Het beste korte verhaal dat ik deze week las is tot mijn stomme verbazing geschreven door Johan de Meester: ‘De klompjes’ (oorspronkelijk in Zeven Vertellingen, 1899. Ik las het in de tweede vermeerdere druk van Een Picnic in Proza. Later ook verschillende malen gebloemleesd, meen ik). Nijhoff: ‘Het meisje uit het verhaaltje “De klompjes”, dat haar broertje verdrinkt om hem te behoeden voor het zondige leven, waarover men haar op school en in de kerk wijzer heeft gemaakt, en dat thans de klompjes van de verdronken jongen op het stille water ziet bovendrijven, – als dit niet in het Nederlands was geschreven, zou er de naam Tsjechof onder kunnen staan.’ (Nijhoff, Verzameld Werk II – kritisch en verhalend proza, p.1146.)
Kort verhaal
Het beste korte verhaal dat ik deze week las is tot mijn stomme verbazing geschreven door Johan de Meester: ‘De klompjes’ (oorspronkelijk in Zeven Vertellingen, 1899. Ik las het in de tweede vermeerdere druk van Een Picnic in Proza. Later ook verschillende malen gebloemleesd, meen ik). […]
Ook in de verhalenbundel ‘Onze onzalige erfenis’ staat op de pagina’s 81-88 het door Sander Bink genoemde verhaal.
‘Onze onzalige erfenis’ is in 1964 voor het eerst verschenen in de Witte-Olifant-reeks van uitgeverij G.A. van Oorschot. De tweede druk volgde in 1982 als paperback van uitgeverij
BZZTôH te ’s Gravenhage.