Een De Nerée-biograaf die anoniem wil blijven stuurde
ons de volgende vraag: ‘Van 1895 tot 1897
volgde de kunstenaar-in-spé Karel de Nerée
een opleiding aan de 
Antwerpse Handelsacademie. Die Academie was gevestigd aan de Schildersstraat, vlakbij het in 1890 geopende Koninklijke Museum voor Schone Kunsten. Het is een beetje boel een biografische retrospectieve flauwigheid maar dat zou je als exemplarisch kunnen zien voor zijn werkelijke interesse: de beeldende kunst. Of beter gezegd, zijn opkomende interesse in de beeldende kunst want het was in deze tijd dat hij hiermee uitvoeriger kennis mee maakte. Hij raakte bevriend met Nederlandse schilders die in Antwerpen de ‘kunstacademie’ bezochten als Simon Maris, Gustaaf van der Does, Gerard Gratama en Hendrik Jan Wolter. Die laatste maakte in 1896 of 1897 een portretje van een lezende De Nerée, dat zich tegenwoordig in de collectie van het Stedelijk Museum Amsterdam bevindt, maar geen hond kent, en ik tot enkele jaren geleden ook niet. Aangezien geen van deze kunstenaars tot de meest beroemde of beter gezegd, meest bestudeerde, kunstenaars van hun tijd behoren en bovendien evenals De Nerée piepjong waren, is het een beetje gokken naar de precieze aard van hun doen en laten. Dit ondanks dat ik zeer veel brieven van De Nerée aan zijn moeder tot mijn beschikking heb, maar die gaan vooral over geldzorgen, diarree, en andere alledaagse zaken.
Op een fraaie aan Wolter, denkelijk de beroemdste van het stel, gewijde site nu is een foto afgebeeld van Wolter ‘met zijn studievrienden in Antwerpen’, die ik hier, tezamen met een mooi olieverfschilderij (De Vlaamse lotelingen, 1898) uit zijn Antwerpse periode, hier afbeeld. Vraag aan de lezer: weet u wie wie is? Ik herken echt helemaal niemand, mede omdat vroeger iedereen op elkaar of op Proust en Frederik van Eeden leek. De derde van links, met die fraaie das, is denk ik Simon Maris, maar ook dat weet ik niet zeker. De Nerée staat er bij mijn beste weten zeker niet op. Gratama, van wie vrij veel portretten bekend zijn, herken ik evenmin. Wellicht zitten er Vlamingen bij? Edmond van Offel? Jules Baetes? Edward Deckers? Alex van Mechelen? (Ik weet niet wie dat is maar Van Offel noemt hem in de hier besproken context in Antwerpen 1900. 1983, p. 26.) Een van de studievrienden was de totaal obscure Gustaaf van der Does: enige idee wie van het stel deze kan zijn? En wie is Wolter zelve? Dank bij voorbaat als immer voor uw uitblijvende antwoorden of open deuren die ik zelf ook allang heb bedacht ((hier of op sjbink@hotmail.com).’
