Op maandag 5 januari, vanaf 10:00 uur in de ochtend, wordt de veelbesproken uitvoering van Richard Strauss’ muziekdrama Der Rosenkavalier via Mezzo-televisie nogmaals uitgezonden.
Het betreft hier een enscenering van de Duitse toneel- en televisieacteur Sven-Eric Bechtolf [1], die als regisseur van zijn voorkeur voor de art deco-periode geen geheim maakt, heeft de handeling van het verhaal — dat speelt in het Wenen ten tijde van de heerschappij van keizerin Maria Theresia — overgebracht naar een nadrukkelijk gestileerde wereld met daarbij behorende decors en kostuums van Rolf en Marianne Glittenberg.
Koor en orkest van de Zürcher Oper worden gedirigeerd door Franz Welser-Möst. [2] Namen van zangsolisten met de door hen gecreëerde rollen worden daar dan ook helaas niet vermeld, maar van deze uitvoering uit 2004 is inmiddels een dvd-uitgave op de markt en daar komen we te weten dat naast de Zweedse sopraan Nina Stemme — in de rol van de Marschallin —; de Zwitserse bariton Alfred Muff — als baron Ochs von Lerchenau —; de Bulgaarse mezzosopraan Vesselina Kasarova — als Octavian —; en de Zweedse sopraan Malin Hartelius — als Sophie. De verfilming, die drie uur en veertien minuten duurt, werd geregisseerd door Chloe Perlemuter.
De opera
Der Rosenkavalier is een Komödie für Musik in drie bedrijven, gecomponeerd door Richard Strauss (1864-1949) op een tekst van Hugo von Hofmannsthal (1874-1929). De eerste uitvoering van dit muziekdrama werd gegeven op 26 januari 1911 te Dresden. — Een foto van een scène uit die première kunt u vinden in onze bijdrage van 24 juni 2007. — Nog in hetzelfde jaar werden er uitvoeringen gegeven in München en Berlijn, in Milaan, Praag, Wenen en Boedapest; twee jaar daarna in Londen en New York.
In 1960 werd het nieuwe Festspielhaus in Salzburg officieel geopend met een nieuwe uitvoering van Der Rosenkavalier onder leiding van de toen reeds ranzige exponent van muzikaal fetisjisme waar de steriliteit en de commercie meer dan overmatig van afdropen: Karriere Jan vom Zirkus Karajani. In de hoofdrol Elisabeth Schwarzkopf (1915-2006), die werd beschouwd als de ideale bezetting voor de rol van Marschallin. Tijdens het Holland Festival van 1976 werd in de Amsterdamse Stadsschouwburg een nieuwe enscenering van deze muzikale komedie bij de Nederlandse opera gerealiseerd met de, naar al snel bleek, zeer overschatte Frederica von Stade, en José Carreras, onder leiding van Edo de Waart, welke relatief kort daarna op geluidsdragers beschikbaar kwam, vrijwel gelijktijdig met een nieuwe versie onder leiding van Karl Böhm. Op het eerste balkon had Elisabeth Schwarzkopf plaatsgenomen.
Het verhaal
De handeling speelt zich af omstreeks 1740. Tijdens de afwezigheid van haar echtgenoot, veldmaarschalk Vorst von Werdenberg, beleeft Marie-Theres een liefdesnacht met de jonge graaf Octavian Rofrano, die Quin-quin wordt genoemd.
In onze tijd doet naam zo’n nogal nichterig aan, en alsof er een diepere betekenis achter die bijnaam steekt, blijkt dan ook dat deze partij wordt gezongen door een sopraan of een mezzo, die een broek aanheeft en op grond daarvan heeft een dergelijke mannenrol, gezongen door een vrouw(enstem), de benaming Hosenrolle [3].
Het op de schone liefdesnacht aansluitende ontbijt — zo ‘hoorde’ dat ook in die dagen reeds — wordt verstoord door de verschijning van een kennis van de Marschallin, Baron Ochs von Lerchenau. Snel verkleedt de jonge graaf zich als kamermeisje en wordt door de bazin van het spul aan hem voorgesteld als Mariandl. De baron is direct geraakt door de jongedame, maar hij is al voorbestemd op in het huwelijk te treden met ene Sophie. Om alles volgens de geldende tradities te kunnen laten verlopen, richt de baron tot de gravin het verzoek om een Bräutgamsführer, die de bruid, volgens aloud gebruik een zilveren roos zal overhandigen.
Wending van het lot
Doch dan geschiedt het onverwachte: de jonge graaf en de toekomstige bruid worden op slag verliefd op elkaar. Sophie voelt toch al niets voor een huwelijk met die dikke botterik. Eerst duelleren de baron en de jonge graaf, waarbij de dikzak licht gewond raakt. Dat is voor Octavian reden genoeg om zich verder als Mariandl voor te doen en te proberen hem te verleiden. Met hulp van enige anderen worden enkele humoristische scènes gerealiseerd met spookachtige gestalten, waarvoor Ochs de politie wil inschakelen. Maar dan komt niet alleen een Wachtmeister op de proppen, maar tevens de Marschallin, Sophie en nog iemand, en Mariandl neemt weer de gestalte van Octavian aan. Daarop trekt de baron zich letterlijk en figuurlijk terug en laat de Marschallin weten dat ze verder afstand doet van haar jonge geliefde Octavian, die ze al in eerdere instantie deze afloop had voorspeld.
__________
[1] Sven-Eric Bechtolf speelde in stukken van Ibsen, schitterde een jaar of tien geleden als Ivanov in het gelijknamige stuk van Anton Tsjechov, maar trad daarnaast ook veelvuldig op in middelmatige tot beroerde Duitse Krimis, zoals Der Alte of de door-en-door mofse Derrick, enz.
[2] Hoewel het uiterlijk van de website van Mezzo er tegenwoordig iets beter en soms zelfs overzichtelijker uitziet, komen er nog steeds ultieme pijnlijkheden voor in de redactie, zowel tekstueel of, erger nog, het totale ontbreken van adequate teksten en het plaatsen van foutieve foto’s. Net als bij Arte wordt de indruk gewekt dat er mensen worden aangenomen die het alfabet een beetje kennen en met een computer kunnen omgaan.
[3] Ook in Mozart-opera’s komen Hosenrollen voor en een andere bekende is die van de tsàrjèvitsj in Boris Godoenov van Modest Moessorgski.
[4] Dat jaartal lijkt een beetje onwaarschijnlijk: Hofmannsthals tekst was in 1911 gereed, op of omstreeks de tijd dat de opera in Dresden in première ging. Maar omdat dit reeds in januari 1911 was, zal Strauss in zijn omgeving wel een en ander over de partituur hebben verteld waar hij, inderdaad in 1910 aan werkte, al blijft het jaar 1911 voor die karikatuur toch waarschijnlijker.
____________
Afbeeldingen
1. Scène uit de Zürcher enscenering door Sven-Eric Bechtolf.
2. Der Neurosenkavalier. Karikatuur van Carl Josef — 1910 [4]. (Afbeelding overgenomen uit Wien 1900 — Kunst und Kultur; Fokus der europäischen Moderne.)
3. Voorzijde van de dtv-uitgave uit 2004 in de serie Bibliothek der Erstausgaben met de tekstgetrouwe editie naar de oorspronkelijke van 1911. (dtv 2658.)
4. Kostuumontwerp van Alfred Roller (1864-1935) voor de figuur Octavian, voor de première van Der Rosenkavalier in januari 1911 te Dresden.