Fin-de-siècle varia

Met als slecht excuus drukte en het mooie weer deze keer weer in een notendop wat sprankelend, niet-zo-heet, nogal subjectief, fin-de-siècle-‘nieuws’. […]

Met als slecht excuus drukte en het mooie weer deze keer weer in een notendop wat sprankelend, niet-zo-heet, nogal subjectief, fin-de-siècle-‘nieuws’.

– Mijn in januari gestarte Couperus-herleesproject loopt nog steeds. Ik haalde voor bijzonder redelijke prijzen, naar chronologische volgorde van lezing, de desbetreffende (nu ja, nog niet allemaal natuurlijk) delen van Couperus’ Volledig Werk in huis en ik lees nu stilletjes door. Mijn bescheiden (her)leeservaring heeft echter nog niet dusdanig spannende, nieuwe inzichten opgeleverd dat ik deze meteen alhier meende te moeten melden. Zo geweldig als toen ik (niet zo heel lang geleden) het rond mijn twintigste allemaal voor het eerst las, zal het – o tragedie! – natuurlijk nooit meer zijn.
Ondanks dat ik Eline Vere dit jaar te dik vond om helemaal uit te lezen, blijft het een goede roman. Of hij ‘beter’ is dan andere in zijn genre, durf ik echter te betwijfelen, maar goed, het is ook een eersteling. Noodlot heb ik verkozen over te slaan. Ik ken ‘m uit mijn hoofd daar ik het eens in de zoveel jaar lees. Een absoluut meesterwerk mijns inziens, en een van de meest intense, duistere, kortere romans uit de al dan niet Nederlandse literatuur van rond 1890.
Het navolgende Extaze las ik wel rustig nog eens. Leuk, typisch romannetje. Blijft curieus dat het zo’n ‘hit’ was (en is, als we de ooit zo levendige Couperus-hyve mogen geloven).
In Majesteit had ik niet zo’n zin; heb ik ook vorig jaar nog eens voor de helft herlezen. Vond ik altijd, ook bij eerste lezing, een mindere. Wereldvrede daarentegen vond ik zeer leuk! Er wordt altijd op afgegeven, maar ik vond het dolle pret. Toegeven: kitscherige luchtige pret, maar daar is niks mis mee. Als je het in zijn tijd ziet/leest (wat ik zeker deed toen ik het voor het eerst las, tezamen met vele aanverwante Fransen) is het haast boeiend. Had ik Kochs dissertatie hier, dan had ik waarschijnlijk meer kunnen melden.
Nu even een kleine Couperus-leespauze.

Lees ook:  Ongepubliceerde herinneringen aan Louis en Betty Couperus door Henri van Booven

– Zeer aandachtig lazen we de studie van Herman Bossier: Geschiedenis van een romanfiguur – De chanoine Docre uit Là-Bas van J.K. Huysmans. (2e uit. 1965). Dit is een ongelofelijk geweldig boek. Vind ik. Nog beter dan The Quest for Corvo en aldus om je vingers bij af te likken. Meer hierover, en Huysmans in het algemeen, volgt zo spoedig mogelijk.

– Maarten Maartens? Wie kent hem nog? Buschman noemde hem kort en dat deed mij denken aan de volgende contemporaine, en nogal zeldzame vernoeming die ik toevallig kort voor Buschmans boek las in de dandyroman De Fraaie Comedie (1912) van Henri van Booven: ‘Die Maarten Maartens was een wijs man om maar niet meer voor Holland te schrijven. Goed koopman, man van smaak; geen debiet, geen smaak in Holland.’ (p. 62).

– Onlangs kwam hier binnen: Villiers de l’Isle Adam, Cruel Tales. Een jaren geleden reeds in de reeks Oxford Classics uitgegeven, maar mij onbekende, Engelse vertaling van de overbekende Contes Cruels uit 1883. Leuk. Verslag volgt.

– Ten slotte, ze zijn vast al weg, bood het jubilerende antiquariaat Fokas Holthuis enige bijzonder begeerenswaardige fin-de-siecle-gerelateerde items aan. Kijkt u maar.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *