righteousness als leidraad, voor de kunst en voor het dagelijks leven, hoog in het vaandel droeg.

Nog drie afleveringen
Het verwerken van nog drie keer een uur televisiedrama — met daarin extravert-emotionele toestanden en gebeurtenissen, alsmede  intriges van de broeders met wel heel rijk geschakeerde hartstochten en alles wat daar omheen een rol speelt, en allen die daarbij op enigerlei wijze blijken te zijn, dan wel te worden, betrokken — zal, ondanks de daarin voorkomende aspecten van schoonheid en zuiverheid, tegenover de menselijke, al te menselijke kleinzieligheden, het nodige van het geduld van enige kijkers vergen.
Omdat John Ruskin in zijn talrijke hoedanigheden het pad van de Pre-Raphaelites mede zal bewandelen, respectievelijk kruisen — met of zonder overdrachtelijke degen —, kunnen we in een later stadium nog wat meer over deze cultuurcriticus en zijn werk uittillen boven het kader van de veelzijdig en driftig penselende broeders.
__________
[1]
Uit Lectures on architecture and painting (1854). In de Nederlandse vertaling door J. de Gruyter opgenomen in Uren met Ruskin, uitgegeven door de Hollandia-drukkerij te Baarn in het jaar 1920. Heel opvallend is hoe in het boek in kwestie het jaartal in Romeinse cijfers staat afgedrukt: MXMXX, maar dat moet vanzelfsprekend MCMXX zijn, aangezien de eerste — weliswaar zeer ongebruikelijke, doch in die schrijfwijze niet onmogelijke — versie 2010 zou betekenen.
____________
Afbeeldingen
1. Portret van John Ruskin van ongeveer 1865. De omzetting van deze man naar Tom Hollander kunt u zien in een eerdere bijdrage over de bewuste schildersbent, op 30 juli gepubliceerd in dit elektronische kunstenblad. U hoeft alleen maar hier te klikken.
2. Mrs. Ruskin-Gray, zoals Millais haar in 1853 zag en als Effie in Natural Ornament beschreef.
3. De in die dagen razend populaire Engelse auteur Charles Dickens, op de foto — in tegenstelling tot in de dramaserie Desperate Romantics — zeker geen verschijning met een karikaturaal uiterlijk.
4. Ornament op het voorplat van Uren met Ruskin. Het goed geconserveerde exemplaar draagt sporen van de opname in een boekerij: Openbare Bibliotheek en Leeszaal Amsterdam. Op de titelpagina staan tevens stempels die aangeven dat het boek werd afgeschreven.

Eén gedachte over “John Ruskin: “Alle versiering behoort zichtbaar te zijn.””

  1. Ach, de soap is van alle tijden.

    Ter rustmatiger verpozing aanbevolen: een bezoek aan Ruskins optrekje Brantwood aan Coniston Water (Lake District). Als aan het eind van een regenachtige zomermiddag een opklaring vanuit het westen overkomt … werkelijk subliem.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *