Der Sommer war sehr groß! Tot noch toe althans. En wie nog geen vakantie nam, kan naar voorbeeld van de literaire beau monde van zo’n honderd jaar geleden verkoeling zoeken aan de Belgische kust. Wie het pootjebaden, flaneren over de dijk en garnalen pellen beu is, kan het beste het advies van Karel van de Woestijne volgens in Vacantiekrabbel II, geschreven 30 juli 1923, gepubliceerd in de NRC van 11 augustus 1923: ‘Ik ben een badgast, en die is te Oostende niet om over de zee te schrijven’.
Van de Woestijnes mijmering kan ik alleen maar beamen. Liefhebbers van het alhier besproken tijdperk kunnen namelijk hun hart ophalen aan de vele tentoonstellingen aan de Belgische kust. Een van de grote parels van dit museumseizoen is de overzichtstentoonstelling die de kuststad Veurne samenstelt ter ere van Louis Baretta’s 150ste verjaardag. Deze vindt plaats in het Spaans Paviljoen in Veurne van 30 september tot 15 oktober. Bij deze gelegenheid presenteert Baretta-kenner Ghislain Potvlieghe een herziene versie van zijn biografie Kunstschilder Louis Baretta 1866-1928.
De levensloop van de Brusselse kunstschilder Baretta was nogal tragisch. De zelfportretten van deze peintre maudit duiden op een getormenteerd, onthecht bestaan. Zijn oeuvre is in stijl en kleurgebruik verwant aan het impressionisme en symbolisme; uitzonderlijk is dat Baretta’s doeken katholieke taferelen van zeer gewelddadig, mystiek lijden verbeelden. Wat er resteert van Baretta’s oeuvre, ongeveer een tiende van de oorspronkelijke productie, is na zijn dood aan het einde van de jaren twintig in het kustdorp Veurne terechtgekomen, waar het onlangs werd gerestaureerd. De Veurnaars stonden niet erg positief tegenover Baretta’s macabere kunst. Na het overlijden van Baretta’s leerling de kunstschilder Joseph Vuylsteke, die het Veurnse Baretta-museum openhield, heeft het stadsbestuur jarenlang haar artistieke patrimonium verwaarloosd, op enkele kleine evenementen na. Tot nu toe, dus. Bravo Veurne! Een fotoverslag van uw Belgische correspondent volgt later dit jaar, na de opening in besloten kring op 30 september.
Naast de Baretta-expo in Veurne presenteert Mu.ZEE dit najaar drie tentoonstellingen die een bezoek zeker de moeite waard zijn! Recent opende het museum een nieuwe permanente vleugel met kunst van James Ensor en Léon Spilliaert, onder de naam Twee grootmeesters van Oostende. In het Oostendse Spilliaerthuis en Ensorhuis kunt u nagenieten van deze tentoonstelling.
Daarnaast exposeert het Mu.ZEE van 29 oktober tot 5 maart 2017 werk van de mysterieuze Belgische futurist Jules Schmalzigaug, die in 1917 als oorlogsvluchteling in Nederland zelfmoord pleegde. Jules Schmalzigaug en het kookboek van het futurisme brengt het oeuvre van deze tragische artiest in dialoog met de grote Italiaanse futuristen waaronder Marinetti, Carrà en Boccioni. Noteer ook alvast de overzichtstentoonstelling van het oeuvre van Frans Masereel in het komende voorjaar: Mu.ZEE, 1 april-3 september 2017.