‘En dan nog een vrouw, een Indisch meisje’: Melati van Java’s Orchidée (1905).

Zien is geloven. Is Utrecht een literaire stad, met vele grote vrouwelijke orchidee-rand
auteurs? Afgelopen week opende in de Centrale Bibliotheek Utrecht het bewijs. De tentoonstelling Omdat ik iets te zeggen had verzamelt vele publicerende vrouwen. Een van de schrijfsters is de ooit beroemde Melati van Java. Zij was vermoedelijk de eerste Indische romancière van de Nederlandse letteren. Haar roman Orchidee (1905) situeerde zij in de Domstad.

Orchidée is de volle voornaam van Idée Sonerius, een jong Indisch meisje dat in Utrecht oude talen studeert. Zij spreekt met een Indisch accent, zij heeft een “donker gezichtje”- en zij is de dochter van een Hollandse assistent-resident. Moeder is dood. Met haar vader woonde Idée lange tijd op een eiland in de Molukken. Ze kwamen naar Nederland vanwege de studie. Idée moet de ambities van haar vader waarmaken, protesteren is tevergeefs. ‘Ik begrijp je niet, ’t is een groote eer de jongste studente te zijn in heel Holland, misschien van de wereld en dan nog een vrouw, een Indisch meisje.’

Daarmee is de roman rond 1900 hyperactueel. Velen in Nederland zijn ongerust over het toenemend aantal studerende vrouwen. Zijn dergelijke wezens nog geschikt voor het huwelijk en het moederschap? Aan de discussie over dit vrouwenvraagstuk leverde Orchidée een bijdrage. En er is meer. De discussie moest wat Melati van Java betrof ook gaan over de specifieke positie van Indische meisjes. Zij moest en kon zich dubbel bewijzen: als vrouw en als Indische.
Is zij kwijnend, passief, sensueel en onbetrouwbaar? Welnee. Zulke vrouwen en meisjes waren vooral aanwezig in de bekende herenromans, vol van koloniale erotiek. Daar stond het hoofd van Melati van Java bepaald niet naar. Haar voelen en haar visie waren anders.
Vooral wegens haar Indische romans werd zij beloond met het lidmaatschap van de Maatschappij van Nederlandse Letterkunde. Dat was 1893. Orchidée moest toen nog verschijnen.

Het standpunt van Melati van Java inzake het wel of niet studeren was vrij eenvoudig: ofwel een vrouw trouwt en dan dient zij zich aan de huiselijke kring te wijden, ofwel zij trouwt niet en dan heeft zij de vrijheid te doen wat zij wenst.
Melati had gemakkelijk praten. Zij kon leven van haar pen, en ze wist van zichzelf dat ze geen trek had in een huwelijk. Met haar Lina woonde ze in Amsterdam. Melati schreef, Lina verzorgde het huishouden, beiden werkten onder meer voor de katholieke vrouwenbeweging. Zij waren gelukkig.

Lees ook:  'Zoen mij met een zoen van geilheid': Over het onvindbare Zondige Vleesch (1910) van Van Goethem

Melati-kenners zien meteen dat Orchidee in sterke mate autobiografisch was. Een ambitieuze vader kende de auteur maar al te goed. Lodewijk van Deyssel – wiens echtgenote overigens dol was op Melati-boeken – herinnerde zich hoe een zekere vader het literaire werk van zijn dochter deponeerde in de hoeden van zijn bezoekers. Daarnaast bevat de roman een emotionele tekening van een baboe, lijkend op Melati’s Chinese grootmoeder Philoteja Sajia. De baboe sterft, Idée is bij haar:

Zij hield haar hand vast en dan scheen er kalmte in het verwrongen lichaampje te komen. Zij
bad het Onze Vader en smeekte uit het diepst van haar hart dat God medelijden met de
arme tobster mocht hebben en haar opnemen in het land, waar eeuwig de zon schijnt en
waar het niet koud en mistig is als hier. … ‘No – na….’ en toen sloot zij de oogen, haalde diep
adem en rustte voor goed.

Na de dood van de baboe is Idée zonder moederfiguur en dan komt de knieval voor de conservatieve moraal. Idée wordt verliefd en na vele complicaties besluit ze zich te verloven met Ludo. Die heeft het nu voor het zeggen in haar leven:

…je moet juist studeeren, want ik zal er trotsch op zijn een vrouw te hebben die Doctor
is en toch vrouw blijft, een lieve, liefhebbende vrouw. Je hebt nu tijd en gelegenheid je te
oefenen in beide – en zie na donkere, sombere dagen zal ook voor ons de zon nog eens
schitteren, geloof je niet, Idée?

Helaas eindigt daarmee de roman, waardoor vooral lezeressen zelf mochten bedenken wat ze hiervan vonden. Hoe moest dat: studeren ‘en toch’ vrouw blijven? Een feit was wel, dat het een uitgemaakte zaak was dàt een Indisch meisje kon promoveren in de oude talen. Daar moeten alle Indische jonge meisjes en vrouwen zich uiterst tevreden over hebben gevoeld. De victorie begon in Utrecht.

In november verschijnt Dochter van Indië: Biografie van Melati van Java, de handelseditie van het proefschrift van Vilan van de Loo.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *