You gotta give the people what they want, dude!: PAN, Bosch en Van Waay.

Aankomende weekend opent de PAN. Hoewel ik heb begrepen dat als je echt sjiek bent en kunstsmaak hebt je naar de TEFAF moet, is dat mij te ver weg en teveel gedoe. Liever ga ik dus richting de RAI, kom ik toch graag want je kan zoals u weet uitstekend streetskaten in Zuid, om kunst te kijken en proberen pretentieuze praatjes te maken met kunsthandelaren en bobo’s waarvan ik mezelf wijs maak dat ik ze best goed ken en het ook echt okay gasten zijn in plaats van omhooggevallen sneupers als u en ik.

En hoewel de Zaanse villa vol hangt met opschepperige grafiek en tekeningen (van o.a. Carel de  Nerée, René Gockinga, Otto Verhagen, Matthijs Maris, Alma Tadema, Marius Bauer, Toorop, Moulijn, Vallotton, Simon Moulijn, J.J. Aarts) verdient ondergetekende Neerlands belangrijkste fin de siècle-expert een stuk minder dan zou moeten gezien statuur en opleiding en was dit bij elkaar krijgen vooral een kwestie van de ogen goed open houden bij het oud papier-sneupen en de juiste mensen kennen. Kortom: om los te gaan met schilderijen kopen hebben we helaas geen geld maar kijken kan altijd en is onwijs leerzaam.

I don’t know about art but I know what I like, zoals the Cramps zongen. Bij de previews nu vielen ons twee werken in het bijzonder op, werken die elkaars mimetische uiterste zijn en dateren van het eind en begin van de qua (Nederlandse) kunstgeschiedenis zo interessante jaren 1890.

Het eerste werk is van Etienne Bosch en wordt aangeboden door het sympathieke Antes Art van Rachel Reijers. Bosch is een interessante maar misschien niet meer heel beroemde kunstenaar die echter een vast plaatsje inneemt in het Nederlandse symbolistische pantheon doordat Polak hem opnam in haar standaardwerk over Het Symbolisme in Nederland. Exemplarisch voor zijn vroege symbolistische werk uit de jaren 1890 is zijn op Maeterlinck gebaseerde litho (waarvan hier de tekening). Het is a minor classic waarvan ik nog graag een exemplaar wil hebben want het past een stuk beter bij de symbolistische collectie dan de gesigneerde ets van een Italiaanse ruïne die ik nu van hem heb hangen en ik kocht omdat Bosch dus in geen Nederlandse symbolismecollectie mag ontbreken. Gerard van Wezel had bijvoorbeeld en uiteraard een exemplaar van de Maeterlincklitho in zijn collectie.

Het aangeboden werk van de verfijnde figuur, een geketende engel, is gemaakt met Oost-Indische inkt en is 47 bij 16 centimer. Ik persoonlijk had het echt nog nooit gezien en heb me dus wel enigszins verdiept in Bosch. Rachel dateert het op 1898-1900 en tekende daarbij aan dat het ook van iets eerder kan zijn, namelijk 1895-1900, aangezien Bosch het maakte in een stijl die door Polak (p 276 ff.) wordt getypeerd als ‘geborduur met streepjes en stipjes’ uit deze periode.

Op basis van de thematiek is het in ieder geval probleemloos te situeren in deze periode want alleen al het omhooggeheven gezicht, weg van de aarde, naar het hogere, verbindt het direct met de symbolistische neomystiek, in de literatuur vooral gerepresenteerd door de zeker door Bosch gelezen Maeterlinck en Van Eeden. Het zou zomaar een verbeelding kunnen zijn van hoofdfiguur Johannes Viator uit Het boek van de liefde van die laatste uit 1892, met zijn tere wezen en zijn ‘moede handen, moe hoofd, moede oogen’.

Lees ook:  Een prachtige, metalen boekenkast anno 1908

Zulke omhoog geheven figuren kom je qua Nederlandse beeldende kunst uit de jaren 1890 nadrukkelijk tegen op  bijvoorbeeld Toorops affiche Venise sauvée uit 1895 en zijn sportprent De staatskas uit hetzelfde jaar wordt rechtsonder gesierd met een rij soortgelijke geheven vrouwengezichten. Op Carel de Nerée’s tekeningen uit 1899-’01 komen dit soort geheven vrouwengezichten voor op de Extaze-tekeningen, de Triptiek Claartje Rijnbende of Twee vrouwen bij boomstam met zonnebloem.
Dat laatste werk uit 1899 bevindt zich in de collectie van het Kunstmuseum, Den Haag en ik stel dan ook voor, hoi Benno, dat dat museum dit nieuw opgedoken topstuk uit het Nederlands symbolisme koopt.

Het tweede werk waar ik korter over zal zijn maar niet minder mooi vind is van de heel andersoortige kunstenaar Nicolaas van der Waay en wordt aangeboden door Ubbens Art van Jop Ubbens, een aardige dude en een dandy in de Nederlandse traditie van Louis Couperus en Pim Fortuin. Hoewel ik niks met dandies heb, ik vind het aanstellerij, heb ik begrepen dat de lezers van rond1900 dwepen met dit nichterige verschijnsel dus vandaar dat ik het even benadruk. Ik heb echter wel iets met Amsterdam Noord waar ik heel lang woonde en ik heb, totaal zinloos, ik weet het, altijd de ogen open gehouden voor vermeldingen van dit oersaaie en zwaar overschatte stadsdeel in de kunst en letteren van het fin de siècle.
Verder dan een wat terloopse geografie bij Nescio en een oprecht aardige schets van Van Hulzen en een ‘bijbehorend’ filmpje kwamen we feitelijk niet. Maar Jop presenteert nu zomaar uit het niets de  Dimanche d’été à la Grande Jatte van fokkin’ Amsterdam Noord Gestoord! Het hieronder afgbeelde Zomeravond aan het Tolhuisterras, circa 1890-’91, olie op doek, 66 x 105 cm., is misschien niet zo avantgardistisch als het werk van Bosch maar eindeloos charmant en enorm leuk voor de talloze inwoners van Noord die naast dronken bbq-overlast veroorzaken en de nieuwgekomen yuppen door hun enge pitbulls op te laten eten nu eenmaal weinig liever doen dan onwijs vaardig geschilderde olieverfschilderijen uit de negentiende eeuw bekijken en you gotta give the people what they want, dude! Ik stel dus voor dat, hoi Judikje, het Amsterdam Museum dit prachtwerk koopt.

 

3 gedachten over “ You gotta give the people what they want, dude!: PAN, Bosch en Van Waay.”

  1. Leuk stuk Sander!
    Ik houd wel van je cinische ondertoon, terwijl je ondertussen oprecht goed geïnformeerd bent en dus ook het e.e.a. treffend kan duiden en kwalificeren! Chapeau!

    P.S. Ik zou gewoon wel naar de PAN gaan…, dat streetskaten kun je verder het hele jaar door nog doen…

    Thomas

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *