Het brede culturele scala in de Tagebücher van Thomas Mann (2)

Deze week wordt de verflming uit 2008 — kostuumdrama heet dat tegenwoordig — door Heinrich Breloer van Thomas Manns roman Buddenbrooks in twee afleveringen door het eerste publieke Duitse tv-net ARD/Das Erste uitgezonden; beide avonden tussen 20:15 uur en 21:45 uur. […]

Muziek
Van jongs af had Thomas Mann een breed gerichte belangstelling die verder reikte dan de letteren in zijn eigen kringen en tevens verder dan de wereldliteratuur, een begrip dat voor het eerst werd gebruikt door het letteren-idool van deze groot mogol der twintigste eeuwse Duitstalige belletrie. Tussen de vele andere kunsten die op zijn interesse konden rekenen, koesterde de schrijver een nadrukkelijke voorliefde voor de muziek.

Handschrift van Thomas Mann met de eerste bladzijde
van diens muziekroman Doktor Faustus.

Dat is in zijn werk tot uitdrukking gekomen; niet alleen in de roman Doktor Faustus (1947), over het leven van de Duitse componist Adrian Leverkühn. In de meer dan elf honderd bladzijden beslaande band met Erzählungen komen eveneens tal van elementen voor die het bewijs leveren voor die intense belangstelling voor het fenomeen muziek in al haar geledingen. Sommige titels van de daarin voorkomende verhalen wijzen in die richting: Tristan en Der Bajazzo, maar ook Wälsungenblut.
Die voorliefde is tevens, vanzelfsprekend, terug te vinden in tal van dagboek-aantekeningen waarin Thomas Mann met een paar woorden aangeeft hoezeer bepaalde muziek hem heeft getroffen.

Diverse overwegingen
Die oprechte aandacht voor de algemene verschijnselen van cultuur is er mede verantwoordelijk voor dat Thomas Mann — ondanks zijn nadrukkelijk Duitse wezen — verbanden zag en begreep, en dat heeft, als gevolg van een analytische instelling, ertoe geleid dat hij —  ondanks tijdelijke oplevingen van optimisme en hoop, en soms zelfs de verwachting dat het fenomeen nationaal-socialisme noodgedwongen zou ineenstorten — realistisch genoeg bleef om de weg naar vrijheid te zien en die vervolgens te bewandelen. Zijn Franse collega François Mauriac (1885-1970) heeft de auteur daarvoor in diens sterfjaar 1955 gehuldigd en vastgesteld dat Thomas Mann de eer van Duitsland had bewaard. Ter gelegenheid van diens tachtigste verjaardag heeft Albert Einstein (1879-1955) vastgesteld dat Thomas Manns oprechte houding — bij de meest uiteenlopende gelegenheden ten opzichte van alle personen en groepen — waardering en bewondering verdient: “Die se Qualitát wiegt in meinen Augen schwerer als selbst hohe küstlerische Leistung.”
In de opvatting van de filosoof en literatuurwetenschapper Georg Lukács (1885-1971) was Thomas Mann de grootste Duitse schrijver van de eerste helft van de twintigste eeuw; volgens een niet gering aantal lezers en wetenschappers geldt die kwalificatie voor die gehele periode van honderd jaar.

Eigen werk: Buddenbrooks [1]
In zijn Tagebücher van het jaar 1933 refereert Thomas Mann aan een wandeling die hij op 23 augustus, voorafgaande aan het avondmaal, maakte, samen met zijn zoon Golo en zijn dochter Medi [2] Onderweg berichtte laatstgenoemde dat papa’s roman Buddenbrooks was opgenomen in de bibliotheek van haar schoolklas. Dat leidde bij de auteur tot de volgende conclusie: “Das erklärt sich daraus, daß dies Buch sich schon verselbständigt, sich von meiner Person abgelöst hat und von dem Haß nicht getroffen wird, den diese erregt.” Immers, begin van dat jaar had het ergst denkbare moffentuig de regering over het land van onze oosterburen veroverd,en bij de machthebbers was Thomas Mann niet bepaald een geziene figuur.
Op 10 november van hetzelfde jaar noteert Thomas Mann dat zijn uitgever Bergmann [3], met ongepaste trots, enige op- en aanmerkingen heeft gestuurd die Hans Grimm [4] in een geïllustreerd boekentijdschrift over Buddenbrooks had opgenomen. In het voorjaar van 1934 heeft Thomas Mann voor het nageslacht vastgelegd dat hij, reeds woonachtig in Zwitserland, samen met zijn echtgenote Katia het Amerikaanse consulaat in Zürich bezocht in verband met paspoorten voor de Verenigde Staten. Op dat consulaat trad men hem welwillend tegemoet en kreeg hij talrijke exemplaren van onder meer Buddenbrooks ter signering voorgelegd.

Lees ook:  Buddenbrooks-verfilming uit 1959 opnieuw op de buis

Buitenlandse edities van Buddenbrooks
In die dagboeken, die ondanks de somtijds wat al te droog-cerebrale mededelingen, een schat aan informatie opleveren voor niet alleen literatuurvorsers, maar tegelijkertijd voor alle oprecht geïnteresseerden in het wel en wee van de familie Mann en hun heel ruime omgeving — tot in de Verenigde Staten toe, maar voor die periode zeker eveneens in verband met de alles vernietigende beestachtigheid van het holocaust-regime —, vinden we ook notities over vertalingen van Buddenbrooks. Zo lezen we dat Thomas Mann in februari vierduizend Franse francs ontving van uitgeverij Fayard voor de  verkochte exemplaren van de in 1932 verschenen vertaling: Les Buddenbrook. En in augustus van dat jaar wordt genoteerd dat er een Tsjechische uitgave van datzelfde boek werd gepland.

Thomas Mann samen met echtegnote
Katia voor het vernielde Buddenbrook
huis te Lübeck. Foto uit 1955.

De tweetalige Duits-Tsjechische journalist en criticus Pavel Eisner (1889-1958) publiceerde tal van essays over de grote tovenaar; hij was redacteur (Herausgeber) van de complete Tsjechische editie van het oeuvre van Thomas Mann. Vanaf 1936 vertaalde deze Paul Ernst enkele van diens boeken, waaronder Buddenbrooks.
Ook een Engelse vertaling van Buddenbrooks werd gerealiseerd in die periode; nog weer later is er een Russische uitgave verschenen.
Die uitzonderlijke geschiedenis van de familie Buddenbrook — als (semi-)fictieve, zeer omvangrijke kroniek van mensen, toestanden en gebeurtenissen, alsmede van de sfeer in het Lübeck van toen — heeft de gehele twintigste eeuw doorstaan en houdt nog steeds de gemoederen bezig van literatoren, critici, essayisten, filmregisseurs en nog zoveel anderen die de cultuur een warm hart toedragen.

(wordt vervolgd)
__________
[1] De verfilming uit 2008 van Buddenbrooks wordt dezer dagen in twee afleveringen via het eerste Duitse publieke televisienet ARD/Das Erste uitgezonden: op maandag 27 en dinsdag 28  december, beide keren tussen 20:15 uur en 21:45 uur.
[2] Elisabeth Mann-Borgese (19-20), is de enige vrouw ter wereld, deskundig op het gebied van het Zeerecht. In huiselijke kring experimenteerde zij met de intelligentie van haar honden, die ze ervoor aanzag dat ze in staat zouden zijn een simpel dictaat uit te typen. Het resultaat van die experimenten maakte zoveel indruk op de leiding van de firma Olivetti dat deze speciaal voor haar is overgegaan tot de constructie van een tyomachine met acht toetsen, bedoeld voor haar honden.
[3] Bermann: bedoeld is Gottfried Bermann-Fischer, die de leiding van S. Fischer Verlag op zich had genomen. Tussen hem en Thomas Mann bestaat veel briefverkeer over en weer, verzameld in een tweedelige pocketeditie, uitgegeven door Fischer Taschenbuch Verlag.
[4] De schrijver Hans Grimm (1875-1959) was zo iemand die (onder meer) de Lebensraum-theorie van de nationaal-socialisten ondersteunde. Dat was reeds in 19 tot uiting gekomen in zijn roman van meer dan dertien honderd pagina’s Volk ohne Raum. Hij meende dan ook dat het Duitse volk die uitbreiding van grondgebied nodig had en daaruit volgende zijn steun aan de nazi’s.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *