Lijstjestijd (3): de top 40 Europese fin de siècle-romans

De beste romans uit de periode van 1880 tot en met 1900. Van Rachilde tot Huysmans: alle veertig goed! […]

De volgende retro-eindejaarslijst betreft Europese fin de siècle-romans. Ik bepaal de periode heel strikt van 1880 tot en met 1900.  Klassiekers als Neef Basilio (1878)  van Eça de Queiroz of  De Golem (1915) van Gustav Meyrink vallen er dus buiten, evenals vele verhalenbundels. Ook de Vlaamse literatuur is er tot nu toe bekaaid af gekomen. Maar die zaken bewaren we wel voor volgende lijsten. Daar gaat-ie weer:

1. J.K. Huysmans, En Route (1895).
*Hartverscheurend, want overtuigend, literair esthetisch katholicisme. Reve? Who’s he? Nederlandse vertaling bestaat helaas niet, een Engelse wel ( zie Dedalusbooks).

2. Jean Lorrain, Monsieur de Bougrelon (1897).
*Een klein meesterwerk, gesitueerd in Amsterdam. Vertaald als Denkbeeldige genietingen.

3. George Rodenbach, Bruges-La-Morte (1892).
*Zie boven, en dan uiteraard gesitueerd in Brugge. Vertaald als Brugge-de-dode.

4. Octave Mirbeau, Le Jardin des supplices (1899) .
*Indrukwekkende, moderne allegorie. Vertaald als De tuin der folteringen.

5. G. d’Annunzio, Il piacere (1889).
*Toch wel een Europese klassieker. Vertaald als Kind van de lust. Wie mij trouwens aan diverse D’Annunzio-vertalingen kan helpen, dank ik bij voorbaat. Graag bericht op sjbink@hotmail.com.

6. Rachilde, Monsieur Venus (1884).
*Gender-bending klassieker! Vertaald als Mijnheer Venus en uitgegeven door Furie in 1988. Rond 1900 trouwens, ik meen door het illustere Vennootschap Letteren en Kunst te Amsterdam, ook al in het Nederlands vertaald, maar deze uitgave is zo goed als van de aardbodem verdwenen.

7. Jean Lorrain, Monsieur de Phocas (1901).
*De apotheose van het literaire fin de siècle. Prachtboek. Enkel Engelse vertaling beschikbaar.

8. J.K. Huysmans, À Rebours (1884).
*Te specifiek voor de eerste plaats. Toch een hartverscheurend document humain. Dat vond ik althans bij recente herlezing.

9. J.K. Huysmans, La Bas (1892).
*Soms wat studieus, maar prachtbeeld van een ‘satanisch’ Parijs in 1890. In Nederland nagevolged door Frits Lapidoth in zijn roman Goëtia uit 1893.

10. George Rodenbach, Le Carilloneur (1897).
*Rodenbachs tweede meesterwerk. Lievelingsboek van Couperus. De uitstekende vertaling uitgeven door Houtekiet lag vorig jaar bij De Slegte in de ramsj.

11. Octave Mirbeau, l’Abbe Jules (1888).
*Mirbeau kan mijns inziens weinig verkeerd doen en zijn trits (autobiografische) romans, waar dit de tweede van is, uit de periode 1885-1900 horen tot het allerbeste literaire werk uit het einde van de negentiende eeuw.

12. Guy de Maupassant, Bel-Ami (1885).
*Als je een roman van De Maupassant zou moeten lezen, wat bepaald geen straf is overigens, dan deze.

13. Bram Stoker, Dracula (1897).
*Meer bekeken dan gelezen, toch is het dit (lezen) meer dan waard. Graag zou ik een mooie vroege of eerste uitgave bezitten.

14. Oscar Wilde, The Picture of Dorian Gray (1890).
*Een wat obligate vermelding, maar toch een mooi en belangrijk boek.  En voor vele trouwe lezers waarschijnlijk een van de eerste kennismakingen met de eindnegentiende-eeuwse roman.

15. Elemir Bourges, Le Crepuscule des Dieux (1884).
*Voluptueuze Ludwig II-decadentie! Met incest.

16. Joseph Conrad, Heart of Darkness (1899).
*Er moet toch ook een boek in de lijst in dat zich buiten Parijs of Europa afspeelt.

17. Rachilde, La Marguise de Sade (1886).
*Aangrijpend begin, schokkend einde! Als je naast Monsieur Venus nog één Rachilde zou willen lezen, dan deze. Engelse vertaling beschikbaar.

18. Walter Pater, Marius the Epicurean (1885).
*Voor gevorderde lezers/gëinteresseerden, maar bepaald niet zonder bekoring. Hard bewijs ontbreekt vooralsnog, maar mogelijk waren de belangrijkste Tachtigers bepaald gecharmeerd van Pater.

19. Octave Mirbeau, Le Journal d’une femme de chambre (1900).
*Zie voorgaande Mirbeau.

Lees ook:  (Decadente) aanwinsten (6)

20. J.K. Huysmans, La Cathedrale (1898).
*Beetje te veel katholieke eruditie en ben er daardoor nog niet helemaal door heen gekomen, maar het blijft Huysmans en aldus hoe dan ook indrukwekkend.

21. G. d’Annunzio, Giovanni Episcopo (1891).
*D’Annunzio’s Russische literatuur-epigoontje. Niet vertaald.

22. G. d’Annunzio, L’Innocente (1892).
*De film is beter?

23. Pierre Louÿs, La Femme et la Pantin (1898).
*De boeken van Louÿs zijn gemakkelijk te vinden klassiekers. Dat geldt ook voor de Nederlandse vertaling van deze femme-fatale-klassieker.

24. George Moore, Esther Waters (1894).
*Engels naturalisme en al daarom literair-historisch vrij bijzonder.

25 G. d’Annunzio, Le Vergini delle Roce (1895).
*De literaire verbeelding van mening symbolistisch schilderij.

26. G. d’Annunzio, Il Trionfo della Morte (1894).
* Over de top – letterlijk;  ze springen uiteindelijk van een rots -, maar vermakelijke edelkitsch.

27. George Moore, The confessions of a Young Man (1886).
*Bepaald niet zonder charme. Couperus heeft het denk ik (ander werk van Moore in ieder geval wel), ook gewaardeerd.

28. Octave Mirbeau, Le Calvaire (1886).

29. Knut Hamsun, Pan (1894).
*Bijzonder mooi boek. Mooier dan zijn Honger

30. Knut Hamsun, Honger (1890)
*… dat ik eens moet herlezen om mee te gaan in de hoge waardering die het doorgaans krijgt.

31. Elemir Bourges, Les oiseaux s’envolent et les fleurs tombent (1893).
*Vanwege de prachtige titel. Verder is het voor de gevorderde lezer, zogezegd.

31. Maurice Barrès, Le Culte du Moi (1888-1891).
*Ik noem deze trilogie als een roman. Belangrijke teksten, maar je moet er wel voor in de stemming zijn. Nooit vertaald, ook niet in het Engels voor zover ik weet.

31. Jean de Tinan, Penses-tu réussir! (1896)
*Vertaald als Het wordt nooit wat! Aardige ‘period piece’.

32. A. Fogazzaro, Il piccolo mondo antico (1896).
* Italiaanse minor classic. Alweer lang geleden vertaald als De kleine wereld. Ik dacht dat Couperus dit een mooi boek vond.

33. Joséphin Péladan, Le Vice Supreme (1884).
*Ik zou deze waarschijnlijk hoger, of juist lager plaatsen indien ik de beschikking had over de tekst om deze eens proberen uit te lezen.

34. Joséphin Péladan, Curieuse! (1886).
*Vanwege de titel, de inhoud is echter ook nogal curieus.

35. Villiers de l’Isle Adam, L’Eve Future (1886).
*Ietwat ondergewaardeerde minor classic.

36. Émile Zola, l’Oeuvre (1886).
*Op het hele, omvangrijke oeuvre van Zola heb ik slecht zicht. Dit is echter een roman die je doet begrijpen waarom de Tachtigers zo met Zola dweepten: niet om de naturalistische theorie, maar juist om de onvervalste romantiek!

37. Camille Lemonnier, L’Homme en Amour (1897).
*Lemonnier, goed schrijver, schreef zo’n 70 romans meen ik. Dit is er een uit zijn decadente periode.

38. Jean Lorrain, Très Russe (1888).
*Leuk boek. Zie hier.

39. Catulle Mendès, Zo’har (1886).
*De enige ongelezen, althans slechts deels gelezen titel van deze lijst. Toch voel ik mij verplicht Mendès te noemen, wiens grote, immens decadente romans ik maar niet op een niet al te ingewikkelde en dure wijze te pakken heb weten te krijgen.

40. Rachilde, La jongleuse (1900).
*Een van de talloze latere Rachilde-romans. Engelse vertaling beschikbaar.

4 gedachten over “Lijstjestijd (3): de top 40 Europese fin de siècle-romans”

  1. Geen dank! Als ik doubletten van Engelse of Nederlandse vertalingen heb of tegenkom die bij jou ontbreken, doe ik ze je desgewenst toekomen, ok?

  2. Ken je de monografietjes van Rudolf Bakker over Judith Gautier en Rachilde die ooit in Maatstaf zijn geplaatst. (Ook stukken over Norman Douglas, Malaparte en nog zo wat, maar die vallen buiten jouw interessegebied, vrees ik.) Ik herlas die essays, gelukkig te vinden op DBNL, toen ik achteraf te horen kreeg dat Rudolf afgelopen augustus overleden is. Erg goede stukken, zeer erudiet. Aanbevolen. Hadden gebundeld moeten worden.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *