Positivisme in Nederland en België 1845-1914

Omslag van 'De omweg van de wetenschap' van Kaat WilsIn de negentiende eeuw wordt door Auguste Comte (1798-1857) de basis gelegd van de sociologie als zelfstandige wetenschap. De noodzaak werd gevoeld om in de industriële samenleving tot wetenschappelijke consensus te komen, vanuit het ideaal dat niet daden maar ideeën de werkelijkheid regeren. Het door Comte bepleitte positieve denken zou als alternatief dienen voor de theologische wereldvisies en zou de methoden van de wetenschap hanteren. Hij onderscheidde dan ook drie periodes in de westerse geschiedenis: de theologische en de metafysische, dat opgevolgd zou worden door het positieve tijdperk. Toch was Comte geen puur materialistisch positivist: hij introduceerde zelfs de ‘religie van de Mensheid’, gebaseerd op het positivistische denken, wat op basis van altruïsme als metareligie zou kunnen dienen ter vervanging van de godsdiensten uit de voorbije tijdperken.

Ook in Nederland en België raakten intellectuelen, vrijdenkers, vrijmetselaars en het politieke midden gecharmeerd van het positivistische project. In Nederland vond men dat het positivisme de oplossing bood tussen conservatieve en revolutionaire visies, waarbij het debat vooral ging om filosofische kwesties. In België waren politiek-ideologische tegenstellingen inzet van discussie tussen progressieve liberalen en socialisten, die de utopieën van het vroege socialisme vervingen door een rationele wetenschappelijke maatschappelijke ordening. Terwijl na 1880 het positivisme als wereldbeschouwing in Nederland uit zwang is geraakt, raakt in België, dankzij de voortrekkersrol van de liberale en socialistische elite, het positivisme rond 1900 ingeburgerd.

Kaat Wils, verbonden aan de Universiteit van Leuven, beschrijft in haar onlangs verschenen boek De omweg van de wetenschap. Het positivisme en de Belgische en Nederlandse intellectuele cultuur, 1845-1914 de verschillen en overeenkomsten tussen de receptie van het positivisme in de beide landen. In deze lijvige studie concludeert Wils dat in Nederland protestanten hun religieuze kaders niet omver wierpen onder druk van het positivisme terwijl in België, mede vanwege de gerichtheid op Frankrijk, het radicalisme en socialisme op een vroeger moment in de geschiedenis tot ontwikkeling kwamen. Hierdoor ontstond een heftiger botsing tussen moderniteit en katholicisme en werd de positivistische wereldvisie onderwerp van politiek debat.

(Kaat Wils, De omweg van de wetenschap. Het positivisme en de Belgische en Nederlandse intellectuele cultuur, 1845-1914. Amsterdam University Press, 2006, 606 blz, € 49,50)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *