Westduitse radiozender WDR 3
Vier bijzondere klassieke muziekwerken zullen op deze paasmaandag in de ochtend worden uitgezonden door de Duitse radiozender WDR 3. In het ochtendprogramma tussen 10:00 uur en 11:45 uur worden in totaal vier klassieke werken uitgevoerd, waarvan het laatste uit de koker van Robert Schumann (1810-1856) stamt: diens relatief weinig gespeelde Vioolconcert uit 1853 (zonder opusnummer). Dit tijdstip valt echter te ver buiten het ‘speelgebied’ van deze elektronische cultuurkrant, al maakt dat het werk op zich niet minder geniaal, respectievelijk interessant en/of aantrekkelijk. Aan Schumann voorafgaande kunt u naar drie opvallende klassieke stukken luisteren: allereerst naar Taras Boeljba uit 1915-1918 door Leoš Janáček (1854-1928). Meer over deze componist en het betreffende muziekstuk kunt u vinden in ons artikel van donderdag 3 augustus 2006.
Het is een concert van het WDR Sinfonieorchester Köln; de naam van de dirigent en die van de solist (*) staan in onze gegevens niet vermeld.
Ralph Vaughan Williams
Van de Engelse componist Ralph Vaughan Williams (1872-1958) wordt het concert voor tuba en orkest gespeeld, gecomponeerd in…. Voor uitgebreide informatie over het instrument Tuba en de variant Wagner-tuba verwijzen we naar onze bijdrage over Bruckners Zevende Symfonie op zaterdag 2 september 2006.
Vaughan Williams behoort tot de groepering der traditionalisten, die zich als ‘bewaarder’ van het nationale erfgoed op het gebied van de Engelse muziek heeft geprofileerd, en bijna als ‘logisch gevolg’ daarvan zeer sceptisch stond tegenover al te sterke vernieuwingen, zoals die onder anderen door de vertegenwoordigers van de (ten onrechte gekwalificeerd als Tweede) Weense School met het driemanschap van Arnold Schönberg (1874-1951) met Anton von Webern (1883-1945), en daarnaast nog Alban Berg (1885-1935) werden gepropageerd en ook gerealiseerd. Naast negen symfonieën — die over een periode van een halve eeuw zijn ontstaan, en in Engelse concertzalen nog met enige regelmaat worden uitgevoerd — schreef Williams ook opera en oratoria, film- en lekenmuziek.
In zijn hoedanigheid als docent van het vooraanstaande Londense Royal College of Music en als bestuurder in tal van muziekinstellingen heeft Ralph Vaughan Williams een enorme invloed uitgeoefend op het openbare muziekleven in zijn geboorteland.
Het Concert voor Bastuba en orkest in f kleine terts werd afgerond in 1954, en is nog altijd zeer geliefd vanwege het lyrische langzame deel. Het concert is op 13 juni 1954 in première gegeven door het London Symphony Orchestra onder leiding van John Barbirolli (1899-1970) — die oprichter en vaste dirigent van het Hallé Orchestra te Manchester was — in de Royal Festival Hall van de Engelse hoofdstad. Solist was waarschijnlijk ene P. Catelinet, die weliswaar in een oeuvrelijst direct naast het werk wordt genoemd vóór het orkest, maar die in het register niet voorkomt. Hetzelfde geldt voor de Grove. Slechts vermelding, zowel in de werkenlijst als in het lopende verhaal over de bewuste periode in Vaughan Williams leven. Kennelijk vonden de meeste muziekscribenten het stuk niet echt de moeite waard. En mede daarom: luistert u en oordeelt u zelf.
Hugo Wolf — Penthesilea
Hoewel het groots opgezette orkestwerk, het symfonisch gedicht Penthesilea uit 1808, naar Heinrich von Kleist (1777-1811) gecomponeerd door Hugo Wolf (1860-1903) reeds in 1885 was afgerond — twee jaar nadat Wolf eraan was begonnen — en men, zonder enige extra informatie, ook tegenwoordig zou verwachten dat het, kort na het heengaan van de grootmeester van Bayreuth, Richard Wagner (1813-1883), in de sfeer van die dagen met open armen zou zijn ontvangen, was zulks opvallenderwijs niet het geval bij dirigent Hans Richter, die de eerste uitvoering van Wagners Ring des Nibelungen had geleid. Hij heeft het met orkest gerepeteerd, maar wees het daarna af. Nog weer opvallender is het dat juist een anti-Wagnerianer als Max Reger (1873-1916) zich zeer heeft ingezet om dit werk uitgevoerd te krijgen, hetgeen een jaar na het overlijden van de componist in 1903, ook is gebeurd. Felix Weingartner (1863-1942) heeft de eerste uitvoering van het, net geen half uur durende, symfonische gedicht in 1904 te München geleid. Volgens Reger was dit werk van Hugo Wolf één van de meest belangrijke en ook levenskrachtige scheppingen, die de laatste decennia hadden opgeleverd. Hij vond de thema’s geniaal qua pregnantie en was verder zeer onder de indruk van de nooit-aflatende vindingrijkheid binnen dit werk. Tevens was Reger zeer gelukkig met het ontbreken van de zo populaire overgevoeligheid van veel muziek, die zijn werking bij veel luisteraars niet miste. Een protest tegen het gebruik, respectievelijk het misbruik, van talent ten faveure van commerciële belangen.
Entr’act naar het Heden
— Enigszins zoals al die vloedgolven van weerzinwekkendheid welke in onze dagen worden uitgestort als grof vuil, en tevens worden uitgestrooid als de as van inmiddels vooral dooie dienders, door lieden zoals, onder velen meer, Rieu en Malando, welke in die categorie de sterkst geprofileerden zijn, en die geen irissen in hun ogen hebben, maar munttekens van alle denkbare valuta, en die met muziek in het geheel niets, doch met mu-ziekte en met driftig rinkelende kassa’s, spelen voor brood, en al te pijnlijk tentoongesteld Narcisme alles te maken hebben. Dat spelen met de emotionaliteit van derden, die niet vast is verankerd in oprechte gevoelens, heeft altijd weer een zodanig resultaat dat degenen, die in deze gevallen vóór — doch daarmee tegelijkertijd mèt — zich laten spelen, de gedupeerden zijn, zowel in hun beurs, alsook in hun door vele valse verleiders misbruikte gevoelsleven. Evenmin kunnen dergelijke uitingen — in (muziek)noten verpakte, zeer dubieuze tranquillizers met ernstige neveneffecten en contra-indicaties — ook maar de geringste binding hebben met slechts de vaagst denkbare vorm van cultuur, daarentegen al te sterke banden met de meest abjecte cultus van het willen versuffen, als een 21ste-eeuwse religie, vooral om mensen van denken en ook handelen af te houden, en ze als makke schapen binnen de al te sterk afgebakende ruimtes van het Mentaal Volstrekte Niets te houden, want dat levert de meeste pecunia op voor de tot totale steriliteit gedegenereerde daders. —
Gevoelsuitingen
Dat Reger zulks ver van zich wierp en derhalve gelukkig was met het feit doordat Hugo Wolf zich door zoiets niet had laten leiden, is de muziekpraktijk van anno toen zeer ten goede gekomen. Hugo Wolf was in 1883 door Franz Liszt aangemoedigd om een orkestwerk te schrijven. In Kleists Penthesilea vond de jonge Hugo Wolf wel voldoende gevoelsantipoden om een kleurrijke compositie te realiseren voor groot orkest. Het karakter van de protagoniste — voor de ene helft furie, voor de rest gratie, die zich verliest in een extreme vorm van haatliefde — biedt voldoende stof voor ‘opernhafte Gestaltung’: van uiterste gevoeligheid enerzijds tot in verregaande uitbarstingen van orkestraal ‘geweld’. Kort gezegd: een voortreffelijk gedoseerde synthese van Wagners operamuziek en die van de symfonische gedichten van Franz Liszt.
De vele gevoelsapecten van Kleists tragedie — waarvan later nog een opera — opus 39 , in 1927 — is gecreëerd door de Zwitserse componist Othmar Schoeck (1886-1957) — zijn eveneens terug te vinden in de titels van de drie onderdelen: 1. Aufbruch der Amazonen nach Troja. — 2. Der Traum Penthesileas vom Rosenfest. — 3. Kämpfe, Leidenschaften, Wahnsinn, Vernichtung. Wolf weet met zijn afwisseling van snel, langzaam, snel — met weer een langzame epiloog — de boog op de juiste wijze gespannen te houden, opdat de toehoorder net zo door de muzikale ‘pijlen’ daaruit kan worden getroffen als Achilles in zijn hiel werd geraakt en Penthesilea zelf door de meest giftige pijl (van Amors liefde: de haat) werd meegesleept.
*****
(*) Bij nader onderzoek blijkt het om meerdere opnamen te gaan, respectievelijk geleid door Rafael Kubelik (Janáček); Jakov Kreizberg (Vaughan Williams), met solistische medewerking van Hans Nickel, sedert 1986 tubaïst van het WDR Sinfonieorchester; Lothar Zagrosek dirigeert Hugo Wolfs Penthesilea.
*****
Afbeeldingen
1. Ralph Vaughan Williams (1872-1958), hier op latere leeftijd met gehoorapparaat.
2. Tuba (zoals die deel uitmaakt van elk symfonieorkest).
3. Hugo Wolf (1860-1903).
4. Heinrich von Kleist (1777-1811).