De onbevoegdheid der Hollandsche literaire kritiek

In 1886 verscheen bij uitgever W. Versluys te Amsterdam de brochure De Onbevoegdheid der Hollandsche Literaire Kritiek. De auteurs van het vlugschrift waren de jonge Tachtigers Willem Kloos en Albert Verwey, die onder meer met deze boutade hun beweging op de literaire kaart wilden zetten. Dat ging gepaard met de nodige bombarie; er moest eerst met de vorige generatie letterkundigen afgerekend worden, voordat de Nederlandse letteren eindelijk in de Vaart der Volkeren kon worden opgestoten. Enkele decennia later zouden de Vijftigers op hun beurt hetzelfde doen.
Het pamflet was een smalende reactie op de recensies die waren verschenen van Julia. Een verhaal van Sicilië (1885), gepubliceerd onder het pseudoniem Guido. Het sentimentele dichtwerk, geschreven in een stijl die nog het meest aan Potgieter doet denken, was in werkelijkheid de gezamenlijke schepping van onder anderen… Willem Kloos en Albert Verwey. De boodschap van de practical joke was duidelijk: als een aantal jonge dichters in een handomdraai een onmogelijke liefdesgeschiedenis, vervat in allerbelabberdste rijmen, in elkaar konden flansen, die vervolgens nochtans wordt verwelkomd als een nieuwe ster aan het literaire firmament, dan zijn de critici geen knip voor de suffe, ouderwetse neus waard. Helaas voor Kloos en Verwey reageerden de recensenten, op een enkeling na, welwillend maar nauwelijks enthousiast. Bovendien hulde hun meest beoogde kop-van-jut, J.N. van Hall, redacteur van de vermaledijde ‘oude’ Gids, zich in stilzwijgen.
Maar Kloos en Verwey waren reeds op oorlogspad; een kwestie van je vijand opblazen en het prijsschieten kan een aanvang nemen. De wraakoefening van de jonge Tachtigers is deze maand toegevoegd aan de Digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren. ‘Een woord vooraf bij wijze van nawoord’ is van neerlandicus Bernt Luger.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *