Elgar put kracht uit Beethovens voorbeeld

Sinds de première op 19 juni 1899 van de Enigma Variations van de Britse componist Edward Elgar (1857-1934) hebben vele muziekkenners zich het hoofd gebroken over het raadsel dat in die muziek verstopt zit. Volgens Hans Westgeest, die een boek over deze materie schreef, kun je de oplossing het beste zoeken bij wat de componist er zelf over heeft gezegd. […]

Wat doe je als je iets moet schrijven over een muziekstuk met de titel ‘Enigma’ terwijl je geen idee hebt wat dat raadsel inhoudt? Dan blijf je maar beter zo dicht mogelijk bij wat de componist er zelf over heeft prijsgegeven. Charles A. Barry, die een programmatoelichting  moest verzorgen voor de première van de Enigma Variations in 1899, haalde dan ook Elgars eigen woorden aan, met daarin de belangrijke mededeling ‘… through and over the whole set [van variaties] another and larger theme “goes”, but is not played… So the principal Theme never appears…‘.

Ook F.G. Edwards, redacteur van the Musical Times, deed dat in zijn artikel over Elgar van oktober 1900. Beginnend met ‘Mr Elgar tells us that … vermeldt hij dat het mogelijk is een andere muzikale frase, ‘which is quite familiar‘, toe te voegen boven het oorspronkelijke thema dat Elgar had geschreven. Zoals uit de correspondentie blijkt, heeft Edwards heel nauwgezet alle wijzigingen uitgevoerd die Elgar en zijn vrouw Alice na lezing van zijn artikel in de tekst aangebracht wilden zien. Zelfs zocht hij hen een maand vóór de publicatie nog eens op om erover te praten. Het is echt ondenkbaar dat Elgar een onjuiste mededeling over zijn Enigma in Edwards artikel zou hebben laten staan. Ook Robert Buckley claimt in zijn Elgar-biografie van 1905 Elgars eigen woorden weer te geven. Wat hij erover zegt, bevestigt wat Edwards erover meedeelde en is zelfs nog wat specifieker. Eén ding lijkt hiermee wel zeker: om het enigma op te lossen moet men zoeken naar een in het werk verborgen bekende melodie die met het thema te combineren valt. Daarmee valt de bodem uit veel van de tot nu toe voorgestelde oplossingen. En ook uit de – alom bekende maar aantoonbaar onjuiste – ‘Rule, Brittannia‘-theorie van Theodore van Houten, die in het tijdschrift Mens en Melodie (2008, afl. 4), ten strijde trok tegen mijn oplossing. Wonderlijk genoeg verweet hij daarin nu juist mij gegevens te negeren.

Ik heb opnieuw de beschikbare gegevens en voorgestelde theorieën kritisch bestudeerd en heb proberen vast te stellen wat waardevol is en wat niet. Daarmee doende ontdekte ik enkele bijzonderheden in Nimrod, nu de negende variatie maar hoogstwaarschijnlijk het eerste deel van de Enigma-variaties dat Elgar schetste. Daarna voegden de al bekende gegevens zich eigenlijk als vanzelf tot een nieuwe en sluitende theorie samen, die ik in een boekje publiceerde (uitgeverij Corbulo Press). (Van Houten noemt deze theorie losjesweg ‘quasi nieuw’, maar vergeet dat helaas aan te tonen, zoals wel meer in zijn artikel.)

Elgar heeft later in bedekte termen zelf het verborgen thema aangewezen. Enkele jaren na de première vertelde hij hoe zijn vriend en ‘soulmate’ August Jaeger (= Nimrod) hem, toen hij eens gedeprimeerd was en wilde stoppen met componeren, eens krachtig had toegesproken. Jaeger wees daarbij op Beethoven, die ondanks zijn grote moeilijkheden steeds had doorgezet en meer en meer prachtige muziek had gemaakt. ‘And-that-is-what-you-must-do’, zei hij en zong hem het thema van het tweede deel van Beethovens Sonate Pathétique voor. Volgens Elgar zelf wordt in de Nimrod-variatie muzikaal aan die melodie gerefereerd. Maar hoe precies? Dat is nooit opgehelderd.

Lees ook:  Herdenkingen rond de Engelse componist Edward Elgar (4)

Het eerste wat ik ontdekte was dat het begin van de Nimrod-melodie, als men steeds op de eerste tel een kwartrust invoegt, als een tegenmelodie perfect kan worden gecombineerd met de (bekende, niet gespeelde) melodie uit Beethovens Pathétique. Deze tegenmelodie blijkt opgebouwd te zijn uit groepjes van vier noten, gebaseerd op het ritme van Elgars eigen naam (‘Edward Elgar’: kort-kort-lang-lang, en daarna in omgekeerde volgorde: lang-lang-kort-kort). Evenzeer verrassend is dat dit ‘Elgar-thema’ in zijn noten de Beethovenmelodie volgt. De muzikale symboliek van dit alles is evident: Elgar volgt in Nimrod Beethoven. Dit nu blijkt de kiem en het centrale idee van de hele compositie te zijn.

In feite gaat het in de Enigma-variaties, net als in sommige werken van Elgars tijdgenoten Richard Strauss en Gustav Mahler, om de kunstenaar zelf: van het ‘Elgar-thema’ is de thematiek van het hele werk afgeleid. De mineur-melodie waarmee het begint, drukt muzikaal de droefheid en eenzaamheid van de kunstenaar uit. De daarop volgende variaties op die melodie, die elk een eigen karakter hebben, portretteren een aantal van Elgars vrienden. Daartussen bevindt zich – als een emotioneel hoogtepunt midden in het werk – de sleutel voor de oplossing van het enigma, Nimrod, dat verwijst naar zijn dierbare vriend August Jaeger die de kunstenaar als een na te volgen voorbeeld op Beethoven had gewezen. Ook het thema van het slotdeel is gebaseerd op het ‘Elgar-thema’. In deze Finale drukt Elgar de kracht en de zelfverzekerdheid uit die hij als kunstenaar ervoer door Beethoven als voorbeeld te nemen. Doordat in het eigenlijke thema van de Enigma-variaties, dat in het werk in allerlei vormen verschijnt, het begin van het Pathétique-thema verstopt zit, kan men zeggen dat Beethovens thema door het hele werk waart zonder zelf gespeeld te worden.

Hans Westgeest, Elgars Enigma-variaties. Het raadsel opgelost. Corbulo Press, Leidschendam-Voorburg, 2007. Hardcover € 18,95 (ISBN 978-90-79291-02-1), paperback € 13,50 (ISBN 978-90-79291-04-5). Ook in Engelse vertaling verkrijgbaar. Zie www.corbulopress.nl.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *