Toorop in Wenen: Inspiratie voor Klimt

'Fatalisme' door Jan TooropGustav Klimt raakte rond 1900 geïnspireerd door het werk van Jan Toorop. Het Haags Gemeentemuseum is, dankzij de unieke en nauwe samenwerking met het Albertina-Museum in Wenen, in staat voor het eerst het werk van Toorop tegenover dat van Klimt te plaatsen en de essentiële rol van Toorop toe te lichten. Ook de aantoonbare invloed van George Minne en Fernand Khnopff op Klimt worden bij deze analyse betrokken.

Slaoliestijl
Dat Jan Toorop invloed heeft gehad op zijn beroemde Weense tijdgenoot, Gustav Klimt, is al langer bekend. Jarenlang onderzoek door gastconservator Marian Bisanz-Prakken, Klimt-expert van het Albertina-Museum, wijst echter uit dat Toorop zelfs als één van de belangrijkste factoren voor de ontplooiing van de ‘moderne’ Klimt moet worden beschouwd.

Jan Toorop exposeert rond de eeuwwisseling als één van de weinige Nederlanders tweemaal in de Weense Sezession. Daar neemt Gustav Klimt kennis van zijn werk en is met name onder de indruk van diens lijnenkunst, ook wel bekend als de ‘slaoliestijl’. Klimt zelf was net op dat moment samen met andere jonge kunstenaars van zijn generatie bezig de Weense kunst open te breken en het contact te zoeken met de internationale ontwikkelingen. In zijn tekeningen en schilderijen is stap voor stap te zien hoe Klimt de betekenisvolle lijn gaat gebruiken, die leidt tot het Beethovenfries in 1902 en daarna tot de hoofdwerken van de beroemde Gouden Periode.
Beethovenfries: 'Diesen Kuss der ganzen Welt' door Gustav KlimtSphinx
Van diepgaande en blijvende betekenis voor Klimt is Toorops grote tekening ‘De Sphinx’, thans een van de topstukken van het Gemeentemuseum en de directe aanleiding voor deze tentoonstelling, en Toorops lineair-symbolistische hoofdwerk ‘De drie Bruiden’. Het hoogtepunt van de Toorop-Kult in Wenen is de presentatie van een groep werken in een speciaal aan Toorop gewijde ruimte op de twaalfde Sezession (1901/02). Het diepst is Klimt onder de indruk van het lineair-symbolistische werk van Toorop uit de jaren 1890, met zelden bij elkaar getoonde werken als ‘Fatalisme’, ‘Tuin der Weëen’ en ‘Les Rodeurs’.
Het is precies deze presentatie van Toorop in Wenen die doorslaggevend wordt voor de ontwikkeling van Klimt. Ook Klimt gaat gebruik maken van de mogelijkheden van strak georkestreerde lijnenbundels in een symbolistische beeldtaal waarin de lijn een nieuwe, betekenis-producerende rol krijgt. De door Toorop geïnspireerde lijnenkunst manifesteert zich vooral in het Beethovenfries en in de tekeningen van Klimt, waarin hij de nieuw gevonden beeldtaal verder ontwikkelt tot prachtige schilderijen en doordringende portretten. Zelfs in het werk na de Gouden Periode (1903/04 – 1909) blijft Klimt in formules en concrete motieven verwijzen naar het voorbeeld dat hij bij Toorop rond de eeuwwisseling aangetroffen heeft.

Fernand Khnopff en George Minne
De tentoonstelling belicht ook de aan de invloed van Toorop voorafgaande, overweldigende indruk die het werk van de Belgische symbolist Fernand Khnopff op Klimt maakte. Daarnaast waren ook de ascetisch magere, ‘gotisch’ gestileerde figuren van de Belgische beeldhouwer George Minne van doorslaggevend belang. Met zijn ‘Fontein van de Geknielden’ maakt Minne grote furore in de Sezession. Door de pro-sezessionistische kunstcritici worden Toorop en Minne als grote verkondigers van een nieuwe, op de toekomst gerichte ‘Stilkunst’ gehuldigd.

De tentoonstelling ‘Toorop in Wenen: Inspiratie voor Klimt’ is tot en met 7 januari 2007 te zien.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *