Met veel genoegen las ik de laatste dagen deze novelle van de grootste Portugese schrijver van de negentiende eeuw, die volgens niemand minder dan Borges zelfs een van de allergrootste schrijvers aller tijden is, zo staat op de achterflap te lezen van de door uitgeverij IJzer enige jaren geleden uitgegeven Nederlandse vertaling. Een — voor zover ik daar zicht op heb; ik ben het Portugees niet machtig — uitstekende vertaling (plus nawoord) door Joep Huiskamp, die de Nederlandse lezer van De Queiroz’ geestig, cynisch en scherp taalgebruik kan laten genieten. Een sterke aanrader dus.
Het Faust-achtige, fantastische verhaal van een kantoorklerk die dankzij een, laten we zeggen bovennatuurlijke Chinese Mandarijn steenrijk wordt en de Chinese avonturen die daarop volgen, lijkt mij een van de meer opvallende novellen uit het jaar 1880. Het is door bijvoorbeeld zijn ‘gewaagdheid’ behoorlijk modern en doet mij denken aan het twintig jaar later te verschijnen Le Jardin des Supplices van Octave Mirbeau. Of Mirbeau het werkje van De Queiroz kende weet ik niet, maar het lijkt me waarschijnlijk, daar het in 1884 in Franse vertaling verscheen. Bovendien kende De Queiroz Zola, en die stond meen ik weer in contact met Mirbeau, maar dit terzijde.
Bij de prachtuitgeverij Dedalus verschijnt binnenkort de bundel met ‘The Mandarin (and other stories)’ . Meer verhalen van De Queiroz zijn voor zover ik weet niet in het Nederlands vertaald. Wel zijn bijvoorbeeld gemakkelijk verkrijgbaar de vuistdikke romans Neef Bazilio (1878, 1994, De Arbeiderspers) en De misdaad van Pater Amaro, die in 1932 ‘vertaald’ werd door Slauerhoff. Maar voor wie net als ik niet zo’n vuistdikkeromanlezer is, is deze novelle dus een goede kennismaking met een fijne Portugese schrijver.