Dresden 1896 — Het colportagepersoneel van Villa Shatterhand

Dubieus kaliber
Villa Shatterhand, het woonhuis van auteur Karl May te Radebeul bij Dresden In 1896 had de Duitse schrijver Karl May (1842-1912) zijn intrek genomen in perceel Kirchstraße 5 te Radebeul bij Dresden, een domicilie dat later nog wereldfaam zou verwerven als Villa Shatterhand. In de allerlaatste jaren van de negentiende eeuw hebben in die woning van de geestelijke vader van Kara ben Nemsi, Winnetou en Old Shatterhand met een grote regelmaat spiritistische seances plaatsgehad. De schrijver zelf en/of zijn eerste vrouw (tot 1903), geboren als Emma Pollmer, hadden al die bijeenkomsten georganiseerd. Wat daar echter allemaal aan mensen over de vloer kwam, wordt door May-biograaf Hans Wollschläger met de niet al te vleiende uitdrukking Kolportagepersonal gekwalificeerd. Vooral mevrouw May, die min of meer was blijven steken in de wereld van haar grootvader – een man die in het Ertsgebergte barbier en loterijdepothouder was –, hoopte in de grote stad meer aansluiting te vinden in betere kringen. Helaas trokken haar pogingen om dat te bereiken met het organiseren van dubieuze occulte avonden en aanverwants slechts diegenen die zelf in dit schemergebied op enigerlei wijze actief waren.

Kwalijke figuren
Een heel legertje van roddelkousen, lastertantes en meer van zulk gespuis kwam onder het toeziend oog van Emma May bijeen, welke allen tezamen heel wat denigrerende benamingen voor derden in petto hadden. Niet zelden werd daar door Karl May, auteur en wensdenkerdeelnemers gebruik gemaakt van valse namen en/of verzonnen academische titels, waaruit meer de afgunst bleek van juist die laagste burgerklassen, waartoe deze lieden behoorden. Maar zo nu en dan waagde zich ook wel eens een echte academicus in het gezelschap, zoals de zeer befaamde spiritist en magnetiseur Professor Hofrichter uit Dresden.
Deze kritiekloze manier van omgaan met die fenomenen, welke niet direct ‘grijpbaar’ waren, dan wel nadere bestudering dringend nodig hadden, was iets dat niet alleen in de kringen van een tweederangs schrijver als Karl May voorkwam. De slimme Engelse Sherlock Homes-auteur Arthur Conan Doyle (1859-1930) behoorde in die periode in Londen tot dergelijke kringen en in Parijs stond de Franse astronoom Camille Flammarion (1846-1936) bekend voor het houden van spiritistische bijeenkomsten.

Interesse
De grote belangstelling voor al deze zaken zal ongetwijfeld mede te wijten zijn geweest aan de enorme onzekerheid, die tijdens het fin de siècle heerste, en die in diverse centra van Europa heeft geleid tot het zoeken naar on- en onderbewuste stromingen binnen het menselijk leven van alledag, of dat nu de zuiver wetenschappelijke of de semi-wetenschappelijke dan wel de dilettantisch-amateuristische was, welke laatste vooral een basis vond in wensdenken en affectieve preoccupatie. Die Welt als Wunsch und Vorstellung, zouden we die laatstgenoemde sfeer kunnen omschrijven.Spiritistische bijeenkomst in 1898 met het toen befaamde medium Eusapia Palladino ten huize van de Franse astronoom Camille Flammarion in Parijs
Een thema overigens dat juist de onderzoeker bij uitstek van de menselijke drijfveren, Sigmund Freud (1856-1939), in die dagen intensief bezighield in één van die centra vervuld van bruisende nieuwigheden binnen de cultuur in het algemeen en in die van de kunsten in het bijzonder: Wenen. [1]
Terugkijkend kunnen we vaststellen dat de grote opleving van de belangstelling voor (zelfs die meest dubieuze vorm van) spiritisme, en ook voor het wat meer op het geestelijk element gerichte spiritualisme, juist in de jaren der Duitse bezetting in ons eigen land weer een opvallende stijging gng vertonen. Ook dat werd, begrijpelijkerwijs, ingegeven door wensdenken: al die mensen wilden horen over een goede afloop en alles wat daarmee in verband met onderdrukking en verzet te maken kon hebben.

Bombastspiritisten
Hoewel Karl May zich enerzijds probeerde te onttrekken aan de eindeloze reeks meeëters en hun opwinding, voelde hij zich toch tot die ‘geestesbeweging’ aangetrokken en niet alleen maar omdat hij schrijver was. Zijn huis bood ook nog na de eeuwwisseling één van de vele snijpunten waar literatuur en een vermeend wetenschappelijk spiritisme op basis van kleinburgerlijk (vooral zelf)bedrog bijeenkwamen. Terzelfdertijd kwam er in Dresden eveneens een groepering bijeen, die als Bombastusspiritisten bekend stond, omdat zij beweerde dat ze niet alleen koningin Louise, koning Georg en de Witte Zwaan, maar eveneens Sokrates en Theophrastus Bombastus von Hohenheim, die beter bekend was als Paracelsus, kon laten opdraven. Toen die (ja, laten we zeggen) spiritusfabriek echter eenmaal werd opgeblazen, bleek dat de echtgenote van een kleine beambte er met haar gastrollen als medium op voortreffelijke wijze in was geslaagd de deelnemers flink wat slappe was afhandig te maken

Anna Rothe
Zo af en toe was ook een zekere Anna Rothe te gast in Villa Shatterhand. Zij zou, als gevolg van gebeurtenissen in het kader van haar somnambulisme en mediumschap, de wereldpers halen. Zelfs de New York Times schreef in de editie van zaterdag 11 april 1903 het volgende:
BERLIN, March 30. — After a trial lasting six days, Anna Rothe, the famous “flower medium,” has been sentenced to Benedettoeighteen months’ imprisonment. The case offered many interesting and remarkable features. One almost forgot that the defendant was up on a charge of fraud, and the whole matter appeared to resolve itself into a consideration of spiritualism and other phenomena of occult science.
Dit is de eerste alinea van het 911 woorden tellende verslag.

De rechtszaak
Ze was ongeveer een halve eeuw oud toen ze in maart 1903 voor de rechter stond, een spichtige vrouw met een strakke haarknot, die zei tot de evangelische geloofsrichting te behoren. Ze was aangeklaagd voor 56 gevallen van bedrog en de rechtbank had dan ook maar even negentig getuigen laten opdraven, die allen om de andere keer aan Anna Rothe’s spritistische zittingen hadden deelgenomen. Wat tijdens die zes dagen durende terechtzittingen — ook een seance — bovenkwam, was bepaald niet gering en levert een ijzingwekkend bewijs voor lichtgelovigheid, naïviteit en daarnaast regelrechte olie-domheid, één en ander overigens niet gespeend van humoristische randverschijnselen.
Zo vertelde één der getuigen dat haar overleden zwager ten tonele was verschenen en vertelde dat hij nu in de koudste poolregio woonde en daarom dringend een pullover nodig had, al was het er maar eentje voor de zomer. Vorstin K., gravin M., en ook de meesterkleermaker T., de rijksdagafgevaardigde en hofpredikant in ruste ds. S., en tevens luitenant-generaal Z. met tal van zijn officieren waren eveneens als getuigen opgeroepen, en dan nog een hele reeks leden van spiritistische verenigingen.

Geesten-dialect
Aan één der slachtoffers, advocaat M., had Anna Rothe de mededeling gedaan: “Es grüßt dich dein Vater aus der Geisterwelt”, en die goede man liet de rechtbank weten dat hij niet de geringste twijfel aan de juistheid daarvan had. Het meest opvallende was echter het feit dat alle geesten die zich aandienden, zonder uitzondering in het Saksische dialect spraken. Maar dat deerde de aanwezigen in het geheel niet, omdat het toch wel heel bijzonder was dat er tijdens de seances zomaar bloemen in de hand van de aangeklaagde Anna R. waren verschenen, alsof zij uit stof, licht en nevelen waren ontstaan.

Voorraadkamer onderjurk
Vooral die nevelen bleken een grote invloed op het gebeuren te hebben gehad. Justitie had immers inmiddels de diverse politierapporten ter tafel, en daarin werd melding gemaakt dat de vrouwelijke rechercheur Bingenheimer, tijdens het onderzoek dat ze had ingesteld, onder de onderjurk van Anna Rothe al die voorwerpen had gevonden, welke tijdens zulke seances in het halfdonker door geesteshand ter tafel gebracht leken te zijn en daardoor zulk een geweldige indruk hadden gemaakt: sinaasappels en citroenen alsmede 153 bloemen. Ze moet dus wel een dikke moeke geweest zijn voorzover het haar onderste helft betreft.Auteur van Das Okkulte, Sabine Doering-Manteuffel. (Foto © Helmut Hien.)
Maar toch was die Anna niet voor één justitieel gat te vangen. Aangesproken op het feit dat Kriminalkommissar K. erin was geslaagd al die cadeautjes van gene zijde als evenzovele trucs te ontmaskeren, bleef Anna rechtlijnig in haar houding: hoogstwaarschijnlijk als gevolg van de onrechtmatige aanval door de wetsdienaren zouden al deze voorwerpen zijn gematerialiseerd. Dit zorgde voor een enorme hilariteit op de publieke tribune, waar men gedurende zes dagen een komedie voorgeschoteld heeft gekregen, welke menig intensief gerepeteerd hebbend toneelgezelschap spontaan in de schaduw stelde.
Tevens bleek dat de hevige rancune onder het, al dan niet voormalige, lagere personeel van tal van aan de seances deelnemende dames zodanig heerste dat men zeer graag bereid was gebleken om tegen een geringe vergoeding allerlei details over de werkgever(s) uit de doeken te doen. Een samenzwering, volgens de rechtbank, die men ook met een eeuw afstand niet ongelijk kan geven.

Lees ook:  Van en over Satan, Bullebak 666 en de Nederlandse letteren.

Vaste bestanddelen
De boven aangehaalde voorbeelden worden uitvoerig beschreven in een deze maand uitgekomen boek over de geschiedenisVoorzijde stofomslag van het zeer recentelijk verschenen boek Das Okkulte van het Occulte in de wereld [2], maar dan specifiek in verband met de publicatie- en publiciteitsmogelijkheden, die voor een nog veel sterkere verbreiding hebben gezorgd sedert Gutenberg zijn eigen, specifieke Zwarte Kunst in dienst van de mensheid heeft gesteld, en blijven zorgen voor razendsnelle multiplicatie, mede door middel van het internet. Hoezeer de pers is gedoken op het bijzondere dat, nuchter beschouwd, niet meer of anders kon zijn dan producten van de firma List en Bedrog of van raaskallende, door het leven op enigerlei wijze gefrustreerde juffers en jonkers, moge blijken in de talrijke voorbeelden die eveneens in het nieuwe boek ruimschoots aan de orde komen. Als eerste aan de hand van een in 1726 te Ipswich, bij drukker John Bagnall verschenen zes goedkoop papier bladzijden met daarop het verhaal van een vrouw die konijntjes en kattenpootjes gebaard had. Zonder zelfs maar iets te onderzoeken, wist ook toen elke medicus van enige standing dat er bedrog in het spel moest zijn. Toch bleek hiermede weer eens dat de geest uit de fles was en het volk in beweging kwam, hetgeen een sneeuwbaleffect veroorzaakte doordat delen van de pers zich hier maar wat graag in gingen mengen, waardoor het geheel in een stroomversnelling is geraakt.

Onwaardige posses anno nu
Dat de geest uit de fles is gebleven, moge blijken uit al die huidige lieden, welke met enorme frustraties te kampen hebben en daarvoor compensatie zoeken en die alleen hopen of menen te vinden op een centraal punt in de schijnwerpers — of dat nu gaat om de onbedaarlijke wartaal die een voormalige balletjuf uitslaat, welke in haar vorige beroep niet een ster werd, of om een tafel-couverts en eventueel ook nog concordes, en voor mijn part atoomcentrales, beweerdelijk buigende aggenebbisj gozer —, het is allemaal zo afwijkend van het alledaagse dat het journaille, en helaas niet alleen de diverse riolen afschuimende sensatiepers, zich er maar al te gretig op stort. Het gezamenlijke colportagepersoneelsbestand van Neerlands Villa Shatterhand in Tiel en ‘vervolgplaatsen’, zullen we maar zeggen.
En dan die afgrijselijke Yankske op de commerciële beeldbuis welke zich aandient met de claim dat ze met de doden kan spreken. Die uiteraad wijselijk zwijgen en uit eerbied voor het leven de lippen stijf op elkaar houden, maar doordat hiervan niets te controleren valt, kan de commerciële grijnstante blijven doorgaan met het opentrekken van nieuwe letterkasten in haar eigenlijk niet zo omvangrijke clichéfabriek. En ondanks het feit dat de letters niet zelden in de verkeerde bakjes blijken te liggen, is diezelfde Yankse mevrouw met die vreselijke naam erin geslaagd — een zichzelf ook al extreem overschattende, door commercie volledig in de ban geslagen — Oprah Winfrey te doen geloven dat ze waarlijk contacten ‘naar God’ zou hebben. Daarvoor moet je echter wel behept zijn met tal van aspecten van die opgemelde affectieve preoccupatie: het geloof in het bestaan van een god en het geloof in de magische kunsten van alle manipulerende media die daarin zijn betrokken.
Immers, die doden zijn, als ze dan toch doorleven nadat ze hun stofkleed hebben afgeworpen (gekregen), zo machtig dat ze, als ze dat zouden willen, gewoon uit zichzelf wel met u in contact zullen treden. [3] Waarmee het bestaan van jolige Joke’s, Uhren-Uri’s en chagrijn-Charren als een volstrekte overbodigheid kan worden aangemerkt en daarnaast als niets anders dan het colportagepersoneel anno nu, bekend van radio en televisie.

Prikkelingen
Dat gevoelsmatige vooroordeel bij de overmatig vele goedgelovigen bleek toch, ondanks alle onaannemelijkheid van het te boek gestelde, een lang leven beschoren, aangezien ook in de twintigste eeuw het bewuste verhaal uit Ipswich in de canon der encyclopedische voorbeelden is opgenomen. En ook daarmee wordt nog maar weer eens onomstotelijk bewezen dat geen enkel wetenschappelijk bewijs het kan opnemen tegen het hierboven reeds aangestipte wensdenken.
In Das Okkulte beschrijft de ethnologe Sabine Doering-Manteuffel hoe zeer de uitvinding van de boekdrukkunst heeft meegewerkt aan de verspreiding van het occulte en dat sedertdien alle andere media in de loop van vooral de twintigste eeuw (radio, televisie, telefoon, telefax, internet) deze mogelijkheden verder hebben ontwikkeld, waarmee ze haar stelling verdedigt dat het occultisme, vanaf de arabische geschriften over alchemie via het magische volksgeloof tot in het thans technologisch meest ontwikkelde medium, een steeds opnieuw uitvergrotende constante is gebleven.

Fascinerend boek
Het mooiste van dat alles is echter dat ondanks al die talloze scandaleuze voorvallen, de eindconclusie ook nu nog niet mag luiden, dat alles altijd wel zomaar even uit de losse pols kan worden verklaard, want zo is het niet, al kan men begrip opbrengen voor al degenen, die na het horen en zien van, en lezen over, zoveel hocus-pocus, elk onverklaarbaar fenomeen naar het rijk der fabelen verwijzen.
Dat briljant geschreven en tegelijkertijd zeer leesbare boek hoort in handen van ieder die veel van de frappante grote lijnen, met hier en daar saillainte details, nu eens chronologisch en overzichtelijk voor zich wil hebben, want juist daar heeft Sabine Doering-Manteuffel acribisch voor gezorgd.
Eén aspect van het boek is voor mij echter een mysterie gebleven. Achterin is een alfabetisch persoonsregister opgenomen, maar genoemde figuren in het boek, bijvoorbeeld Karl May en professor Hofrichter alsmede diverse anderen komen daar niet voor — met een verwijzing naar de bewuste pagina(‘s) —, May’s gade Emma Pollmer echter weer wel. Wellicht een goede gedachte om die lieden uit de occulte sfeer te halen en op te nemen in de tweede druk, die ongetwijfeld niet lang op zich zal laten wachten.
__________

[1] De neerslag daarvan is te vinden in Freuds essay Zeitgemäßes über Krieg und Tod.
[2] Eén en ander is te vinden in het hoofdstuk Hoffnung im Todesfeld over waarzeggerij en occult denken tussen de eeuwwisseling en de Eerste Wereldoorlog.Kater Pluim (1978-2003)
Het ligt voor de hand dat we ons, in het kader van ons medium-met-eigen-wetten hebben beperkt tot die periode, maar er staat veel meer interessants en beschamends in dat boek.
[3] En ik weet waar ik het over heb. Laatst nog bij de bushalte sprong mijn in 2003 overleden kater Pluim, die 24 jaar geworden is, zomaar op mijn schouder en reed met de bus mee, zonder te betalen uiteraard want doden mogen dat. En hij begeleidde mij tot in de hal van het concertgebouw. Da’s nou een echte geleidegeest, die komt opdraven als het hèm past en niet als Joke, Yankske of heksende Uri een oproep doet, om daarmee tegemoet te komen aan zeeën van extraverte emoties van al die eventuele toehoorders, toeschouwers en tal van anderen die een heel pakket aan onvervulde wensen aan het Bestaan hebben. Het is toch zo eenvoudig, maar die geldwolven willen steeds meer verdienen en blijven u en al de uwen van alles wijsmaken. ’t Is net een Sprookje. Of een Placebo, dat kan natuurlijk ook.
__________
Sabine Doering Manteuffel: Das Okkulte — Eine Erfolgsgeschichte im Schatten der Aufklärung — Von Gutenberg bis zum World Wide Web. 352 pag., geïllustreerd; gebonden in linnen. Siedler Verlag, München, 2008. ISBN 978-3-88680-888-5; Prijs € 24,95 (in de gehele BRD en in ons land bij Boekhandel Die Weisse Rose te Amsterdam).
____________
Afbeeldingen
1. Villa Shatterhand, het woonhuis van auteur Karl May te Radebeul bij Dresden.
2. Karl May, auteur en wensdenker.
3. Spiritistische bijeenkomst in 1898 met het toen befaamde medium Eusapia Palladino ten huize van de Franse astronoom Camille Flammarion in Parijs.
4. Hier ziet u Benedetto. De Geest Bebella. Een opname uit juni 1903 (Universiteit Turijn.)
5. Auteur van Das Okkulte, Sabine Doering-Manteuffel. (Foto © Helmut Hien.)
6. Voorzijde stofomslag van het zeer recentelijk verschenen boek Das Okkulte.
7. ‘Occulte’ geleidegeest anno nu: Kater Pluim (1978-2003).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *