Zojuist verschenen: The five of us in Rome van Tine Cool, een Engelse vertaling van Wij met ons vijven in Rome, het prijswinnende boek uit 1928 over het verblijf van een kunstenaarsfamilie in de Villa Strohl-Fern van 1892 tot 1896.
Voor lezers en onderzoekers van Langs lijnen van geleidelijkheid van Louis Couperus is dit boek wellicht extra interessant, omdat het historische annotaties toevoegt omtrent de schilder Thomas Cool (1851-1904), die naar verluidt een van de bronnen van inspiratie was voor Couperus’ romanfiguur Duco van der Staal (zie ook hier). Uit de archieven van de familie Cool is ook duidelijk geworden dat Cornelia barones von Müffling een werk van de schilder heeft gekocht, en het lijkt dan waarschijnlijk dat zij de ‘Mevrouw Von M.’ is over wie Couperus aan Wagenvoort schrijft. Philip Vermoortel heeft recent haar belangrijke rol in het onderzoek naar Multatuli toegelicht. Omdat Von M. ook gescheiden was, is het niet onwaarschijnlijk dat zij, naast Cécile de Jong van Beek en Donk, model heeft gestaan voor de figuur van Cornélie de Retz van Loo. Marits Wagenvoort zelf stelde Cool voor als de schilder Terhaer in diens roman De Droomers. Naast al deze romantische ficties is de werkelijkheid minstens zo interessant; Tine Cool beschrijft hoe de schilder moet kiezen tussen kunst en kind, wanneer haar oudere zusje dodelijk ziek van malaria wordt. Terug in Nederland krijgt de familie in Bussum contact met Frederik van Eeden, Jan Veth alsook met Jo Bonger, de weduwe van Theo van Gogh, die in haar villa honderden onverkoopbare schilderijen van Vincent heeft opgeslagen.
The five of us in Rome is beschikbaar als printing-on-demand bij de American Book Center.
(Ingezonden mededeling van Thomas Cool, achterkleinzoon van de schilder.)