Over onvindbare boeken en ‘de schoenen van Couperus en de wandelstok van Wilde’?

Op veilingsite catawiki sluit zondag de hier eerder aangekondigde grote 1900-boekenveiling.
De mooiste en zeldzaamste boeken gaan daar onder de hamer; Lorrain, Rachilde, Van Dongen, Van Gogh, Dumaar etc. etc. Very nice en leuk en ik zou over elk van de vijftig kavels wel een stukje kunnen schrijven maar daar ontbreekt me de tijd voor. Ik beperk me, want het is een te unieke gelegenheid om te laten passeren, tot een min of meer willekeurig addendum, voetnoot, detail, zo u wil en zoals u gewend bent, betreffende het kavel Eduard Veterman.

Daar lezen we bij de fraaie decadente roman De hoornen van de maan (aangeboden tezamen met o.a. het onvindbaar zeldzame debuut van Den Doolaard, door Veterman geïllustreerd): ‘Fraai uitgegeven en geillustreerde decadente roman door de Haagse dandy (die de schoenen van Louis Couperus en de wandelstok van Oscar Wilde zou hebben bezeten) en latere verzetsheld. De illustraties geïnspireerd door Felicien Rops en Aubrey Beardsley.’

Dat laatste zien we, maar hoe weet Catawiki dat van die schoenen en wandelstok? Weet ik toevallig. De bron daarvoor is het boekje Wat niet in Baedeker staat: Den Haag door Veterman en Hans Martin uit 1931. Daarin worden uitvoerig de bezoekers van de Culture Club en de Wigwam beschreven en komen we enkele van de usual 1900 suspects tegen  (Dop Bles, Hein von Essen bijvoorbeeld).

Ondanks den cultureelen naam heeft ook de cultureele Club veel aantrekkelijks en wij kunnen haar in dezen niet-Baedeker signaleeren met eenige sterretjes. Hier ziet u den grijzen Dr. Berlage, den man van den nieuwen stijl, waarin men thans bouwt van Amsterdam tot Wladiwostock. Daar is de houtsnijder Fokko Mees, de criticus Dop Bles, de beeldhouwer Altorff, die gezellig drinkt, gezellig lacht en… gezellig zwijgt als er te cultureel gedaan wordt. Daar is Cornelis van der Sluys en Vilmos Huszar, menschen van gestyleerde meubelen, baardjes en schilderijen. Het Bestuur van deze Club put zich uit in het geven van werkelijk interessante Clubavonden in het Gebouw Excelsior in de Zeestraat. In de Wigwam — een vrijgevochten groepje, dat nu eens hier, dan weer daar verblijf houdt, op het oogenblik: op een zaaltje boven Uambrinus aan de Heerengracht — gaat het gemoedelijk toe. (…) Men ziet er den schilder Christiaan de Moor in diepzinnig gesprek met zijn collega’s, den sympathieken Sierk Schröder en den bedachzamen fantast Hein von Essen; Eduard Veterman met de schoenen van Couperus en den wandelstok van Wilde is in speelsch, hoewel niet altijd even vriendelijk debat met Ernst Groenevelt, die het principieel met iedereen oneens pleegt te zijn en daarom een goea criticus is, al heeft hij niet altijd gelijk.

‘Eduard Veterman met de schoenen van Couperus en den wandelstok van Wilde’. Het staat er echt. Al twintig jaar vraag ik mij uiteraard af waar die zijn gebleven en wie ze gaat vinden. Moet te doen zijn, want de ringen van Couperus zijn bijvoorbeeld ook overgeleverd alsmede zijn bureau en roze carnavalssmoking. Wie het weet te vinden mag het als immer melden! (Als u de wandelstok van Wilde vindt kunt u natuurlijk meteen naar Christie’s doorwandelen.)

Lees ook:  De groeistuipen van literatuurgeschiedenis.nl

Afbeelding: illustratie van Veterman uit Het visioen in de bergen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *