Daar verstond ene ‘W. van Weide’ (pseud. J.G. vd Haar, 18??-19??) in 1903 iets heel anders onder dan Couperus drie jaar eerder in zijn gelijknamige roman: De Stille Kracht is ’t mysterieus bewegen, De zachte deining van de zielezee Het ondoorgrond Geheim van Godes Wegen! Die aan den eindpaal wijst u ’s hemels ree. De … Lees verder “‘De Stille Kracht’”