Het brede culturele scala in de Tagebücher van Thomas Mann (3)

Aan de notities die Thomas Mann op de laatste dag van het jaar 1933 en op de eerste dag van 1934 aan zijn Tagebuch heeft toegevoegd valt af te lezen dat hij het fysiek niet al te zwaar heeft gehad en de positieve aspecten van zijn leven ‘in ballingschap’ weet te waarderen. […]

Laatste dag van het jaar
“Der Zustand meiner Nerven, meines Gemütes, in dem ich das Jahr beschließe, ist wenig hoffnungsvoll. Es ist ein Zustand von Müdigkeit, geistiger Mattigkeit, Überdruß, der, könnte er von außen gesehen werden, wohl sein Bedenkliches hätte.” Dat schreef Thomas Mann op de laatste dag van het jaar 1933 in zijn Tagebuch. Samen met zijn vrouw Katia was hij veel onderweg geweest en op oudejaarsdag woonden ze (tijdelijk) in Zwitserland. Uit Duitsland waren ze noodgedwongen gevlucht doordat hij — na het aantreden van de Geïncarneerde Bestialiteit als regering van wat eens de Europese cultuurnatie bij uitstek was — persona non grata was geworden vanwege zijn houding ten opzichte van de extremistische krankzinnigheid welke werd opgevoerd in de vorm van de onverzadigbare, psychotische machtshonger op endogene grondslag van Adolf Hitler en diens apparaat van topcriminelen.
Verder schreef de Tovernaar dat zijn dochter Erika en nog een gast  bij het avondmaal aanwezig waren en dat hij zelf twee glazen sekt had gedronken. Na wat notities omtrent kleinigheden heeft hij het vertrek van dochter Erika en de gast aan het papier toevertrouwd, waarna hij is gaan luisteren naar een vioolconcert van Mozart, gespeeld door Yehudi Menuhin (1916-1999).

Een foto uit 1885: vier van de vijf kinderen die in het bewuste gezin Mann
zijn geboren: Luiz Heinrich (geb. 1871), Paul Thomas (geb. 1875), Carla
Augusta Olga Maria (geb. 1881) en Julia Elisabeth (geb.1877).

Toen het een half uur voor middernacht was en de klokken buiten luidden, heeft de goede man in woorden vastgehouden dat hij — en dat is voor hem altijd weer een belangrijk moment gebleken — het nieuwe kalenderblok had bevestigd, en maakte hij zijn latere lezers deelgenoten van het heuglijke feit dat de feestdagen daarop in rood waren aangegeven.
Nog vóór middernacht noteert de schrijver van welke relaties er die dag brieven zijn binnengekomen; daarna waagt hij zich aan een terugblik op de tien maanden vanaf februari 1933.
“Mein Heimweh nacht dem alten Zustand ist übrigens gering,” staat tegen het einde van de aantekeningen voor die dag. Geheel tot besluit memoreert Thomas Mann zijn verblijf  ’s avonds op het kleine stenen terras, als hij daar, gezeten in een rieten stoel, naar de sterren keek.

Eerste dag van het nieuwe jaar
Op 1 januari 1934 noteerde Thomas Mann direct naast de datum waar hij en Katia op die dag verbleven en dat vooralsnog zullen blijven doen: Küsnacht b/Zürich.
De notities zijn die dag begonnen met de mededeling van de auteur dat hij die nacht een slaapmiddel had ingenomen en daarna een goede nachtrust had genoten.
Aan de grote verscheidenheid van de dagboekaantekeningen valt af te lezen dat Thomas Mann met een heel breed scala aan aspecten van het maatschappelijk bestaan, en met name de culturele daarvan, wordt geconfronteerd. Zo lezen we dat de auteur die dag voor diverse van zijn correspondenten in één van de delen van zijn zeer omvangrijke tetralogie Joseph und seine Brüder een opdracht moest realiseren, daarna dat hij met zijn vrouw Katia een uitgebreide wandeling in de sneeuw heeft gemaakt, en dat ze om theetijd weer binnen waren en visite kregen, die lang bleef.
Om kwart voor acht ’s avonds gingen ze met de grotere jongens (de oudste zonen) naar de heropening van het cabarettheater Die Pfeffermühle van Erika Mann (1905-1969) en Therese Giehse (1898-1975). De zaal bleek vol en onder de bezoekers bevonden zich vele bekenden.
“Reiches, zum Teil vorzügliches Programm, das bei dem sympatisch voreingenommenen Publikum den herzlichsten Erfolg gewann,” schrijft Erika’s vader in zijn Tagebuch. Thomas Mann vond Erika minder gelukkig overkomen in haar conference, “sehr rührend” daarentegen in het slotlied van de Kälte (die zich van het ooit cultureel zo rijk geschakeerde Duitsland had meester gemaakt).
“Es wurde spät. Die Heimfahrt war angenehm nach der beklemmenden Luft des Saales.”
De dagboeknotities over dat etmaal worden besloten met de mededeling dat Thomas Mann een kalmerende werking ondergaat van het genomen besluit het huren van het op dat moment bewoonde huis — ondanks de verhoging tot zeven honderd Zwitserse franken per maand — met drie maanden te verlengen, waardoor het gezin tot eind juni een onderkomen zal hebben en men de tijd krijgt om verdere besluiten te nemen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *