Er woont een mooie jongen in de buurt. / De kleding die hij draagt is onopvallend: / van grijs naar groen en beige, nooit eens rood. / Zijn lachje, mijn gezicht in lichterlaaie. […]
Twee hypocriete slotzinnen
Er woont een mooie jongen in de buurt. / De kleding die hij draagt is onopvallend: / van grijs naar groen en beige, nooit eens rood. / Zijn lachje, mijn gezicht in lichterlaaie. […]