Pre-Raphaelite en Aesthetic Art in Engeland: drie tentoonstellingen

Wie houdt van de Engelse prerafaëlitische en esthetische kunst uit de tweede helft van de negentiende eeuw kan momenteel in Engeland zijn hart ophalen: drie tentoonstellingen stellen bekende en onbekende kunstwerken uit deze periode centraal. […]

Wie houdt van de Engelse prerafaëlitische en esthetische kunst uit de tweede helft van de negentiende eeuw kan momenteel in Engeland zijn hart ophalen: drie tentoonstellingen stellen bekende en onbekende kunstwerken uit deze periode centraal. Allereerst loopt er in het Birmingham Museum and Art Gallery een expositie geheel gewijd aan ‘Pre-Raphaelite Drawing’. Gelukkig is dat woord ‘Pre-Raphaelite’ hier niet zo strikt opgevat en wordt er in Birmingham niet alleen werk van de oorspronkelijke prerafaëlitische broeders getoond, maar ook dat van hun ‘associates’ en latere navolgers. Werk van John Ruskin, Frederic Sandys, Aubrey Beardsley en Charles Ricketts ontbreken bijgevolg niet. Ook zijn er niet, zoals de titel van de expositie doet vermoeden, alleen maar studies en tekeningen te bezichtigen: in veel gevallen is naast een aantal voor- en deelstudies ook het uiteindelijke definitieve schilderij, gebruiksvoorwerp of glas-in-loodraam getoond. Daardoor wordt het creatieve proces zichtbaar dat aan deze kunstwerken voorafging. Zo zijn bijvoorbeeld de voorstudies van Millais’ Ophelia en A Huguenot te zien, wat deze beroemde schilderijen een nieuwe dimensie geeft. Waar de blik van Ophelia op de voorstudie nog verschrikt is, is die op het schilderij veranderd in een uitdrukking van gelatenheid en acceptatie van de dood. En de manier waarop de strijd tussen man en vrouw op The Huguenot op voorstudies staat verbeeld is dramatischer, explicieter, minder subtiel dan op het schilderij. Deze tentoonstelling is een bezoekje aan de tweede grootste stad van Engeland zeker waard. De echte fan kan zich bovendien baden in prerafaëlitisch licht, dat straalt door de glas-in-loodramen van de St. Philip’s Cathedral, ontworpen door Edward Burne-Jones.

Ook Londen heeft aan de moderne estheet op het moment veel te bieden. Een must see is de tentoonstelling ‘The Cult of Beauty’ in het Victoria & Albert Museum, waarover op deze website eerder werd bericht. Ook hier veel prerafaëlieten, maar dan vooral de latere (Rossetti’s vrouwenportretten, Burne-Jones’ The Beguiling of Merlin, Morris’ enige schilderij La Belle Iseult), en daarnaast is er werk van de kunstenaars die we rekenen tot de Aesthetic Movement: Whistler, Moore, Leighton, Alma Tadema, Beardsley, et cetera. Het meest spectaculaire aan deze tentoonstelling (want spectaculair, dat is ie) is dat alle kunstvormen vertegenwoordigd zij die door deze kunstenaars beoefend werden, en dat er zo een totaalindruk ontstaat van de kunstvernieuwingen en de smaak in laat negentiende-eeuws Engeland. We komen erachter dat Rossetti en Alma Tadema allebei sofa’s ontwierpen, dat Burne-Jones ook sieraden ontwierp, dat de banden tussen kunstenaars en kunstdisciplines hecht waren en deze van alle kanten op elkaar inwerkten. In de tentoonstellingsruimte zijn gedichten van Swinburne en Rossetti te horen die ook weer als inspiratie hebben gediend voor enkele tentoongestelde kunstwerken. Het is duidelijk dat er veel tijd en geld in deze tentoonstelling is gestoken. De wanddecoraties (geprojecteerde pauwen) zijn werkelijk prachtig, de audio guide is informatief en vermakelijk (want soms in dialoogvorm) ingesproken, en de mogelijkheden van nieuwe installatietechnieken zijn ten volle benut. Een goed geslaagd voorbeeld van dat laatste is een rond videoscherm waarop de wanden van de door Whistler ontworpen ‘peacock room’ geprojecteerd zijn, waardoor je je als bezoeker daadwerkelijk in die kamer waant en een indruk krijgt van de perfecte harmonie die de afzonderlijke decoraties samen vormen. Deze blog geeft een inkijkje in de totstandkoming van de tentoonstelling.

Lees ook:  Een berispend gedichtje naar aanleiding van Couperus' Metamorfoze

En ben je dan toch in Londen, dan is er vlak bij Covent Garden, in de Courtauld Gallery – waar tot mijn verrassing een aantal magnifieke Van Goghs en impressionisten blijkt te hangen – ook nog een kleine expositie van ‘Victorian Drawings and Watercolours’. De tentoonstelling heeft niet echt een thema, wat enerzijds een gebrek aan eenheid tot gevolg heeft (verschillende stijlen, technieken en onderwerpen hangen door elkaar), maar wat anderzijds ook weer verfrissend werkt doordat er ontwikkelingen en contrasten zichtbaar worden. De schetsen van Rossetti en Burne-Jones hangen bijvoorbeeld naast die van een aantal academisch geschoolde kunstenaars, waardoor des te duidelijker wordt dat voor de prerafaëlieten de weergave van de karakteristieken, de essentie van hun vrouwelijk model veel belangrijker was dan een perfecte anatomische weergave.

Bij alle drie de tentoonstellingen is een catalogus verschenen. Die bij de expositie in Birmingham is geschreven door één expert, Colin Cruise, en maakt een heel degelijke indruk. De catalogus bij ‘The Cult of Beauty’ bevat essays van een groot aantal kenners van Engelse negentiende-eeuwse kunst, waaronder Elizabeth Prettejohn, schrijfster van twee recente handboeken over de prerafaëlieten en de Aesthetic Movement. De catalogus van de Courtauld Gallery is een verzameling essays van (PhD-)studenten kunstgeschiedenis. Alle drie de boekwerken tonen aan dat het laatste woord over de Engelse negentiende-eeuwse kunst nog lang niet geschreven is en dat er telkens weer wat nieuws aan te ontdekken is. Het is daarom maar goed dat de Engelsen niet van plan lijken te zijn hun Victoriaanse culturele erfgoed, hun nationale trots, met rust te laten. Ik vermoed dat het nu weer de beurt is aan Tate Britain om met een prerafaëlieten-tentoonstelling de blits te maken…

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *