J.K. Huysmans — En Ménage

Onder de kerstboom, en daarnaast, lazen we de roman En Ménage van onze lievelingsschrijver Joris-Karl Huysmans, oorspronkelijk verschenen in 1881. We hadden deze nog niet gelezen, maar na even inkomen in het Frans, bleek het een erg mooi boek dat niet als essentieel, maar wel als ‘aanrader’ gemarkeerd kan worden. […]

Onder de kerstboom, en daarnaast, lazen we de roman En Ménage van onze lievelingsschrijver Joris-Karl Huysmans, oorspronkelijk verschenen in 1881. We hadden deze nog niet gelezen, maar na even inkomen in het Frans, bleek het een erg mooi boek dat niet als essentieel, maar wel als ‘aanrader’ gemarkeerd kan worden.

Ik las het in de door Em. Jodelet geïllustreerde uitgave die in 1923 bij Henri Jonquières verscheen. De illustraties van Jodelet zijn erg algemeen en hebben niet veel met de tekst te maken. Wel maken bladspiegel, lettertype en boekformaat dat het prettig leest. Prettiger dan bijvoorbeeld de uitgave van zijn Romans. Een Nederlandse uitgave is uiteraard niet beschikbaar. Wel is er in 1969 een Engelse vertaling verschenen onder de titel Living together.

Het autobiografische En Ménage is nog vrij duidelijk in de naturalistische trant geschreven, maar Huysmans is al bezig zich hieraan te onttrekken. De beschrijving van Parijs en de percepties van zijn hoofdpersonen anticiperen reeds op modernistisch werk als bijvoorbeeld Ulysses van James Joyce. Een trouwe lezer deelde mij mee dat W.F. Hermans de stadsbeschrijvingen van Huysmans overigens bepaald waardeerde. Daarnaar dient nog nader onderzoek  te worden verricht.
Het verhaal van de liefdesellende van schrijver André en schilder Cyprien – een samengesteld zelfportret van Huysmans -, heeft niet veel om het lijf, maar de literaire bekoring ligt grotendeels elders. Baldick (Life of Huysmans) schrijft over het moderne in de roman:

Lees ook:  Adriaan van Oordt — Irmenlo (1896)

In En Ménage, for the first time, he tries to recount his own experience of the inner life, with all its complexities and its strange inconsistencies, using a technique very similar to the ‘inner monologue’ beloved of twentieth-century novelists. En Ménage, in fact, is no typical Naturalist work, no sociological study in the Zola tradition, but a personal novel that looks back to Benjamin Constant and forward to Proust.

De roman werd niet zo goed ontvangen door de gevestigde kritiek. Bewonderd werk het echter – uiteraard zou ik haast zeggen – door Huysmans’ kunstbroeders als Cézanne, Pissarro en Van Gogh, die trouwens erg van Huysmans hield. Welk weldenkend literair mens eigenlijk niet?, ben ik geneigd daar aan toe te voegen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *