‘Een kloek boek’: de biografie van Abraham Kuyper

‘Het is een kloek boek geworden.’ Een groter compliment kreeg premier Balkenende niet over zijn lippen. Dat het Reformatorisch Dagblad not amused is dat juist een van zijn geloof gevallen Rooms-katholiek de zo lang gewenste biografie van Abraham Kuyper (1837-1920) mocht schrijven, is niet zo vreemd. Opvallender is de nogal zuinige reactie van Balkenende, die het eerste exemplaar mocht overhandigen aan de auteur, de Utrechtse historicus Jeroen Koch. De korte speech die hij bij deze gelegenheid afstak, was bepaald geen feestrede; onze eerste minister veroorloofde zich zelfs een kritische noot: […]

‘Het is een kloek boek geworden.’ Een groter compliment kreeg premier Balkenende niet over zijn lippen. Dat het Reformatorisch Dagblad not amused is dat juist een van zijn geloof gevallen Rooms-katholiek de zo lang gewenste biografie van Abraham Kuyper (1837-1920) mocht schrijven, is niet zo vreemd. Opvallender is de nogal zuinige reactie van Balkenende, die het eerste exemplaar mocht overhandigen aan de auteur, de Utrechtse historicus Jeroen Koch. De korte speech die hij bij deze gelegenheid afstak, was bepaald geen feestrede; onze eerste minister veroorloofde zich zelfs een kritische noot: […]

De dochter van een Gazan

Bij uitgeverij Bert Bakker verscheen het boek De dochter van een Gazan. Carry van Bruggen en de Nederlandse samenleving 1900-1930 (€ 19,95) van NIOD-onderzoekster Madelon de Keizer. Met de joodse schrijfster Carry van Bruggen (1881-1932) als gids beschrijft de auteur de verhouding tussen joden en niet-joden in de Nederlandse samenleving van de eerste drie decennia van de twintigste eeuw. […]

Bij uitgeverij Bert Bakker verscheen het boek De dochter van een Gazan. Carry van Bruggen en de Nederlandse samenleving 1900-1930 (€ 19,95) van NIOD-onderzoekster Madelon de Keizer. Met de joodse schrijfster Carry van Bruggen (1881-1932) als gids beschrijft de auteur de verhouding tussen joden en niet-joden in de Nederlandse samenleving van de eerste drie decennia van de twintigste eeuw. […]

Polderdecadentisme

M.G.L. van Loghem (1849-1939) werd in de officiële literatuurgeschiedenis (wat dat ook mag zijn) vooral ‘beroemd’ onder zijn pseudoniem ‘Fiore della Neve’ die door de Tachtigers beschimpt werd om zijn oubolligheid. Desalniettemin schreef Van Loghem toch ook de roman Fokel (1898), over de immer in het zwart gehulde Friese titelheldin die ook de modernste literatuur bijhoudt: […]

M.G.L. van Loghem (1849-1939) werd in de officiële literatuurgeschiedenis (wat dat ook mag zijn) vooral ‘beroemd’ onder zijn pseudoniem ‘Fiore della Neve’ die door de Tachtigers beschimpt werd om zijn oubolligheid. Desalniettemin schreef Van Loghem toch ook de roman Fokel (1898), over de immer in het zwart gehulde Friese titelheldin die ook de modernste literatuur bijhoudt: […]

Twee meesters en hun metier

Tentoonstelling over Boutens en Van de Woestijne, in manuscripten en bibliofiele uitgaven. Vanaf donderdag 15 juni, 18.00 uur, Achter Sint Pieter, Utrecht. Geopend tot en met vrijdag 7 juli 2006, op werkdagen van 11.00 tot 17.00 uur. Voor meer informatie: http://www.beijers-auctions.com.

Tentoonstelling over Boutens en Van de Woestijne, in manuscripten en bibliofiele uitgaven. Vanaf donderdag 15 juni, 18.00 uur, Achter Sint Pieter, Utrecht. Geopend tot en met vrijdag 7 juli 2006, op werkdagen van 11.00 tot 17.00 uur. Voor meer informatie: http://www.beijers-auctions.com.

In de marge (3)

Bescheidener dan Querido, die meende eigenhandig de Nederlandse poëzie te vernieuwen (In de marge 1), is Henri van Booven (1877-1964) in zijn debuut Witte Nachten (1901): […]

Bescheidener dan Querido, die meende eigenhandig de Nederlandse poëzie te vernieuwen (In de marge 1), is Henri van Booven (1877-1964) in zijn debuut Witte Nachten (1901): […]

‘Hippie’

Frits Lapidoth als taalvernieuwer? In Vrij? (1897), zijn roman over de ‘vrije liefde’, wonen een jongeman en zijn geliefde ongetrouwd samen. Dat zint de huisbaas natuurlijk van geen kanten: […]

Frits Lapidoth als taalvernieuwer? In Vrij? (1897), zijn roman over de ‘vrije liefde’, wonen een jongeman en zijn geliefde ongetrouwd samen. Dat zint de huisbaas natuurlijk van geen kanten: […]

Brugge

Het klassieke voorbeeld van de symbolistische stadsvoorstelling is te vinden in de roman Bruges-la-Morte van George Rodenbach (1855-1898) uit 1892 waarin een verstild, uitgestorven, doods Brugge als decor dient voor het heftige verdriet dat de protagonist heeft over het verliezen van zijn geliefde dame. […]

Het klassieke voorbeeld van de symbolistische stadsvoorstelling is te vinden in de roman Bruges-la-Morte van George Rodenbach (1855-1898) uit 1892 waarin een verstild, uitgestorven, doods Brugge als decor dient voor het heftige verdriet dat de protagonist heeft over het verliezen van zijn geliefde dame. […]

De obsessies van Alfred Kubin

In het stadhuis van Brussel en het Musée Félicien Rops in Namen is tot en met 18 juni de dubbeltentoonstelling ‘Obsessions’ te zien. Hierin wordt het bizarre grafische oeuvre van Alfred Kubin (1877-1959), een van de belangrijkste Oostenrijkse kunstenaars uit de twintigste eeuw, geconfronteerd met dat van Félicien Rops en andere voorlopers, onder wie Francisco de Goya en James Ensor. […]

In het stadhuis van Brussel en het Musée Félicien Rops in Namen is tot en met 18 juni de dubbeltentoonstelling ‘Obsessions’ te zien. Hierin wordt het bizarre grafische oeuvre van Alfred Kubin (1877-1959), een van de belangrijkste Oostenrijkse kunstenaars uit de twintigste eeuw, geconfronteerd met dat van Félicien Rops en andere voorlopers, onder wie Francisco de Goya en James Ensor. […]

In de marge (2)

Ook de jonge Henri Borel (1869-1933) liet zich ‘inspireren’ (zie vorige bericht) door Gorter. In zijn roman Het Zusje uit 1900 is opgenomen het waarschijnlijk rond 1893 geschreven prozagedicht ‘Herrijzenis’ (zie Van der Weij Beweging en bewogenheid – Het prozagedicht in de Nederlandse literatuur aan het eind van de 19e eeuw). Borel gooit hier onder meer Gorters verzen ‘Mijn liefste was dood’, ‘Ik liep ’s avonds door mijn stad’ en ‘Mijn handen zijn zoo heet’ door elkaar om tot een schaamteloos stuk Gorter-epigonisme te komen: […]

Ook de jonge Henri Borel (1869-1933) liet zich ‘inspireren’ (zie vorige bericht) door Gorter. In zijn roman Het Zusje uit 1900 is opgenomen het waarschijnlijk rond 1893 geschreven prozagedicht ‘Herrijzenis’ (zie Van der Weij Beweging en bewogenheid – Het prozagedicht in de Nederlandse literatuur aan het eind van de 19e eeuw). Borel gooit hier onder meer Gorters verzen ‘Mijn liefste was dood’, ‘Ik liep ’s avonds door mijn stad’ en ‘Mijn handen zijn zoo heet’ door elkaar om tot een schaamteloos stuk Gorter-epigonisme te komen: […]

In de marge

Herman Gorters bundel Verzen (1890) is het onbetwist hoogtepunt van de poëzie van zijn tijd en een hoogtepunt van de moderne Nederlandse poëzie in het algemeen. Zoals vrijwel echter altijd het geval is met nieuwe kunst wordt deze eerst niet begrepen. Gorters nieuwe poëzie stuitte veelal op weerstand bij de gevestigde orde. De jongere generatie kon het echter doorgaans wel bekoren. Helaas misten dezen zonder uitzondering het talent van Gorter. […]

Herman Gorters bundel Verzen (1890) is het onbetwist hoogtepunt van de poëzie van zijn tijd en een hoogtepunt van de moderne Nederlandse poëzie in het algemeen. Zoals vrijwel echter altijd het geval is met nieuwe kunst wordt deze eerst niet begrepen. Gorters nieuwe poëzie stuitte veelal op weerstand bij de gevestigde orde. De jongere generatie kon het echter doorgaans wel bekoren. Helaas misten dezen zonder uitzondering het talent van Gorter. […]