Gesprek over Brittens opera Death in Venice op BBC Radio 3

Benjamin BrittenDe Dood in Venetië
Als zondagmiddag 22 april op de Belgische radiozender Klara de, eveneens door ons bijtijds aangekondigde, Ravel-compositie L’Enfant et les sortilèges alweer is afgelopen en de musici van Radio France De Waaier van Jeanne reeds spelen, voordat het programma zal worden afgesloten met Ravels Boléro, begint om 16:00 uur op BBC Radio 3 een gesprek over de opera Death in Venice, die Benjamin Britten (1913-1976) in het jaar 1973 heeft afgerond, naar de, glorieus door Visconti verfilmde, novelle Der Tod in Venedig, waaraan Thomas Mann in 1911 was begonnen, en die een jaar later werd gepubliceerd [1]. John Evans voert over deze opera een dialoog met de bariton John Shirley-Quirk, die in diverse werken van Britten is opgetreden, en niet alleen in diens muziekdramatische composities, maar tevens in diens spectaculaire War Requiem, onder meer in Groningen en Utrecht.

Eerst bèta-vakken
John Shirley-Quirk, geboren in 1931, is één van Engelands befaamdste zangstemmen. Deze bas-bariton heeft meer dan honderd plaatopnamen gemaakt, en vanzelfsprekend heeft hij over de hele wereld optredens verzorgd met de bekendste dirigenten, orkesten en in de grootste operahuizen. Hoewel hij als kind graag zong en ook viool speelde, kwam zijn enorme vocale talent pas later aan de oppervlakte. Hij studeerde aanvankelijk chemie en fysica aan de Universiteit van LiverpoolJohn Shirley-Quirk en heeft de beide vakken ook jarenlang gedoceerd aan een van de British Air Force vestigingen. Vanaf 1957 ging hij toch nog zang studeren bij de bariton Roy Henderson. Vier jaar later zong hij zowel in het koor van de Londense St. John Kathedraal, en in diezelfde periode debuteerde hij in Glyndebourne in Elegie für junge Liebende in 1959-61 geschreven door de toen nog jonge Duitse componist Hans Werner Henze (geb. 1926) en in 1961 in Engeland als Elegy for young lovers in première gegaan..

Contact met Britten
Deze zanger heeft als geen ander het recht van spreken als het over een opera van Benjamin Britten gaat. Deze componist heeft John Shirley-Quirk in 1963 gecharterd voor zijn English Opera Group, en met dat gezelschap heeft deze zanger tussen 1964 en 1973 in de premières van vijf verschillende Britten-opera’s gezongen: Curlew River, The Burning Fiery Furnace, The Prodigal Son, Owen Wingrave en Death in Venice.
In diezelfde periode creëerde deze bas-bariton bij andere gezelschappen, zoals bij de Scottish National Opera, nog meer rollen: in Mozarts Cosí fan tutte en eveneens in Pelléas et Mélisande van Claude Debussy (1868-1918). In 1977 zong hij ook in The Ice Break van Michael Tippett (1905-1998).

Death in Venice
Het muziekdrama met die titel dat Benjamin Britten in 1973 heeft afgerond en dat in hetzelfde jaar op 16 juni tijdens het Festival van Aldebourgh in première is gegaan, heeft een libretto van Mary Myfanwy Piper (1911-1997) als uitgangspunt. Zij heeft zich gebaseerd op de Engelse vertaling van Thomas Manns novelle, die in een voorkeurseditie van 100 Stofomslag van de Nederlandse, gebonden Salamander-editie uit 1955exemplaren in 1912 is verschenen en in het jaar daarop volgend in een gebruikelijke handelseditie bij uitgeverij S. Fischer, toen te Berlijn gevestigd. Maar naast de tekst van de novelle in kwestie heeft zij briefcitaten en uitspraken van Thomas Mann in haar libretto verweven. Het geheel is zo een muziekdrama in twee bedrijven geworden in doorgecomponeerde vorm, met 17 scenes. De handeling speelt zich rond 1900 af: even in München en vervolgens in Venetië. De situaties aldaar variëren van de bootreis naar die stad, de reis nar het Lido, in het hotel aan het Lido, aan het strand, in de hotelhal, bij de hotelkapper, in het reisbureau, in de straten van Venetië en in de San Marco.

Meer details
Naast de solisten met grote partijen worden er uit het koor ook nog diverse kleinere partijen bezet in alle vier hoofdstemmen. Het ballet heeft eveneens diverse functies. De orkestpartij is niet zwaar bezet: acht houtblazers, die naast hun gewone instrumeten ook nog een piccolo en basklarinet bespelen, voorts twee hoorns, twee trompetten en twee trombones, één tuba, een harp, piano, pauken, slagwerk en strijkers.
Het spreekt vanzelf dat er, gezien de Duitse achtergronden van deze opera, veel belangstelling van Duitse zijde bestond, en zo werd op 24 september 1974 te Berlijn de Duitse première gegeven, in de vertaling van Claus Henneberg (1928) en Kans Keller (van de muziekafdeling van de BBC; 1919-1985).
Naders zult u uit de mond van John Shirley-Quirk kunnen vernemen, en ooit in deze kolommen als we tijdig weten van een radio-uitzending, maar, in verband met de beelden, liever nog een televisie-uitzending, ook als dat de verfilmde versie betreft, die wat meer mogelijkheden biedt qua enscenering, maar dan is het ook echt een verfilmde opera, hetgeen iets heel anders is dan een opera-uitzending, hetzij rechtstreeks, hetzij via een uitgesteld relais.

*****

[1] In het sterfjaar van Thomas Mann (1955) heeft uitgeverij Querido te Amsterdam in haar gebonden Salamanderreeks de Nederlandse vertaling door Alfred Kossmann opgenomen van deze novelle. Een naam van de ontwerper van het stofomsag is in het hele boek niet te vinden. Die gebonden Salamanders kostten in die tijd één rijksdaalder.

*****

Afbeeldingen
1. Benjamin Britten
2. John Shirley-Quirk.
3. Stofomslag van de Nederlandse, gebonden Salamander-editie uit 1955.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *